Operation Manual
3-44
PRINTER
Inhoudsopgave
(1) Selecteer [Kleur].
(2) Selecteer de kleurenafdrukinstellingen.
Selecteer het selectievakje [ColorSync] om de
kleurbeheerfunctie van Mac OS te gebruiken. Als dit is gedaan,
kan "Afbeeldingstype" niet meer geselecteerd worden.
(3) Selecteer het type kleurenafbeelding.
In het vervolgkeuzemenu kunt u een afbeeldingstype
selecteren dat past bij de gegevens die u wilt afdrukken.
• Standaard (voor gegevens met tekst, foto's,
afbeeldingen, etc.)
• Grafische beelden (voor gegevens met veel tekeningen
of illustraties)
• Foto (voor fotogegevens of gegevens waarbij foto's
worden gebruikt)
• CAD (voor gegevens van ontwerptekeningen)
• Scannen (voor gegevens die door een scanner zijn
gescand)
• Extra (voor gegevens die met speciale instellingen
moeten worden afgedrukt)
[Neutraal grijs] kan worden gebruikt als [Extra] is geselecteerd.
(4) Selecteer geavanceerde kleurinstellingen.
Als u uitgebreide instellingen wilt selecteren, klikt u op de knop
[Geavanceerde kleur].
Kleurbeheerinstellingen configureert u door de gewenste
instellingen te selecteren in de menu's. Om "CMYK-simulatie##"
te gebruiken, selecteert u het selectievakje
[CMYK-simulatie] en dan de gewenste instelling.
De volgende kleurbeheerinstellingen zijn beschikbaar.
• Selectievakje Windows ICM*
1
: Kleurenbeheermethode in een Windows-omgeving
• Selectievakje ColorSync*
2
: Kleurenbeheermethode in een Macintosh-omgeving
•
Bronprofiel: Selecteer het kleurprofiel waarmee de afbeelding wordt weergegeven op het computerscherm.
• Weergavedoel: Standaardwaarde die wordt gebruikt bij het converteren van de kleurbalans van de
afbeelding die wordt weergegeven op het computerscherm naar de kleurbalans die
het apparaat kan afdrukken.
• Uitvoerprofiel: Selecteer een kleurprofiel voor de af te drukken afbeelding.
• CMYK-correctie*
3
: Bij het afdrukken van een CMYK-afbeelding kunt u de afbeelding corrigeren voor een
optimaal resultaat.
• Afscherming: Selecteer de geschiktste beeldverwerkingsmethode voor het beeld dat u afdrukt.
• Neutraal grijs: Selecteer de tonerkleur om grijze gebieden af te drukken.
• Zuiver Zwart afdruk*
4
: Zwarte tekst en vectorgrafieken kunnen alleen worden afgedrukt met zwarte toner.
• Zwarte overdruk*
4
: Voorkomt dat de omtrek van zwarte tekst wit wordt.
• CMYK-simulatie*
4
: De kleur kan bijgesteld worden om het afdrukken met de verwerkingskleuren die
afdrukpersen gebruiken te simuleren.
• Simulatieprofiel*
4
: Het selecteren van een verwerkingskleur.
*1 Kan bij gebruik van de PS-printerdriver in Windows Vista/Server 2008 niet worden geselecteerd.
*2 Kan niet worden geselecteerd in Mac OS X v10.2.8.
In Mac OS 9: Kan worden geselecteerd in het menu "Kleurijking".
*3 Kan alleen bij gebruik van de PCL6-printerdriver worden gebruikt.
*4 Kan alleen worden gebruikt met de PS printerdriver (Windows/Macintosh).
Macintosh
(3)
(2)
(1)
(4)
• In Mac OS X v10.5 tot 10.5.1, klik op de tab [Geavanceerd] om de geavanceerde kleurinstellingen te configureren.
• Selecteer in Mac OS X v10.2.8 het type kleurenafbeelding in het menu "Type beeld".
• In Mac OS 9, selecteer [Color], [Color2] en [Color3] om de afdrukinstellingen voor kleur te configureren.