Operation Manual

Beeldverwerking
Tijdens het scannen en faxen kunnen er kleine stippen op het document terechtkomen die de beeldkwaliteit
verminderen. De optie Stippen verwijderen verwijdert de stippen elektronisch.
U kunt met de optie Pagina rechtzetten in het menu Extra een beeld uitlijnen dat scheef staat ten opzichte
van de achtergrondpagina. Nadat u een referentielijn op het afgebeelde document hebt getekend, draait het
programma het beeld aan de hand van deze referentielijn.
U kunt een gedeelte van het actieve beeld afsnijden, of u kunt het programma automatisch de randen ervan
laten afknippen.
De Imaging-software gebruiken
Dit hoofdstuk behandelt een aantal fundamentele bewerkingen met de toepassing Imaging. Raadpleeg de
on line Help voor meer informatie.
Sharpdesk Imaging starten
U start Sharpdesk Imaging als volgt:
1. Klik op de knop Start.
2. Wijs achtereenvolgens naar Programma’s en Sharpdesk en kies Sharp Imaging.
N.B.: Als u de voorbeeldbestanden gebruikt die met Sharpdesk zijn geïnstalleerd om te leren werken met
de Imaging-opties, zijn de originele versies van deze bestanden altijd beschikbaar op uw installatie-CD.
Beelddocumenten zoeken
U kunt eigenschappen zoals Auteur, Trefwoorden, Opmerkingen, Titel en Onderwerp toewijzen aan uw
afbeeldingen om ze later gemakkelijker terug te vinden…
Eigenschappen instellen
U wijst als volgt een eigenschap toe aan een beelddocument (in het volgende voorbeeld wordt een
voorbeeldbestand gebruikt dat met Sharpdesk geïnstalleerd is).
1. Kies Openen in het menu Bestand.
2. Ga naar de map waarin u Sharpdesk Imaging hebt geïnstalleerd. (De standaardlocatie is
C:\Program\Sharp\Sharpdesk\Imaging).
3. Open de map Samples.
4. Dubbelklik op het bestand HQ.TIF of markeer het en klik op Openen.
5. Kies Eigenschappen in het menu Bestand. Het venster Eigenschappen verschijnt.
6. Klik op de tab Samenvatting.
74 Handleiding voor Sharpdesk