Operation Manual

18 Beginnen
7. / / / :
Geeft de tekstinvoermodus aan (alleen
eerste letter een hoofdletter/alle letters
hoofdletters/alle letters kleine letters/
numerieke modus).
8.
: Verschijnt wanneer “Doorschakelen”
(p. 148) ingesteld is op “Alle oproepen”.
9. : Verschijnt wanneer Postvak UIT
MMS-berichten bevat waarvan de
verzending is mislukt.
10. / : Verschijnt tijdens weergave van een
beveiligde WAP-browser.
11. : Verschijnt tijdens een gesprek.
12. / : Verschijnt wanneer de WAP- of
MMS-communicatie in de CSD- of
GPRS-modus staat.
13. : Geeft de batterijstatus aan.
14.
: Verschijnt wanneer uw telefoon buiten
uw netwerk aan het “roamen” is.
15.
: Verschijnt wanneer “Volume belsignaal”
(p. 125) ingesteld is op “Stil”.
16. : Verschijnt wanneer het trilalarm
(p. 126) is ingesteld.
17. : Verschijnt wanneer de gegevenskabel
op uw telefoon is aangesloten.
18. / : Verschijnt wanneer “Infrarood” aan
is/tijdens verbinding.
19. : Verschijnt wanneer uw telefoon in de
modus voor datacommunicatie staat.
20. : Verschijnt wanneer uw telefoon in de
modus voor faxcommunicatie staat.
21. : Verschijnt wanneer er een
voicemailbericht opgeslagen is.
22. : Verschijnt wanneer het alarm is
ingesteld.
Displaytoets-indicators
Om de aangegeven bewerking uit te voeren, moet de
corresponderende toets worden ingedrukt.
23. Gebied aan de linkeronderzijde van het scherm:
Toont de bewerking die wordt
uitgevoerd door de linkerdisplaytoets.