Operation Manual

NAAM EN FUNCTIE VAN DE ONDERDELEN
14
ALVORENS TE BEGINNEN
Bedieningspaneel
KOPIEËN-toets en -indicator (blz. 76, 84)
Druk op deze toets om de KOPIEËN-modus te
kiezen.
Houd deze toets ingedrukt in de wachtstand of
tijdens het opwarmen om het totaalaantal
uitgevoerde vellen en de resterende
hoeveelheid toner af te beelden.
Modustoetsen en -indicators
Druk op deze toetsen als de betreffende
optionele apparatuur zijn geïnstalleerd.
Display
Hierop wordt informatie voor de gebruiker
afgebeeld.
RUG-toets
Druk op deze toets om het display terug te laten
gaan naar het voorgaande scherm.
Informatietoets ( ) (blz. 66)
Druk op deze toets voor een gedetailleerde
beschrijving wanneer in de rechterbovenhoek
van het display wordt afgebeeld.
TAAKSTATUS-toets (blz. 19)
Druk op deze toets om de instellingen van
gekozen functies of de status van
gereserveerde uitvoeropdrachten te
controleren.
OK-toets
Druk op deze toets om de gekozen instelling of
de ingevoerde gegevens te bevestigen.
Kopie-aantal-display
Dit geeft het opgegeven aantal te maken
kopieën aan in de wachtstand en geeft het
aantal nog te maken kopieën aan tijdens het
kopiëren.
Cijfertoetsen
Druk op deze toetsen om het aantal te maken
kopieën in te voeren.
ONDERBREKING-toets en indicator ( )
(blz. 39)
Druk op deze toets om een kopieeropdracht te
onderbreken.
WIS ALLES-toets (CA) (blz. 17)
Wist alle gekozen instellingen en stelt het
kopieerapparaat terug op de standaard-
instellingen.
START-toets en indicator ( )
Kopiëren is mogelijk wanneer deze indicator
oplicht.
Druk op deze toets om met het kopiëren te
beginnen.
BELICHTING-toets (blz. 29)
Druk op deze toets om een belichtingsfunctie te
kiezen: AUTO, TEXT, TEXT/PHOTO, PHOTO
of SUPER PHOTO.
PAPIERFORMAAT-toets (blz. 24)
Druk op deze toets om een papierlade te kiezen.
KOPIEERFACTOR-toets (blz. 33)
Druk op deze toets om een verkleiningsfactor of
een vergrotingsfactor te kiezen.