Operation Manual

7-28
PROBLEEMOPLOSSING
Dit onderdeel behandelt de problemen die zich voor kunnen doen tijdens het gebruik van de documentarchivering. Raadpleeg de
onderstaande tabel bij problemen. Raadpleeg de probleemoplossing van de bijbehorende handleidingen voor informatie over
algemene problemen met de machine of problemen met, de printer, de fax of netwerkscanner.
Probleem Controlepunten Oorzaak en oplossing
Een opgeslagen bestand
is verdwenen.
Werd het bestand opgeroepen en afgedrukt via
de [GEGEVENS AFDRK. EN VERWIJDEREN]
toets?
Een bestand dat wordt afgedrukt via
[GEGEVENS AFDRK. EN VERWIJDEREN]
wordt automatisch gewist nadat het is afgedrukt.
Gebruik de [AFDRUKKEN EN GEGEVENS
OPSLAAN] toets om een bestand af te drukken
zonder deze te wissen.
Een bestand kan niet
worden gewist.
Is de eigenschap van het bestand ingesteld op
[BEVEILIGEN]?
Als de eigenschap van een bestand is ingesteld
op [BEVEILIGEN] kan het bestand niet worden
gewist. Wijzig de eigenschap in [DELEN] en
verwijder vervolgens het bestand.
Een eigenschap van
het bestand kan niet
worden ingesteld op
[VERTROUWELIJK].
Is het bestand opgeslagen in de hoofdmap of
aangepaste map?
Een bestand dat is opgeslagen in de Snelmap kan
niet worden ingesteld op [VERTROUWELIJK].
Verplaats het bestand naar een andere map of stel
de eigenschap in op [BEVEILIGEN].
Een eigenschap van
het bestand kan niet
worden ingesteld op
[BEVEILIGEN].
Is de eigenschap van het bestand ingesteld op
[VERTROUWELIJK]?
Een eigenschap van het bestand kan niet worden
ingesteld op zowel [VERTROUWELIJK] als
[BEVEILIGEN]. Gebruik [EIGENSCH.
WIJZIGEN] (pagina 7-18) om de eigenschap te
wijzigen in [BEVEILIGEN] als deze op
[VERTROUWELIJK] staat.
Een bestandsnaam in de
Snelmap is afgebroken.
Is de naam geprogrammeerd in de geavanceerde
verzendinstellingen?
Als de bestandsnaam werd geprogrammeerd in
de geavanceerde verzendinstellingen voordat het
bestand werd opgeslagen in de Snelmap, zal de
eerste bestandsnaam worden gebruikt. Als de
bestandsnaam echter langer is dan de in de
SNELMAP maximaal toegestane lengte (30
karakters), zullen de overtollige karakters worden
verwijderd.
Het instellen van de
resolutie is niet
mogelijk.
Is het bestand opgeslagen op een lage resolutie? Een opgeslagen bestand kan niet worden
verzonden op een hogere resolutie dan de
resolutie waarmee het bestand werd opgeslagen.
Een bestandsnaam
kan niet worden
geprogrammeerd of
gewijzigd.
Bevat de bestandsnaam verboden karakters? Sommige karakters (symbolen) kunnen niet
worden gebruikt in bestandsnamen. Zie
"KARAKTERS INVOEREN" (het invoeren van
nummers en symbolen) op pagina 7-26.
Een aangepaste
mapnaam kan niet
worden
geprogrammeerd of
gewijzigd.
Bevat de mapnaam verboden karakters? Sommige karakters (symbolen) kunnen niet
worden gebruikt in mapnamen. Zie
"KARAKTERS INVOEREN" (het invoeren van
nummers en symbolen) op pagina 7-26.
De afdruksnelheid van
een opgeslagen
bestand is langzaam.
Het bestand werd opgeslagen door middel van
een van de volgende resolutie-instellingen:
200 x 200 dpi resolutie
STANDAARD (200 x 100 dpi) of FIJN (200 x 200 dpi)
Wanneer een bestand opgeslagen is door middel
van één van de resolutie-instellingen links, zal de
afdruksnelheid langzamer zijn dan wanneer
andere resolutie-instellingen gebruikt zijn.
Er verschijnen zwarte
stippen wanneer een
bestand,
dat is
opgeslagen met de functie
documentarchivering,
wordt afgedrukt.
Is het bestand opgeslagen op een andere
resolutie dan de onderstaande?
600 x 600 dpi
600 x 600 dpi en HALFTOON
Druk op de [DETAILS] toets in stap 5 op pagina 7-16
om de resolutie van het opgeslagen bestand te
bekijken.
Dit probleem kan worden verminderd door de
resolutie in te stellen op 600x600dpi wanneer u
een bestand opslaat met scan opslaan.
Dit probleem kan nog verder worden verminderd
door HALFTOON te selecteren nadat u de
resolutie hebt ingesteld op 600x600dpi. Hierdoor
worden de afbeeldingen lichter afgedrukt.