Quick Start Guide
4-95
FAX
Inhoudsopgave
EEN FAX VERZENDEN WANNEER EEN 
ANDERE MACHINE NAVRAAG DOET BIJ 
UW MACHINE (Navraaggeheugen)
Het verzenden van een document dat in het geheugen is gescand wanneer een andere machine navraag doet bij uw 
machine wordt "Navraaggeheugen" genoemd.
Voorafgaand aan de navraag, moet het document dat moet worden gefaxt naar de andere machine in het 
navraaggeheugen worden gescand.
Deze functie kan alleen gebruikt worden als de andere machine een Super G3 of G3 machine is en de navraagfunctie 
ondersteunt.
TOEGANG NAVRAAG BEPERKEN (Navraagbeveiliging)
U kunt het navragen beperken door ervoor te zorgen dat alleen machines waarvan het geprogrammeerde faxnummer 
overeenkomt met het faxnummer dat in uw machine is opgeslagen als een navraagwachtwoordnummer, navraag 
kunnen doen bij uw machine. Dit wordt "Navraagbeveiliging" genoemd.
Om deze functie te kunnen gebruiken, moet u eerst navraag wachtwoordnummers opslaan (de faxnummers van de 
verzenders die zijn geprogrammeerd in de andere machines) in de systeeminstellingen en deze vervolgens inschakelen 
voor de Navraagbeveiliging.
U kunt maximaal 10 wachtwoordnummers opslaan voor navraagbeveiliging.
Systeeminstellingen (Beheerder): Faxnavraagbeveiliging
Dit wordt gebruikt om faxnavraagbeveiliging in te schakelen. Dit wordt gebruikt om faxnummers op te slaan als 
navraagwachtwoordnummers.
(1) Verzoeken faxverzending.
(3) De fax wordt ontvangen.
(2) Het document in het geheugenvak 
wordt verzonden.
Navraag-
geheugenvak
Verzending










