Operation Manual

2-3
KOPIEERMACHINE
Inhoudsopgave
Deze sectie bevat informatie waarmee u vertrouwd moet zijn voordat u de machine als een kopieermachine gebruikt.
BASISSCHERM VAN DE KOPIEERFUNCTIE
Druk op de toets [KOPIE] op het bedieningspaneel om het basisscherm van de kopieermodus te openen.
Het basisscherm geeft berichten en toetsen voor het kopiëren weer en instellingen die zijn geselecteerd.
(1) Toets [Origineel]
Selecteer deze om het formaat van het origineel op te
geven.
Als het origineelformaat dat deze toets weergeeft afwijkt
van het door u geplaatste formaat, of als het
origineelformaat niet wordt weergegeven, selecteer dan
deze toets en geef het juiste formaat op.
FORMATEN ORIGINEEL (pagina 2-28)
(2) Toets [Papierformaat]
Selecteer deze toets om van papier(lade) te wisselen. De
papierlade, het papierformaat en de papiersoort worden
weergegeven.
PAPIERLADEN (pagina 2-9)
(3) Toets [Belichting]
Hiermee geeft u de huidige instellingen voor de belichting
en het type origineel weer. Selecteer deze toets om de
instelling voor de belichting of het type origineel te
wijzigen.
DE BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD
WIJZIGEN (pagina 2-23)
(4) Toets [Kopieerfactor]
Deze toets geeft de huidige kopieerfactor weer.
Selecteer deze toets om de kopieerfactor aan te passen.
VERGROTEN/VERKLEINEN/ZOOM (pagina 2-25)
(5) Toets [Kleurmodus]
Selecteer deze toets om de kleurmodus te wijzigen.
KLEURKOPIEERFUNCTIES (pagina 2-21)
(6) Toets [Dubbelz. Kopie]
Selecteer deze toets om de functie dubbelzijdig kopiëren
te selecteren.
AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIËREN (pagina 2-15)
(7) Toets [Uitvoer]
Selecteer deze toets om een uitvoerfunctie zoals sorteren,
groeperen, staffelen of sorteren nieten te selecteren.
UITVOER (pagina 2-33)
(8) Toets [Spec. Functies]
Selecteer deze toets als u speciale functies wilt
selecteren zoals kantlijnverschuiving en rand wissen.
SPECIALE FUNCTIES (pagina 2-39)
VOORDAT U DE MACHINE ALS
KOPIEERMACHINE GEBRUIKT
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(11)(10) (12)(9)