Operation Manual

24
KOPIËREN
NORMAAL KOPIËREN
De basiskopieerprocedure wordt hieronder beschreven.
Beeldverlies (max. 4 mm) kan zich voordoen langs de voor- en achterrand van de kopieën.
Bovendien kan beeldverlies (max. 3 mm in totaal) zich voordoen langs de overige randen van de
kopieën.
OPMERKING:
Wanneer de accountregeling van dit kopieerapparaat in gebruik is, voert u een 5-cijferig
accountnummer is. Zie blz. 20.
1
Plaats een origineel met de te kopiëren kant naar beneden gericht op
de glasplaat en lijn het origineel uit met de
origineelformaatmarkeringen.
Het vastgestelde origineelformaat wordt op het display afgebeeld.
OPMERKING:
Als het origineelformaat kan niet worden vastgesteld, kunt u het origineelformaat als volgt
invoeren. Druk op de SPECIALE FUNCTIE-toets. Druk op de en toetsen om "ORG. FORM.
INV." te kiezen en druk vervolgens op de OK-toets. Druk op de en toetsen om "AB" of
"INCH" te kiezen en druk op de en toetsen om het gewenste origineelformaat te kiezen. Druk
op de OK-toets.
2
Sluit de origineelklep.
Papier van hetzelfde formaat als het origineel zal automatisch worden gekozen als de
automatische-papierkeuzefunctie is ingesteld. Om op papier van een ander formaat te
kopiëren, drukt u op de PAPIERFORMAAT-toets.
U kunt kopieerpapier met een andere plaatsingsrichting kiezen als de automatische-
papierkeuze-functie of the auto image-functie is gekozen. In dat geval zal het beeld van
het origineel worden geroteerd en gekopieerd. Zie blz. 35
KEY-OPERATOR De automatische-papierkeuzefunctie kan worden uitgeschakeld met
behulp van een key-operator-programma. Wanneer deze functie is uitgeschakeld,
gebruikt u de PAPIERFORMAAT-toets om de gewenste papierlade te kiezen. Zie blz.
134.
SPECIALE FUNCTIE
SPECIAL MODES
ORIG. FORM. INV.
INGEST PAP FORM
CONTRAST DISPLAY
ORG. FORM. INV.
AB
A3
B4
A4