Quick Start Guide
1-36
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Inhoudsopgave
16 Belangrijkste items Aantal gereserveerde 
sets
Aantal opgegeven sets voor gereserveerde bestemmingen.
17 Aantal voltooide sets Aantal voltooide sets of aantal bestemmingen waarnaar de 
verzending met succes is voltooid.
18 Aantal gereserveerde 
pagina's
Aantal gereserveerde origineelpagina's van een kopieeropdracht, 
afdrukopdracht, scanopdracht of andere opdracht.
19 Aantal voltooide 
pagina's
Aantal voltooide pagina's van een set.
20 Resultaat Het resultaat van een opdracht.
21 Foutoorzaak
De oorzaak van een fout die is opgetreden tijdens een opdracht.
22
Onderwerp betreffende 
afdrukopdracht
Uitvoer De uitvoermodus van een afdrukopdracht.
23 Nieten De nietstatus.
24
Aantal nietjes
Het aantal nietjes.
25 Aantal perforaties Het aantal perforaties. Altijd "0" wanneer de machine wordt gebruikt.
26 Vouwen Opgeslagen bij een opdracht die met de vouwfunctie werkt. Altijd 
"Niet vouwen" wanneer de machine wordt gebruikt.
27 Aantal vouwen Aantal gevouwen pagina's. Altijd "0" wanneer de machine wordt 
gebruikt.
28 Printertint De gebruikte tint voor een afdrukopdracht.
29 Onderwerp 
betreffende afbeelding 
verzenden
Direct Adres Adres van een beeldverzendopdracht.
30 Naam Afzender Naam van de afzender van een beeldverzendopdracht.
31 Afzenderadres Adres van de afzender van een beeldverzendopdracht.
32 Type verzending Verzendtype van een beeldverzendopdracht.
33 Administratief 
serienummer
Administratief serienummer van een beeldverzendopdracht.
34 Rondzendnummer Rondzendnummer van een beeldverzendopdracht.
35 Invoervolgorde Reserveringsvolgorde voor een distributieverzending van een 
beeldverzendopdracht. Voor een seriƫle navraagopdracht wordt dit 
gebruikt om de communicatie op het afdrukken af te stemmen.
36 Bestandstype Bestandindeling van een beeldverzendopdracht.
37 Compressiemodus/
Comprimeringsfactor
Compressiemodus en comprimeringsfactor van het bestand van een 
beeldverzendopdracht.
38 Communicatietijd Geeft de communicatieduur van verzendopdrachten aan.
39 Faxnr. Geeft het opgeslagen nummer van de afzender aan.
40 Onderwerp 
betreffende 
documentarchivering
Document Archiveren Status van document archiveren.
41 Opslagmodus Opslagmodus van document archiveren.
42 Bestandsnaam Bestandsnaam van een bestand dat is opgeslagen via document 
archiveren of afdruk achterhouden.*
43 Gegevensgrootte [KB] Bestandsgrootte.
44 Algemene 
functionaliteit
Kleurinstelling De door de gebruiker geselecteerde kleurmodus.
45 Speciale Functies Speciale functies die zijn geselecteerd toen de opdracht werd 
uitgevoerd. 
46 Bestandsnaam 2 Slaat de bestandsnaam van afdrukopdrachten op.*
Nr. Itemnaam Beschrijving










