Operation Manual

2-42
KOPIEERMACHINE
Inhoudsopgave
3
Selecteer de lay-out.
(1) Selecteer de toets [Lay-out].
(2) Selecteer de lay-out.
Selecteer de volgorde waarin de originelen worden
geordend op de kopie.
De pijlen in bovenstaand diagram geven aan hoe de
afbeeldingen zijn geordend.
4
Selecteer de rand.
(1) Selecteer de toets [Rand].
(2) Selecteer de rand.
U kunt selecteren: geen lijnen, volle lijnen of stippellijnen.
(3) Selecteer de toets [Basismenu].
U keert terug naar het basisscherm van de kopieerfunctie.
5
Druk op de toets [STARTEN KLEUR] of de toets [STARTEN ZWART-WIT].
Het kopiëren begint.
Vervang de originelen en druk op [START] wanneer u de glasplaat gebruikt. Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand en
selecteer dan [Lezen Klaar]. (Gebruik dezelfde [START]-toets die u voor het eerste origineel gebruikte ook voor het
tweede origineel en alle volgende originelen.)
Als u scannen en kopiëren wilt annuleren...
Druk op de toets [STOP] ( ).
Als u de functie 2-in-1 gebruikt wordt automatisch de juiste kopieerfactor ingesteld op basis van origineelformaat, papierformaat
en het aantal originelen dat u wilt kopiëren op één vel. De minimale verkleinfactor is 25%. Op grond van het origineelformaat,
papierformaat en het geselecteerde aantal origineelpagina's moet de kopieerfactor misschien kleiner zijn dan 25%. Wanneer in
dat geval wordt gekopieerd op 25%, wordt mogelijk een deel van de originele afbeeldingen afgesneden.
Als u een instelling 2-in-1 wilt annuleren...
Selecteer de toets [Annuleren] in het scherm van stap 3.
OKVORIGE
OKVORIGE
(1)
(2)
Lay-out
OKVORIGE
OKVORIGE
(1)
(2)
(3)