Operation Manual
38
 Speltype
Past de beelden van snelbewegende video games 
aan om deze helderder te maken.
Instellingen
Standaard
Optimaliseert de beeldkwaliteit voor 
standaard video games.
High motion
Zorgt voor een scherp beeld vanuit 
het oorspronkelijke langzaam 
bewegende beeld in een video 
game.
Sub pixel control 2
Maakt vloeiendere diagonale lijnen mogelijk door 
middel van gedetailleerde beheersing van de 
stippen.
Instellingen
Geavanceerd
Zorgt voor vloeiende 
diagonale lijnen door middel 
van de verwijdering van 
onregelmatigheiden.
Standaard
Zorgt voor vloeiende diagonale 
lijnen.
Uit
Geen aanpassing.
Gamma-instelling
Hiermee selecteert u het tintverschil van de heldere 
en donkere partijen van het beeld overeenkomstig 
het type programma dat wordt bekeken, uit een 
maximum van e 2 tot een minimum van f 2.
Filmmodus
Deze functie kan automatisch een bron die 
gebaseerd is op filmmateriaal (d.w.z. oorspronkelijk 
opgenomen met 24 of 25 frames per seconde, 
afhankelijk van de verticale frequentie) detecteren, 
waarna deze geanalyseerd wordt en elk beeld 
zodanig wordt weergegeven dat een beeldkwaliteit 
met hoge definitie wordt verkregen.
Instellingen
Geavanceerd
Past het effect aan om trilling van 
de filminhoud te verminderen. 
U kunt een gewenst niveau van 
trillingsvermindering van 0 tot +10 
selecteren.
Standaard
Speelt beelden terug met dezelfde 
weergavetijd voor elk frame om een 
bioscoopervaring te creëren.
Uit
Normale weergavemodus.
Actief contrast
Hiermee wordt het contrast van een beeld 
automatisch afgesteld overeenkomstig de scène 
(“Geavanceerd”, “Standaard”, “Uit”).
Ruisonderdr.
De “Ruisonderdr.” (digitale ruisonderdrukking) 
functie zorgt voor een scherper beeld (“AUTO”, 
“Hoog”, “Midden”, “Laag”, “Uit”).
OPMERKING
•  Deze functie is soms niet beschikbaar afhankelijk van 
het ingangssignaaltype.
 Bereik van OPC
Het helderheidsniveaubereik voor de automatische 
instellingen van de OPC-sensor kan naar eigen 
voorkeur worden ingesteld. Het bereik van de OPC-
sensor kan op maximaal e 16 en op minimaal f 16 
worden ingesteld.
OPMERKING
•  Deze functie is alleen beschikbaar wanneer het 
onderdeel “OPC” op “Aan” of “Aan:Display” is ingesteld.
•  De maximuminstellling kan niet op een lager getal dan 
de minimuminstelling worden ingesteld.
•  De minimuminstellling kan niet op een hoger getal dan 
de maximuminstelling worden ingesteld.
•  De maximum- en minimuminstellingen kunnen niet op 
hetzelfde getal worden ingesteld.
•  Afhankelijk van de helderheid van het omgevingslicht is 
het mogelijk dat de OPC-sensor niet werkt wanneer het 
instelbereik erg klein is.
Basisinstelling










