Operation Manual

93
PROBLEMEN BIJ AFDRUKKEN OF SCANNEN
Als aanvulling op dit hoofdstuk kunnen ook de LEESMIJ-bestanden van de
softwareprogramma's worden geraadpleegd. Om een LEESMIJ bestand weer te geven, zie
"DE SOFTWARE INSTALLEREN" (p.34).
Probleem Oorzaak en oplossing
Pagina
De machine werkt
niet.
De machine is niet juist aangesloten op uw computer.
Controleer beide uiteinden van de USB-kabel en zorg
dat ze stevig zijn aangesloten. Gebruik een bekende
goede kabel.
39
Er is een kopieertaak bezig.
Wacht tot de kopieertaak klaar is.
Uw machine is niet geselecteerd als afdrukmedium.
Wanneer u in het menu "Bestand" de optie "Afdrukken
kiest", zorg ervoor dat het geselecteerde toestel
"SHARP MX-xxxx" (waarbij xxxx staat voor de
modelnaam van uw machine) geselecteerd is.
Het printerstuurprogramma is niet correct
geïnstalleerd.
Volg deze stappen om te controleren of het
stuurprogramma geïnstalleerd is.
1 Klik op de knop "Start", klik op
"Configuratiescherm" en vervolgens op "Printer".
Klik in Windows 7 op de knop "Start" en vervolgens
op "Apparaten en Printers".
In Windows XP klikt u op de knop "Start" en
vervolgens op "Printers en Faxapparaten".
Klik in Windows 2000 op de knop "Start", selecteer
"Instellingen" en klik vervolgens op "Printers".
2 Als u nog niet kunt afdrukken na te hebben
gecontroleerd of het pictogram van het
printerstuurprogramma "SHARP MX-XXXX" wordt
weergegeven, is het printerstuurprogramma
misschien niet correct geïnstalleerd. Verwijder in dit
geval de software en installeer hem opnieuw.
100
De instellingen voor papierlades op de machine en in
het stuurprogramma verschillen.
Zorg ervoor dat het geladen papierformaat
overeenkomt met de papierformaatinstelling in de
machine.
12
Het gespecificeerde papierformaat is niet aanwezig.
Laad het gespecificeerde papierformaat in de
papierlade.
12
Waarschuwingspa-
gina
(NP-001) werd afge-
drukt maar de
gegevens werden
niet volledig afge-
drukt.
De afdruktaak is te groot voor het geheugen van het
toestel.
Schakel de ROPM-functie uit in het tabblad
"Configuratie" van het instellingenscherm van het
stuurprogramma. Indien u de ROPM-functie moet
gebruiken, verdeel de pagina's in twee of meer
afdruktaken.
De geheugengrootte die wordt toegewezen aan de
printer kan gewijzigd worden d.m.v. "GEH. VOOR
PRINTER" in de gebruikersprogramma's.
76