Operation Manual

2-61
KOPIEERMACHINE
Inhoudsopgave
4
Selecteer de toets [Afdrukkleur] en stel
de afdrukkleur in.
Selecteer de kleur die u wilt gebruiken.
Als u een andere kleur hebt geselecteerd dan [Bk (zwart)], drukt u op de toets [STARTEN KLEUR]. Als u op de
toets [STARTEN ZWART-WIT] drukt, wordt het stempel afgedrukt in zwart-wit.
Als het stempel in kleur wordt afgedrukt op een zwart-witkopie, wordt de kopie meegeteld in de kleurentelling.
5
Selecteer de toets [Belichting] en stel de
belichting in.
Selecteer de toets om de gekozen kleur donkerder te
maken en druk op [OK].
Selecteer de toets om de gekozen kleur lichter te maken
en druk op [OK].
Als u klaar bent met het selecteren van de instellingen,
selecteert u de toets [Stempel].
6
Selecteer de toets [Printgrootte] en
selecteer het formaat van de stempel.
7
Selecteer de toets [Pagina voor stempel]
en selecteer de pagina's waarop de
stempel wordt afgedrukt.
U kunt kiezen uit: alleen op de eerste pagina afdrukken, of
afdrukken op alle pagina's.
Als u klaar bent met het selecteren van de instellingen, ga dan
verder vanaf stap 5 van "ALGEMENE PROCEDURE VOOR
HET GEBRUIK VAN DE STEMPEL" (pagina 2-56) om de
kopieerprocedure te voltooien.
U kunt de stempeltekst niet bewerken.
Als u een stempelinstelling wilt annuleren...
Selecteer de toets [Annuleren] in het scherm van stap 2.
OKVORIGE
OKVORIGE
OKVORIGE
OKVORIGE