Operation Manual
62
DE SCANNERFUNCTIE GEBRUIKEN
De procedure voor het plaatsen van het origineel is hetzelfde als voor het kopiëren. Zie
"NORMAAL KOPIËREN" (p.17).
SCANNEN D.M.V. DE TOETSEN OP DE MACHINE
Wanneer u scant via deze methode wordt de toepassing die in Button Manager geselecteerd
is automatisch geopend en zal het gescande beeld naar die toepassing verzonden worden.
Scannen vanaf het bedieningspaneel van machine.
1
Druk op de [MODUSKEUZE] toets voor het
selecteren van de scannermodus.
De ( ) indicator gaat branden om aan te geven dat de
machine in de scanfunctie staat.
2
Plaats het origineel. (p.17)
3
Druk op de [ ] toets ( ) of [ ] toets ( )
om de gewenste scanmenu-instelling van
Button Manager te selecteren.
4
Druk op de [START] toets ( ) om het scannen
te beginnen.
De scannerfunctie kan niet worden gebruikt in de volgende situaties:
• Wanneer er een papierstoring optreedt (papier-of origineelstoring in de
RSPF).
• Er gebruikersprogramma's worden gebruikt.
• De papierformaatlade wordt ingesteld.
• De kopieermachine wordt gebruikt in de kopieerfunctie.
• De voor- of zijklep staat open.
Druk op de [MODUSSELECTIE] toets als de machine in de kopieerfunctie staat
en deze in de scannerfunctie te zetten en de eerder ingestelde
kopieerinstellingen te wissen.
Opmerking
Opmerking
SCAN VIA:
SC1: