Operation Manual
PROBLEEM OPLOSSING EN ONDERHOUD
88
Storings-
indicator
Knippert
PLAATS EEN
TONER
CARTRIDGE.
De tonercartridge is niet correct geplaatst.
Plaats de tonercartridge opnieuw.
105
Licht op
TONER
CARTRIDGE
BIJNA LEEG.
Vervanging van de tonercartridge is
binnenkort nodig. Zorg voor een nieuw
patroon.
105
ONDERHOUD
VEREIST NEEM
CONTACT OP MET
SERVICE
LEVERANCIER
Onderhoud door een SHARP erkende
onderhoudstechnicus is vereist.
-
GEHEUGEN VOL, DRUK START OM TE
HERV.
Er zijn gegevens in het geheugen
opgeslagen. Druk de gegevens af of
verwijder deze uit het geheugen.
27
GEEN 2-ZIJDIGE KOPIE VANAF
HANDINVRLADE
Selecteer 2-zijdig afdrukken of 2-IN-1
kopiëren als de handinvoerlade al is
geselecteerd. De handinvoerlade wordt ook
geselecteerd als 2-zijdig afdrukken of 2 in 1
kopiëren is geselecteerd.
De handinvoerlade kan niet worden gebruikt.
Druk op de [PAPIERLADEKEUZE] toets
( ) en selecteer een papierlade.
23
28
GEEN 2-IN-1 KOPIE
VANAF HANDINVOERL
GEEN 2IN1 KOPIE MET
KANTLIJNVERSCH.
U kunt 2 in 1 kopiëren en kantlijnverschuiving
niet samen gebruiken. Annuleer de laatst
gekozen functie.
28
31
KOPIEERFACTOR KAN NIET WORDEN
GEWIJZIGD BIJ 2 IN 1.
De kopieerfactoren kunnen niet worden
gewijzigd bij 2 in 1 kopiëren.
22
28
DIT MENU KAN NIET WORDEN
GESELECTEERD MET GEGEVENS.
Dit verschijnt als u een gebruikersprogramma
probeert te wijzigen terwijl er een kopieer- of
afdrukopdracht bezig is.
74
GEEN LADE VOOR PAPIERFORMAAT
XXXX
Er is geen papier voor het afdrukken. Druk op
de toets [MODUSSELECTIE] en wijzig de
printermodus. Volg de instructies in de
display.
("XXXX“geeft het papierformaat aan)
-
CONTROLEER SPF/RSPF.
START = HERVATTEN
Er is een origineel op de documentplaat
achtergebleven of het origineel is te dik om te
scannen. Verwijder het origineel.
18
Als de melding niet wordt gewist als er geen
origineel op de plaat ligt, dan is de onderzijde
van de RSPF vuil. Reinig de onderkant van
de RSPF. (met name bij vlakken met zwarte
lijnen).
109
PLAATS XXXX PAPIER IN DE LADE <*>.
Afdrukken is niet mogelijk als de instelling
voor papierformaat afwijkt van het
papierformaat in de lade. Laad hetzelfde
papierformaat als de instelling voor het
papierformaat en druk daarna op [START]
( ). Het afdrukken begint.
("XXXX"geeft het papierformaat aan. De
papierlade wordt aangegeven in <*>.)
12
GEEN COMM. MET PC; CONTROLEER
KABEL
De machine is niet juist op de computer
aangesloten. Controleer de kabel (als u de
scannerfunctie gebruikt).
39
GEEN KOPIËREN VAN EEN ID-CARD
MET SPECIALE FUNCTIES
Wanneer ID-card kopiëren is geselecteerd,
kunt u Kopieën sorteren, 2-in-1 kopiëren en
de kantlijnverschuivingsfunctie niet
gebruiken.
26
28
31
Indicatie
Oorzaak en oplossing
Pagina
Lampindicator Display