Operation Manual

4-38
FAX
Inhoudsopgave
DE GLASPLAAT GEBRUIKEN OM EEN FAX TE
VERZENDEN MET DE FUNCTIE DIRECT VERZENDEN
Wanneer u vanaf de glasplaat een fax verstuurd met de functie directe verzending, kunt u maar n pagina verzenden.
U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets.
1
Open de documentinvoer, plaats het origineel
met de bovenzijde naar beneden op de glasplaat
en sluit voorzichtig de documentinvoer.
Breng het midden van het origineel op n lijn met de punt van
het teken op het midden van de schaalaanduiding aan
de linkerzijde van de glasplaat.
Plaats het origineel overeenkomstig het formaat in de juiste
positie (zie afbeelding hierboven).
Als het origineel afwijkt van de instelling van het formaat, stel
dan het formaat van het origineel in.
SCANFORMAAT EN VERZENDFORMAAT OPGEVEN
(pagina
4-51
)
Plaats geen voorwerpen onder de formaatdetector. Het sluiten van de automatische documentinvoer terwijl er een
voorwerp onder ligt, kan leiden tot beschadiging van de plaat van de formaatdetector en tot een onjuiste vaststelling
van het formaat van het origineel.
2
Voer het faxnummer van de bestemming in.
(1) Selecteer de toets [Adres] in het
basisscherm.
Zie "BASISSCHERM VAN DE FAXFUNCTIE" (pagina
4-8) voor de toets [Adres].
(2) Selecteer de sneltoets van de gewenste
bestemming.
(3) Selecteer de toets [Basismenu].
U kunt maar n bestemming invoeren. Een sneltoets gebruiken waaronder meerdere bestemmingen zijn opgeslagen
(groeptoets) is niet mogelijk.
Een bestemming kan behalve door selectie van een sneltoets ook door het opgeven van een zoeknummer worden
opgegeven. U kunt ook direct een faxnummer invoeren met de cijfertoetsen of een bestemming opzoeken in een
globaal adresboek. Zie voor meer informatie "BESTEMMINGEN INVOEREN" (pagina 4-20).
A5
(5-1/2" x 8-1/2")
A4 (8-1/2" x 11")
B5
merkteken
Schaalaanduiding van de glasplaat
OKVORIGE
AAA AAA
BBB BBB
CCC CCC
DDD DDD
EEE EEE
FFF FFF
GGG GGG
HHH HHH
III III
JJJ JJJ
(3) (2)