Operation Manual
Camera 37
Een zelfportret maken
Om een zelfportret te maken, houdt u de telefoon op een
afstand van ten minste 40 cm zo vast dat de spiegel naar u
gericht is. Druk op of op de Camera-toets om de foto te
maken.
De zoomfunctie gebruiken
Druk op c of d om de zoomverhouding te wijzigen.
Indicators voor de zoomverhouding
: Vergroting.
Opmerking
• Wanneer “Afbeeld.formaat” op “K” ingesteld is,
bestaat de zoomfunctie uit 3 vergrotingen (
×
1,
×
2,
×
4).
• Wanneer “Afbeeld.formaat” op “M” ingesteld is,
bestaat de zoomfunctie uit 2 vergrotingen (
×
1,
×
2).
Het afbeeldingsformaat selecteren
“Camera”
→
“Foto maken”
→
[Opties]
→
“Afbeeld.formaat”
1. Selecteer het gewenste afbeeldingsformaat.
De beeldkwaliteit selecteren
“Camera”
→
“Foto maken”
→
[Opties]
→
“Beeldkwaliteit”
1. Selecteer “Normaal” of “Fijn”.
Indicators voor de beeldkwaliteit
:Fijn
: Normaal
De beeldstabilisatiemodus selecteren
“Camera”
→
“Foto maken”
→
[Opties]
→
“Beeld
stabilisatie”
1. Selecteer “Modus 1: 50Hz” of “Modus 2: 60Hz”.
Opmerking
• Op het beeld kunnen vanwege de lichtbron verticale
strepen voorkomen. Kies een andere
beeldstabilisatiemodus om dit te herstellen.
• De digitale camera maakt gebruik van een C-MOS
sensor. Hoewel deze camera van hoge kwaliteit is,
kunnen sommige foto’s te helder of te donker zijn.
• Als de telefoon lange tijd op een warme plaats heeft
gelegen voordat u foto’s ging maken of registreren, kan
de fotokwaliteit matig zijn.