Operation Manual

AFWERKINGSEENHEID
3-11
3
Nietapparaat controleren
Wanneer de melding "CONTROLEEN NIETAPPARAAT" of "CONTROLEER NIETPOSITIE OF NIETSTORING"
verschijnt, volgt u de procedure hieronder.
1
Open de afwerkingscompiler.
Maak de klink los om de
compiler van de
afwerkingseenheid te
openen.
2
Verwijder het vastgelopen papier uit de
compiler van de nieteenheid.
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
3
Open de afwerkingscompiler.
4
Open de voorplaat van de afwerkingseenheid.
5
Draai het nietapparaat met de bovenzijde naar boven.
6
Trek aan de ontgrendelingshendel voor de
nietjesbak en verwijder de bak.
7
Zet de hefboom aan het einde van de
nietjesbox omhoog.
Verwijder het eerste nietje
wanneer dit gebogen is.
Wanneer er gebogen
nietjes achterblijven, zullen
deze weer vastlopen.
8
Zet de hefboom terug in de originele positie.
9
Plaats de nietjesbox terug.
Duw de nietjesbox erin
totdat deze op zijn plaats
vastklikt.
10
Terwijl u de ontgrendelingshendel van het
nietapparaat naar links duwt, draait het
nietapparaat met de bovenkant naar onderen.
Wanneer u de nietjesbak
weer terug plaatst, duwt
u deze zo ver totdat hij
op zijn plaats vastklikt
e..
11
Sluit de voorplaat.
OPMERKING
Maak een testprint of -kopie in de modus nieten en
sorteren om te controleren of het nieten correct
wordt uitgevoerd.