Operation Manual

162 Instellingen
4.
Voer een nieuwe toestelcode in, en druk vervolgens op .
5. Voer de nieuwe toestelcode nogmaals in, en druk
vervolgens op .
Als u een andere code invoert dan u bij stap 5 heeft
opgegeven, dan keert het scherm terug naar stap 4.
Voer dan nogmaals de juiste code in.
De PIN2-code wijzigen
De PIN2-code wordt gebruikt om bepaalde functies in
de telefoon te beveiligen, zoals de beperkte telefoonlijst
en limieten voor gesprekskosten. Hierna wordt
uitgelegd hoe u de PIN2-code kunt wijzigen.
1. Voer stap 1 t/m 3 uit onder “De PIN-code
inschakelen/uitschakelen” op pagina 160.
2. Druk op of om “PIN2 wijzigen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3. Voer de bestaande PIN2-code in, en druk
vervolgens op .
4. Voer een nieuwe PIN2-code in, en druk vervolgens
op .
5. Voer de nieuwe PIN2-code nogmaals in, en druk
vervolgens op .
Als u een andere code invoert dan u bij stap 5 heeft
opgegeven, dan keert het scherm terug naar stap 4.
Voer dan nogmaals de juiste code in.
6. Druk op .
Oproepen blokkeren
Met deze functie kunt u beperkingen opleggen aan
inkomende en uitgaande gesprekken. Om oproepen te
blokkeren, heeft u een oproepblokkeringswachtwoord
nodig. Dit kan worden geleverd door uw netwerkoperator.
1. Druk op om het hoofdmenu op te roepen.
2. Druk op , , of om “Instellingen” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
3.
Druk op of om “Beveiliging” te selecteren, en
druk vervolgens op om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op of om “Oproepen blokkeren” te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
5. Druk op of om de blokkeringsoptie te
selecteren, en druk vervolgens op om uw keuze
te bevestigen.
Blokkering kan gelden voor:
“Intern. gesprekken”: Blokkeert alle uitgaande
internationale gesprekken.
“Intern. uitgez. thuis”: Blokkeert alle uitgaande
internationale gesprekken
behalve naar het land waar u
woont.
(M 9-8-3)
(M 9-8-4)