Operation Manual

35
Instellingen
q
INSTELLINGEN
AUDIO-VIDEO INSTELLINGEN
BLDVERHOUDING VAN TV
Hier kunt u de beeldverhouding van de aangesloten TV
instellen en de video-uitgang afstellen.
Als u een andere TV hebt (omdat u bijvoorbeeld een nieuwe
hebt gekocht) en de beeldverhouding van de aangesloten
TV niet meer juist is, moet u de “BLDVERHOUDING VAN TV”
instelling veranderen.
BR.BLD 16:9: Selecteer deze instelling bij gebruik van een TV
met een beeldverhouding van 16:9.
NORM. 4:3: Selecteer deze instelling bij gebruik van een TV met
een beeldverhouding van 4:3.
<Wanneer NORM. 4:3 is ingesteld>
LETTERBOX:
Als u het apparaat op een TV aansluit met een
beeldverhouding van 4:3 en dan een DVD met 16:9 beeld
afspeelt, zullen er zwarte balken boven en onder op het scherm
zijn terwijl de beeldverhouding van 16:9 gehandhaafd blijft.
PAN-SCAN:
Als u het apparaat op een TV aansluit met een
beeldverhouding van 4:3 en dan een DVD met 16:9 beeld afspeelt,
zullen de linker en rechter zijrand van het beeld worden afgesneden
voor weergave van een beeld met een beeldverhouding van 4:3.
(Deze functie werkt alleen als de disc bedoeld is voor 4:3PS.)
COMP. VIDEO-UITGANG
Hier kunt u de resolutie instellen van de componentvideo-uitgang.
Sommige TV’s zijn niet volledig compatibel met de Blu-ray disc-
speler, wat kan resulteren in beeldvervorming. In dit geval drukt
u COMPONENT RESET op de afstandsbediening gedurende
vijf seconden in. De componentvideo-uitgang komt op 576/480i
te staan (dit is de fabrieksinstelling).
1080i, 720p, 576/480p, 576/480i
LET OP
De HDMI-uitgang en de componentvideo-uitgang kunnen niet tegelijk
worden gebruikt.
HDMI VIDEO-UITGANG
Hier kunt u de resolutie instellen van de HDMI-video-uitgang.
AUTOM, 1080p, 1080i, 720p, 576/480p
JA, NEE
SECUNDAIRE AUDIO
Hiermee schakelt u het klikgeluid op het menu en de audio
met secundaire video in de beeld-in-beeld modus voor BD-
video in en uit.
Selecteer “UIT” om te genieten van de hoogwaardige
geluidskwaliteit van BD-video.
AAN, UIT
AUDIO-UITGANG
U kunt AUDIO-UITGANG instellen wanneer er SURROUND
apparatuur is aangesloten.
Hiermee wordt de audio-uitgang ingesteld die
met de SURROUND apparatuur is verbonden.
1
HDMI-UITGANG: Selecteer deze instelling wanneer de
apparatuur op de HDMI OUT aansluiting is aangesloten.
DIGITALE UITGANG:
Selecteer deze instelling wanneer de apparatuur
op de DIGITAL AUDIO OUT aansluiting (OPTICAL) is aangesloten.
2ch AUDIO UITGANG: Selecteer deze instelling wanneer u geen
SURROUND apparatuur gebruikt.
BITSTREAM:
PCM (SURROUND):
U kunt de audio-uitgangsmodus voor elke
uitgangsaansluiting instellen.
Hiermee stelt u de audio-uitgangsmodus in voor de
HDMI OUT aansluiting wanneer HDMI-UITGANG is
geselecteerd.
OPMERKING
Wanneer de secundaire audio op “AAN” is ingesteld, zal automatisch
PCM als de audio-uitgangsmodus worden geselecteerd.
2
1
LET OP
De HDMI-uitgang en de componentvideo-uitgang kunnen niet
tegelijk worden gebruikt.
OPMERKING
Als de BD-speler op een 1080p 24 Hz compatibele TV is aangesloten en
HDMI VIDEO-UITGANG staat op AUTOM, zal automatisch 1080p 24 Hz
worden weergegeven wanneer compatibele discs worden afgespeeld.
Op dat moment is er geen uitvoer via de COMPONENT VIDEO
OUT aansluitingen en VIDEO uitgangsaansluiting.
BITSTREAM:
PCM:
OPMERKING
Zie blz. 37 voor verdere informatie over de uitvoer van de volgende
generatie audioformaten.
MPEG-audio wordt alleen als PCM (STEREO) 48 kHz uitgevoerd.
Hiermee stelt u de audio-uitgangsmodus in voor
DIGITAL AUDIO OUT (OPTICAL aansluiting) wanneer
DIGITALE UITGANG is geselecteerd.
2
AUTO. HDMI DETECTIE
Deze functie maakt het mogelijk om de video-uitvoer
automatisch naar HDMI over te schakelen wanneer de speler
een TV waarneemt die met een HDMI-kabel is aangesloten.
Instellingen
Instellingen
Instellingen
Instellingen
Instellingen
Instellingen
Instellingen
Instellingen
Selecteer deze instelling wanneer HDMI-
apparatuur met een ingebouwde decoder
voor DOLBY DIGITAL, enz. is aangesloten.
Bij de BITSTREAM instelling wordt elk
audiosignaal via BITSTREAM uitgevoerd.
Selecteer deze instelling wanneer multikanaals
HDMI-apparatuur is aangesloten.
Bij de PCM (SURROUND) instelling wordt
er LINEAIR PCM uitgevoerd via decoderen
van de audiosignalen die in elke audio-
uitgangsmodus zijn opgenomen, zoals
DOLBY DIGITAL en DTS.
Instellingen
Selecteer deze instelling wanneer
SURROUND apparatuur met een
ingebouwde decoder voor DOLBY
DIGITAL, enz. is aangesloten.
Bij de BITSTREAM instelling wordt elk
audiosignaal via BITSTREAM uitgevoerd.
Selecteer deze instelling wanneer 2-kanaals
stereo audio-apparatuur is aangesloten.
Bij de PCM instelling wordt het
audiosignaal omgezet in PCM 2-kanaals
audio en dan uitgevoerd.
BD-HP21S_nl.indd 35BD-HP21S_nl.indd 35 2008/08/01 17:30:342008/08/01 17:30:34