Operation Manual

120
b
Programmeren
Dit hoofdstuk legt u uit hoe diverse items te programmeren.
Voordat u met programmeren begint, drukt u op de
m
-toets en kiest u de PGM1-, PGM2-, AUTO KEY-,
SD CARD- of iSDC-modus in het scherm voor modusselectie, afhankelijk van het item dat u gaat
programmeren.
Basisinstructies
Deze paragraaf toont met een voorbeeld van programmering voor afdelingen, de basisprogrammering.
Programmeringsscherm
Scherm openen: Als u de PGM1- of PGM2-modus selecteert, toont uw display een openingsscherm voor
programmering die overeenkomt met de door u geselecteerde modus.
De modus waarin u zich bevindt
(In PGM2)
Programmeermenu: Gebruik de cursortoetsen of de numerieke
toetsen om een optie te kiezen en druk op
de toets
E
.
Numerieke invoer en gedeelte voor statusinformatie
Scherm voor codeselectie (afd.PLU):
Geselecteerd menu/optie
Codenummer met beschrijving
(Voor PLU/EAN worden twee regels gebruikt voor één code,
bovenste regel - code, onderste regel - beschrijving.)
Gebruik de cursortoetsen of de numerieke toetsen om een optie
te kiezen en druk op de toets
E
.
Numerieke invoer en gedeelte voor statusinformatie
Programmeringsscherm:
Geselecteerde code
Items instellen:
Gebruik de cursortoetsen om een item te selecteren.
Om een optie te selecteren, volgt u onderstaande aanwijzing.
Numerieke invoer: gebruik de numerieke toetsen
Tekeninvoer: gebruik de lettertoetsen
Selectieve invoer: Druk op de toets
P
om tussen opties te
schakelen of druk op de toets
s
om de
lijst met opties weer te geven. Gebruik de
cursortoetsen om de cursor te verplaatsen en
druk op de toets
s
of
E
om te selecteren.