Operation Manual
Instellingen 93
4. Druk op a (of d) om het volume van het belsignaal te
verhogen of druk op b (of c) om het volume te
verlagen, en druk vervolgens op .
Om “Oplopend” te selecteren, drukt u bij niveau 5 op
a
(of
d
).
Om
“
Stil
”
te selecteren, drukt u bij niveau 1 op b (of
c).
Ringtone kiezen
U kunt de ringtone kiezen uit 28 tonen, inclusief 5 patronen,
3 meldingen, 10 geluidseffecten en 10 melodieën. U kunt als
standaardringtone ook een geluid selecteren in de Opgeslagen
ringtones, behalve het AMR- of WAVE-formaat.
“Instellingen”
→
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Ringtone toewijzen”.
4. Selecteer “Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”.
5. Selecteer de ringtone die u wilt gebruiken.
Om de demo af te spelen, drukt u op . Om met
afspelen te stoppen, drukt u opnieuw op .
6. Druk op [Opties] en selecteer “Selecteren”.
Opmerking
• Als u een ringtone verwijdert die een geluid gebruikt uit
Opgeslagen ringtones, wordt de standaardringtone
geselecteerd.
Trilalarm
Wanneer het trilalarm is ingeschakeld, gaat de telefoon bij
inkomende gesprekken trillen, ongeacht de instellingen van
het belsignaalvolume en de toon.
“Instellingen”
→
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Trilalarm”.
4. Selecteer “Aan”, “Uit” of “Trillen&Geluid”.
Tip
• Wanneer bij stap 4 de optie “Trillen&Geluid” wordt
geselecteerd, worden de tijdpulsen van het trilalarm
gesynchroniseerd met de door u geselecteerde ringtone.
Houd er rekening mee dat niet alle ringtones de optie
“Trillen&Geluid” ondersteunen. Als u een dergelijke
ringtone selecteert, is alleen met de optie “Aan” bij stap
4 de trilfunctie mogelijk.
• Als u bij stap 4 “Aan” of “Trillen&Geluid” selecteert,
wordt op het standby-scherm “ ” weergegeven.