Operation Manual
KARAKTERS INVOEREN
7-27
7
■ Het invoeren van getallen en symbolen
1
Tip op de [AB/ab 12#$%] toets.
Wanneer de karakters "12#$%" zijn gemarkeerd, is
de nummer/symbool invoermodus geselecteerd.
2
Voer het gewenste nummer of symbool in.
De volgende nummers en symbolen kunnen
worden ingevoerd:
Scherm 1/2
Scherm 2/2
* Wissel van scherm door op de toets of
toets in het scherm te tippen. Tip op de toets
om de cursor ( ) één spatie terug te
verplaatsen en voer vervolgens het correcte
karakter in wanneer u een fout maakt.
U kunt doorgaan met het intoetsen van toetsen
om karakters in te voeren. U kunt ook op een
selectietoets voor een ander karaktertype
toetsen ([ ÃÄÂ/ãäâ] toets of [AB/ab
12#$%] toets) om andere karakters dan
nummers en symbolen in te voeren.
3
Tip op de [OK] toets wanneer u klaar bent
met het invoeren van de karakters.
U verlaat het karakter invoerscherm en keert terug
naar het programmeerscherm. Als u op de
[ANNULEREN] toets tipt, keert u terug naar het
programmeerscherm zonder de ingevoerde
karakters op te slaan.
ADRESNAAM
SPATIE
ANNULEREN
ADRESNAAM
SPATIE
ANNULEREN
ADRESNAAM
SPATIE
ANNULEREN
OPMERKING
De volgende symbolen kunnen niet worden gebruikt
in een bestandsnaam of mapnaam.
1&1
ADRESNAAM
SPATIE
ANNULEREN
:::
\?/";:,
<>! * |&#