Operation Manual
2-57
KOPIEERMACHINE
Inhoudsopgave
5
Als u klaar bent met het selecteren van
de stempelinstellingen, selecteert u
[Invoeren].
6
Selecteer instellingen voor de originelen
en kaften/insteekvellen.
(1) Selecteer de toets [Stand Origineel] en geef
de stand van het geplaatste origineel op.
Als u tweezijdige originelen hebt geplaatst, selecteert u de
toets [2-Zijdig Origineel] en geeft u de inbindpositie
(boekje of schrijfblok) van de originelen op.
(2) Druk tweemaal op de toets [VORIGE].
U keert terug naar het basisscherm van de kopieerfunctie.
Selecteer de toets [Opmaak] om een stempelpositie te
bewerken of een stempelitem te wissen.
☞STEMPELLAY-OUT CONTROLEREN (Lay-out)
(pagina 2-69)
7
Druk op de toets [STARTEN KLEUR] of de toets [STARTEN ZWART-WIT].
Het kopiëren begint.
Als u de glasplaat gebruikt om meerdere originelen te kopiëren, vindt het kopiëren plaats terwijl u elk origineel scant. Vervang de
originelen en druk op [START] wanneer u de sorteerfunctie heeft geselecteerd. Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand en
selecteer dan [Lezen Klaar].
(Gebruik dezelfde [START]-toets die u voor het eerste origineel gebruikte ook voor het tweede
origineel en alle volgende originelen.)
• Als u afdrukken in kleur hebt geselecteerd, drukt u op de toets [STARTEN KLEUR]. Ook al hebt u kleur
geselecteerd, als u op de toets [STARTEN ZWART-WIT] drukt, wordt de stempel afgedrukt in zwart-wit.
• Als een instelling is geselecteerd voor kleurafdrukken, zal de afdruk als een full colour-afdruk worden gerekend
zelfs al is het er een in zwart-wit.
Als u scannen en kopiëren wilt annuleren...
Druk op de toets [STOP] ( ).
Om Stempel te annuleren...
Selecteer de toets [Annuleren] in het scherm van stap 3.
OKVORIGE
OKVORIGE
OKVORIGE
(2)(1)
(1)