Operation Manual
3-62
PRINTER
Inhoudsopgave
4
Als er een wachtwoord is ingesteld,
selecteer dan de toets [Wachtwoord].
Voer het wachtwoord (5 tot 8 cijfers) in met de cijfertoetsen en
selecteer de toets [OK]. Alleen bestanden met hetzelfde
wachtwoord worden geselecteerd.
Als u geen wachtwoord wilt invoeren, ga dan naar de volgende
stap.
5
Configureer de instellingen om het
aantal exemplaren te wijzigen.
Als u het aantal kopieën wilt gebruiken dat bij elk bestand is
opgeslagen, ga dan naar stap 6.
(1) Selecteer het selectievakje [Gebruik het
aantal vooraf ingestelde afdrukken per
opdracht] zodat dit niet is ingeschakeld
().
(2) Stel het aantal exemplaren in.
• Selecteer met de toetsen of en druk
herhaaldelijk op de toets [OK] om het aantal te wijzigen.
• U kunt het aantal exemplaren ook met de cijfertoetsen
invoeren zonder het selectiekader te verplaatsen.
6
Selecteer de toets [Print en Verwijder] of
de toets [Print en Bewaar].
• Als u de toets [Print en Verwijder] selecteert, worden de
bestanden na het afdrukken automatisch verwijderd.
• Als u de toets [Print en Bewaar] selecteert, worden de
bestanden na het afdrukken opgeslagen.
Alle bestanden die overeenkomen met de huidige zoekvoorwaarden kunnen worden verwijderd door de toets
[Gegevens wissen] te selecteren.
OKVORIGE
OKVORIGE
(1)(2)
OKVORIGE