n kopieerder) AR-M351N/AR-M451N MODEL AR-M351N AR-M451N LASER PRINTER LASER PRINTER GEBRUIKSAANWIJZING (algemene informatie en werking van kopieerder) Pagina DEEL 1: ALGEMENE INFORMATIE • VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN • DE MACHINE BEHEREN • RANDAPPARATUUR 1-1 2-1 3-1 DEEL 2: KOPIEERBEDIENING • HET MAKEN VAN KOPIEËN • HANDIGE KOPIEERFUNCTIES • MACHINE-ONDERHOUD (VOOR KOPIËREN) • DOCUMENTARCHIVERING • TECHNISCHE SPECIFICATIES 4-1 5-1 6-1 7-1 8-1
In sommige gebieden zijn de posities van de "POWER" (AAN/UIT) schakelaar op de kopieerder gemarkeerd met "I" en " " in plaats van met "ON" (AAN) en "OFF" (UIT). Het symbool " " geeft aan dat de kopieerder niet volledig uitgeschakeld is, maar in een stand-by toestand staat op deze positie van de "POWER" (AAN/UIT) schakelaar. Indien uw kopieerder zodanig gemarkeerd is, lees dan "I" voor "ON" (AAN) en " " voor "OFF" (UIT).
Deel 1: Algemene informatie
OPMERKINGEN ● Er werd bijzonder zorgvuldig te werk gegaan bij het samenstellen van deze gebruiksaanwijzing. Indien u opmerkingen of zorgen heeft over de gebruiksaanwijzing, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde SHARP serviceafdeling. ● Dit product was onderhevig aan een strenge kwaliteitscontrole en inspectieprocedures. Wanneer er niettemin een defect of een ander probleem wordt ontdekt, neem dan contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde SHARP serviceafdeling.
INSTALLATIE-EISEN Onjuiste installatie kan leiden tot schade aan de machine. Volg de onderstaande aanwijzingen tijdens installatie of verplaatsing van de machine. 1.De kopieermachine moet in de nabijheid van een toegankelijk stopcontact worden geïnstalleerd voor een gemakkelijke aansluiting. 2.Zorg ervoor dat de voedingskabel uitsluitend wordt aangesloten op een stopcontact dat voldoet aan de gespecificeerde stroom- en voltagevereisten. Zorg er ook voor dat het stopcontact goed is geaard.
WAARSCHUWINGEN 1. Raak de fotogeleidende drum niet aan. Krassen of vlekken op de drum kunnen leiden tot vlekkerige afdrukken. 2. De fuseereenheid is zeer heet. Wees voorzichtig in dit gebied. 3. Kijk niet direct in de lichtbron. Dit kan uw ogen beschadigen. 4.Er worden vijf afstellingen geleverd op alle optionele rek-/papierlade-eenheden. Deze afstellingen moeten omlaag worden gebracht totdat deze de vloer raken.
WAARSCHUWINGEN Informatie over de laser Golflengte Impulstijden Uitgangsvermogen 785 nm +10 nm -15 nm Noord-Amerika: 35 cpm model: (4.1 µs ± 4.1 ns)/7 mm 45 cpm model: (5.7 µs ± 5.7 ns)/7 mm Europa: 35 cpm model: (3.8 µs ± 3.8 ns)/7 mm 45 cpm model: (4.4 µs ± 4.4 ns)/7 mm 0.2 mW - 0.4 mW Op de productielijn wordt het uitgangsvermogen van de scannereenheid aangepast naar 0,4 MILLIWATT PLUS 8 % en wordt constant gehouden door de werking van de automatische faseregeling (APC).
INHOUD Pagina PRODUCT CONFIGURATIES ..................................... 0-1 GEBRUIKSAANWIJZINGEN........................................ 0-1 INSTALLATIE-EISEN ................................................... 0-2 WAARSCHUWINGEN.................................................. 0-3 ● Informatie over de laser........................................ 0-4 INHOUD ....................................................................... 0-5 HOOFDSTUK 1 VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN INLEIDING .............
INHOUD HOOFDSTUK 5 HANDIGE KOPIEERFUNCTIES HOOFDSTUK 8 TECHNISCHE SPECIFICATIES SPECIALE FUNCTIES .................................................5-2 ● Algemene procedure voor het gebruik van de speciale functies ..................................................................5-2 ● Kantlijnverschuiving ..............................................5-3 ● Wissen..................................................................5-4 ● Boekkopie (Kopie van dubbele pagina) ................5-5 ● Inbindkopie .
HOOFDSTUK 1 VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN Dit hoofdstuk bevat belangrijke basisinformatie die moet worden gelezen voordat de machine wordt gebruikt. Pagina INLEIDING .............................................................................................. 1-2 HOOFDKENMERKEN ............................................................................ 1-3 ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES......................................... 1-9 ● Buitenkant ......................................................
INLEIDING Dank u voor de aankoop van een SHARP digitale multifunctionele kopieermachine. Lees voor het gebruik van de machine aandachtig de handleiding. Lees in het bijzonder "INSTALLATIE-EISEN" voordat u deze machine gebruikt. Houd deze handleiding bij de hand als referentie. Deze gebruiksaanwijzing bevat algemene informatie over het gebruik van de machine, zoals regelmatig onderhoud en procedures voor het laden van papier en het oplossen van papierstoringen.
HOOFDKENMERKEN De digitale multifunctionele kopieermachine kan een groot aantal functies uitvoeren. Deze pagina bevat een beschrijving van de kopieerfuncties. Zie pagina 1-3 ● Werkprogramma's Zie pagina 1-6 ● Sorteermodus ● Groepeermodus Zie pagina 1-3 ● Spiegelbeeld Zie pagina 1-6 ● Dubbelzijdig kopiëren Zie pagina 1-3 ● Z/W omgekeerd Zie pagina 1-6 ● Datum Zie pagina 1-6 (Wanneer de duplexmodule is geïnstalleerd.
HOOFDKENMERKEN Verkleining/Vergroting Zie pagina 4-15 Kopieën kunnen worden verkleind of vergroot in het gewenste formaat. Wissen Zie pagina 5-4 Schaduwen rondom de kantlijnen van kopieën vanaf boeken of dikke originelen kunnen worden gewist. Origineel Origineel Kopieren Kopieren Rand wissen Midden Wissen Vergroting Verkleining Rand+Midden wissen XY-Zoom Zie pagina 4-18 Afzonderlijke kopieerfactorinstellingen kunnen worden geselecteerd voor de lengte en de breedte van de kopie..
HOOFDKENMERKEN Opdracht samenstelling Zie pagina 5-8 Wanneer u een groot aantal originelen hebt, kunnen de pagina's in verschillende sets worden gescand.. Transparant-insteekvel Zie pagina 5-22 Insteekvellen kunnen automatisch ingevoegd tussen transparante vellen. worden Originelen (1-zijdig) Kopieren 1 Originelen (2-zijdig) 100 vellen 50 vellen Tandemkopie 50 vellen Zie pagina 5-9 Twee machines kunnen worden gebruikt om een grote kopieeropdracht tegelijkertijd af te werken.
HOOFDKENMERKEN Kaart Formaat Zie pagina 5-26 De voor- en achterzijde van een briefkaart kan op een vel papier worden gekopieerd. Deze functie is handig bij het maken van kopieën voor certificatiedoeleinden en bespaart papier. Origineel Z/W omgekeerd Wit en zwart kunnen worden omgekeerd op een kopie om een negatief te creëren.
HOOFDKENMERKEN Paginanummering Zie pagina 5-34 Paginanummers kunnen worden toegevoegd aan de kopieën. Staffelmodus Zie pagina 3-8 Elke uitvoerset kan lichtelijk worden verschoven ten opzichte van de andere sets om het verdelen te vergemakkelijken. Staffelmodus 1 Niet-staffelmodus *Wanneer de afwerkingseenheid of de zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd. Tekst Zie pagina 5-38 Ingevoerde tekst kan worden toegevoegd aan de kopieën.
HOOFDKENMERKEN Perforatie Zie pagina 3-17 Hiermee kunnen kopieën worden geperforeerd. Original Position der Löcher Documentarchivering Zie HOOFDSTUK 7 Hiermee kan een documentafbeelding worden opgeslagen op de harde schijf. Een opgeslagen bestand kan eenvoudig worden opgeroepen om te worden afgedrukt of te worden verzonden.
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES Buitenkant (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) (12) 1 (11) (1) Handinvoercassette* (7) Bedieningspaneel (2) Uitvoercassette* (8) Voorklep (13) Openen om toner toe te voegen. (3) Automatische origineelinvoer (Zie pagina 4-2.) Hiermee kunnen automatisch meerdere vellen originelen worden ingevoerd en gescand. Beide zijden van dubbelzijdige originelen kunnen in één keer worden gescand. (9) Hoofdschakelaar Hierop drukken om het toestel aan en uit te zetten.
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES Binnenkant (14) (15) (16) (18) (14) Duplexmodule zijklep Open deze om vastgelopen duplexmodule te verwijderen. (17) (19) (17) Tonercartridge (drum/tonercartridge) papier in de De toner cartridge moet worden vervangen wanneer dit op het bedieningspaneel wordt aangegeven. (Zie pagina 2-15.) (15) Klink zijklep Omhoog duwen om de zijklep te openen wanneer er papier is vastgelopen in de hoofdeenheid. (18) Fotogeleidende drum Afbeeldingen worden fotogeleidende drum.
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES Namen van onderdelen en functies van de randapparatuur (1) (2) (11) (10) 1 (3) (9) (4) (8) (5) (7) (6) (1) Verlengstuk bovenste uitvoerlade (AR-TE4) Monteer deze eenheid aan de bovenste papieruitvoercassette. Dit verlengstuk is nodig om papier van groter formaat te ondersteunen. (2) Afwerkingseenheid (AR-FN6) Uitvoerbladen kunnen worden gesorteerd op paginavolgorde of gegroepeerd per pagina.
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES ■ Andere optionele randapparatuur ●Barcode lettertypenkit (AR-PF1) Deze kit voegt barcode lettertypen toe aan de machine. ●Faxapparaat uitbreidingskit (AR-FX12) Deze kit is vereist voor de toevoeging van de faxfunctie. ●Kit gegevensbeveiliging (AR-FR21, AR-FR21U) Deze kit wordt gebruikt om elektronische gegevens van de harde schijf en uit het geheugen te wissen onmiddellijk nadat het document is afgedrukt of verzonden.
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES Bedieningspaneel (2) (1) (3) DOC ARCHIVERING 1 AFDRUKKEN GEREED DATA BEELD WERZENDEN LIJN DATA KOPIE OPDRACHT STATUS (4) (1) Toetsenpaneel De status van de machine, meldingen en tiptoetsen worden op dit paneel weergegeven. De functies documentarchivering, kopiëren, netwerkscanner*1 en fax*2 worden gebruikt door op het scherm over te schakelen naar de gewenste functie. Zie de volgende pagina.
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES Toetsenpaneel De weergave van het tiptoetsenpaneel in deze handleiding bestaat uit afgedrukte afbeeldingen en kunnen verschillen van de werkelijke weergave van de schermen. ■ Een functie selecteren [Voorbeeld 1] PAPIER BIJ.
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES ■ Opdrachtstatus (van toepassing op de functies printen, kopiëren, fax, netwerkscanner en Internet fax) Dit scherm worden weergegeven wanneer de [OPDRACHT STATUS] op het bedieningspaneel worden ingedrukt. Dit scherm kan worden gebruikt om de "OPDR.WACHTR" weergegeven (voor het bekijken van opgeslagen opdrachten en de huidige opdracht) of de "VOLTOOID" opdrachtlijst (met de voltooide opdrachten).
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES (3) [AFDRUKOPDR.] toets Hiermee wordt de afdrukopdrachtlijst van de printmodus (kopiëren, printen, fax ontvangst, Internet fax ontvangst en auto printen) weergegeven. (4) [E-MAIL/FTP] toets Hiermee wordt de verzendstatus en de voltooide opdrachten van de scanmodus (Scannen naar email, Scannen naar FTP en Scannen naar Desktop) weergegeven, wanneer de netwerkscanneroptie is geïnstalleerd.
INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN VAN DE STROOM Gebruik de aan/uit-schakelaar aan de voorkant van de machine om de stroom aan of uit te zetten. "AAN"positie "UIT" positie Stroomschakel LET OP Verzeker u ervan dat de communicatie en datalampjes op het bedieningspaneel niet knipperen voordat u de hoofdschakelaar uitzet.
ACCOUNTREGELING AAN/UIT U kunt de accountregeling inschakelen om het aantal afgedrukte en verzonden (gescande) pagina's voor elke account bij te houden (er kunnen max. 500 accounts worden aangemaakt). De paginatellingen kunnen op elk moment worden bekeken en opgeteld.
HOOFDSTUK 2 DE MACHINE BEHEREN Dit hoofdstuk beschrijft hoe u papier kunt laden, de toner cartridge kunt vervangen en vastgelopen papier kunt verwijderen. Dit hoofdstuk bevat ook informatie over bevoorrading. Pagina PAPIER BIJVULLEN ............................................................................... 2-2 ● Papier laden in papierlade 1 ........................................................... 2-2 ● Papierformaat in papierlade 1 wijzigen ...........................................
PAPIER BIJVULLEN Als een papierlade tijdens het afdrukken leegraakt, verschijnt er een melding in de display. Volgende onderstaande procedure voor het bijvullen van papier. OPMERKINGEN ● Gebruik geen gekreukeld of rimpelig papier. Dit kan papierstoringen veroorzaken. ● Voor de beste resultaten alleen SHARP papier gebruiken. (Zie pagina 2-4.) ● Wanneer u de papiersoort en formaat in lade 1 wijzigt, stelt u papiersoort en –formaat in volgens "Instellen van papierformaat en -soort" (pagina 2-5).
PAPIER BIJVULLEN Specificaties van de papiercassettes De specificaties voor papiersoorten en -formaten die in elke lade kunnen worden gebruikt, worden hieronder weergegeven. Lade Ladenr. (naam van de lade) Geschikte papiertypen Geschikte papierformaten Standaard papier (Zie de volgende ● A4, B5, 8-1/2" x 11" pagina voor geschikt standaard papier.
PAPIER BIJVULLEN ■ Geschikt standaard papier Voor een bevredigend resultaat dient standaard papier aan de volgende eisen te voldoen. Standaard papier Papier in AB systeem Papier in inch systeem A5 naar A3 5-1/2" x 8-1/2" tot 11"x17" 60 tot 105g/m of 16 tot 28 lbs. 2 Recycled, gekleurd, geperforeerd, voorbedrukt en briefpapier moeten voldoen aan dezelfde voorwaarden als hierboven beschreven.
PAPIER BIJVULLEN Het papiertype en papierformaat instellen Volg deze stappen om de instelling van het papiertype te wijzigen, wanneer het papiertype in één van de laden is gewijzigd. Zie pagina 2-3 voor de papiertypen die in elke lade kunnen worden gebruikt. 1 Druk op de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets. STATUS Het scherm Gebruikersinstellingen verschijnt. GEBRUIKERSINSTELLINGEN 5 Tip op de [TYPE / FORMAAT] toets.
PAPIER BIJVULLEN het papierformaat dat in de lade 7 Selecteer is geplaatst. op de [OK] 8 Tip instelscherm. Tip op de geschikte toetsen (checkboxen). toets in het formaat U keert terug naar het scherm papierlade-instelling van stap 4. GEBRUIKERSINSTELLINGEN TYPE TYPE/FORMAATINSTELLING LADE 2 FORMAAT TYPE AUTO-INCH NORMAAL PAPIER AUTO-AB INVOER FORMAAT de uitvoerfuncties die kunnen worden 9 Selecteer gebruikt met de geselecteerde lade.
PAPIER BIJVULLEN Programmeren en bewerken van papiersoorten Volg onderstaande stappen om de naam van een papiersoort te programmeren of te bewerken of papierkenmerken in te stellen. stap 1 en 2 van "Het papiertype en 1 Volg papierformaat instellen". (pagina 2-5) "VASTE PAPIERZIJDE" 2 Tip de [PAPIERSOORTREGISTRATIE] toets aan.
PAPIER BIJVULLEN Het plaatsen van papier in de universele lade De methode voor het laden van papier in de universele lade is dezelfde als voor papierlade 1, zie de beschrijving op pagina 2-2. Voor papierspecificaties, zie pagina 2-3. Wanneer enveloppen, briefkaarten of transparante folie geladen wordt, volgt u de beschrijving hieronder. ● Twee maximum hoogtelijnen zijn aangegeven: één voor standaard papier en één voor speciaal papier.
PAPIER BIJVULLEN Printen op enveloppen ● Gebruik geen enveloppen met metalen klemmen, plastic klemmen, koordsluiting, vensters, voering, zelfplakkende stroken of van synthetisch materiaal. Afdrukken hierop kan vastlopen, slechte toner aanhechting of andere problemen veroorzaken. ● Er kunnen kreuken of vlekken optreden. Dit geldt vooral voor oppervlakken in reliëf en andere onregelmatige oppervlakken.
PAPIER BIJVULLEN ■ Het laden van transparante folie let erop dat u transparante folie met het etiket naar boven laadt. Zorg ervoor dat er geen beeld op het etiket wordt afgedrukt. Het printen op de label kan printvlekken geven. Transparante folie moet in portretpositie worden ingevoerd. Specificaties (universele lade) Naam Universele lade Papierformaat/gewicht Voor specificaties van papierladen, zie pagina 2-3. Papiercapaciteit 500 bladen (80 g/m2 (20 lbs.
PAPIER BIJVULLEN Papier laden in de staande/MPD & 2000 blad papierlade Bovenste cassette: De bovenlade is gelijk aan de universele lade. De papierlaadmethode en het papier dat gebruikt kan worden zijn hetzelfde als voor de universele lade. Zie de beschrijving van de universele lade (pagina 2-8). Onderste papierlade: De ruime onderlade kan tot 2.000 bladen A4 of (8-1/2" x 11") papier (80 g/m2 (20 lbs.)) bevatten.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN Hieronder worden de items beschreven die kunnen worden ingesteld met de gebruikersinstellingen. ● Totaal aantal kopieën . . . . . . . . . . . . . . .Het aantal pagina's dat door de machine is verwerkt en de optionele randapparatuur kunnen worden weergegeven. (Zie pagina 2-14.) ● Standaardinstellingen . . . . . . . . . . . . . .Wordt gebruikt om instellingen voor het schermcontrast van de display, datum en tijd en keuze toetsenbord*1 te configureren. (Zie pagina 2-14.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN 5 Tip op de [DATUMFORMAAT] toets. Het volgende scherm verschijnt. GEBRUIKERSINSTELLINGEN OK DATUMFORMAAT MA/20/10/2004 14:27 DAG-NAAM POSITIE JJJJ/MM/DD MM/DD/JJJJ EERSTE 12-UREN DD/MM/JJJJ LAATSTE 24-UREN Meer informatie over instelprocedures In het volgende type scherm wordt een instelling geselecteerd door de toets zo in te drukken dat er een checkmarkering ( ) verschijnt.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN Over de instellingen ■ Totaal aantal kopieën ■ Lijstafdruk Hier worden de volgende paginatellingen weergegeven (de tellingen die kunnen worden weergegeven hangen af van de geïnstalleerde opties): (1) De totale pagina-uitvoer van de machine. (2) Het aantal originele pagina's dat door de machine is verzonden. (3) Het aantal keer dat de automatische origineelinvoer werd gebruikt om originelen in te voeren en het aantal keer dat de nieteenheid werd gebruikt (indien geïnstalleerd).
TONERCARTRIDGE VERVANGEN Wanneer de tonen opraakt verschijnt er een melding dat de toner cartridge moet worden vervangen. OPMERKING Om de hoeveelheid aanwezige toner te bekijken, drukt u de [KOPIE] toets in en houd deze vast tijdens het afdrukken of als de machine in stand-by staat. Het percentage toner verschijnt in de display terwijl u deze toets ingedrukt houdt. Koop een nieuwe tonercartridge en bewaar deze voor vervanging wanneer het percentage staat op "25-0%".
OPSLAG VAN ONDERDELEN Standaardonderdelen voor dit product die door de gebruiker moeten worden vervangen zijn kopieerpapier, tonercartridges en nietjes voor de afwerkingseenheid. Voor het beste kopieerresultaat raden wij u aan uitsluitend Sharp Genuine Supplies te gebruiken, die zijn ontworpen, vervaardigd en getest om de levensduur en de prestaties van Sharp producten te optimaliseren. Let op het Genuine Supplies-etiket op de tonerverpakking. GENUINE SUPPLIES ■ Correcte opslag 1.
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Wanneer er een papierstoring is opgetreden verschijnt de melding "ER IS EEN INVOERFOUT OPGETREDEN" in het scherm van het toetspaneel op het bedieningspaneel en de uitvoer voor het printen inclusief kopiëren en faxen stopt. De mogelijke locaties van de papierstoring worden aangegeven met " " zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding. De paginanummers voor gedetailleerde informatie over het verhelpen van papierstoringen worden ook getoond.
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Papierstoring in het doorvoergebied, fuseergebied en uitvoergebied o LET OP De fuseereenheid is heet. Wees hier voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen papier. (Raak de metalen onderdelen niet aan.) de duplexmodule 1 Ontgrendel deze naar links. en schuif Ontgrendel de module en beweeg de module voorzichtig weg van het apparaat. Indien het apparaat niet met een dubbelzijdige module, dient u de zijklep te openen cover similarly.
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Papierstoring in de duplexmodule de duplexmodule 1 Ontgrendel deze naar links. en schuif Ontgrendel de eenheid en beweeg de module voorzichtig weg van het apparaat. 2 Als de duplexmodule een uitvoercassette heeft, draai deze dan uit de weg en open de klep van de duplexmodule. Als de uitvoerlade vastzit, open dan de klep van de duplexmodule gewoon en negeer elke referentie aan de lade in de volgende stappen. 5 Sluit de duplexmodule voorzichtig.
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Papierstoring in het papierinvoergedeelte OPMERKING Zorg ervoor dat u de volgorde voor het verwijderen van de papierstoring volgt. Trek de papierlade niet meteen uit omdat het vastgelopen papier gedeeltelijk in de uitvoer van lade vast kan zitten. Open eerst de linker klep om te controleren of zich daar vastgelopen papier bevindt (stappen 1 en 2).
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN ■ Vastlopen van papier in de universele lade Ontgrendel de duplexmodule en schuif deze naar links. 1 Ontgrendel de module en beweeg de module voorzichtig weg van het apparaat. Indien het apparaat niet met een duplexmodule is uitgerust, dient u de zijklep te openen. de linker 2 Open papierlade. klep van het staande/ Houd de knop vast en open de klep voorzichtig. Als de machine niet is uitgerust met een staande/ papierlade, opent u de linker klep van de universele lade.
HET VERWIJDEREN VAN EEN VASTGELOPEN ORIGINEEL Het verwijderen van een papierstoring in de automatische origineelinvoer Volg de hieronder beschreven stappen om een vastgelopen origineel de verwijderen wanneer er zich een papierstoring voordoet in de automatische origineelinvoer. OPMERKINGEN ● Zie pagina 2-17 voor het verwijderen van vastgelopen papier in de hoofdeenheid en andere randapparaten. ● Tip op de [INFORMATIE] toets om gedetailleerde informatie te bekijken over het verwijderen van de papierstoring.
PROBLEEMOPLOSSING Controleer de onderstaande probleemoplossing voordat u contact opneemt met de helpdesk. Veel problemen kunnen namelijk door de gebruiker zelf worden opgelost. Zet de stroomschakelaar uit en haal de stekker uit het stopcontact wanneer u het probleem niet met behulp van deze probleemoplossing kunt verhelpen. Hieronder volgt een beschrijving van problemen m.b.t. het algemeen gebruik van de machine. Zie pagina 6-3 voor problemen m.b.t. de kopieerfunctie. Zie pagina 7-28 voor problemen m.b.t.
PROBLEEMOPLOSSING Probleem Controlepunten Het afdrukken stopt voortijdig. Als er te veel vellen papier in de uitvoerlade terechtkomen, wordt de "lade vol" sensor geactiveerd en stopt het printen. Verwijder papier uit de uitvoerlade. Er is geen papier meer aanwezig. Vul papier bij. (Pagina 2-2) Verschijnt er een melding dat er onderhoud moet plaatsvinden? Neem zo snel mogelijk contact op met uw Sharp dealer.
PROBLEEMOPLOSSING Probleem Het geprinte papier is gekreukeld of de afdruk kan er eenvoudig worden afgeveegd. Het past op de toetspaneel is te hoog of te laag. De verkeerde zijde van het papier wordt bedrukt. Markeringen verschijnen met regelmatige tussenruimtes op de afgedrukte pagina’s. Controlepunten Oplossing of oorzaak Wordt er niet-SHARP standaard papier gebruikt? Gebruik SHARP aanbevolen papier.
HOOFDSTUK 3 RANDAPPARATUUR Dit hoofdstuk beschrijft bedieningsinstructies voor de Postbakstapeler, de Afwerkeenheid, de Zadelsteek afwerkeenheid en de Duplexmodule. Pagina DUPLEXMODULE .................................................................................. 3-2 ● Onderdeelnamen ............................................................................ 3-2 ● Technische specificaties.................................................................. 3-2 ● Papier in de handinvoerlade laden.........
DUPLEXMODULE Als de duplexmodule geïnstalleerd is, kan tweezijdig afdrukken van het papier worden uitgevoerd. Twee soorten duplexmodules zijn beschikbaar: duplexmodule/handinvoerlade en duplexmodule. De beschrijvingen in dit handboek zijn bestemd voor de duplexmodule/handinvoerlade. Voor informatie over het verwijderen van vastgelopen papier voor deze modules, zie pagina 2-19. Onderdeelnamen Uitvoercassette Deze cassette kan uitgetrokken worden om papier van groter formaat te ondersteunen.
DUPLEXMODULE Papier in de handinvoerlade laden De handinvoerlade kan worden gebruikt voor standaard en speciaal papier, waaronder etiketten. Er kan maximaal 100 bladen standaard papier worden geladen. Voor papiersoorten die geschikt zijn voor de handinvoerlade, zie pagina 2-3. OPMERKING Als papiersoort of -gewicht gewijzigd wordt, let er dan op dat papiersoort en –formaat worden ingevoerd volgens stap 4. 1 Open de handinvoerlade.
DUPLEXMODULE Problemen oplossen (met betrekking tot de duplexmodule) Controleer de onderstaande lijst voordat u de technische dienst belt. Probleem De machine print geen dubbelzijdige afdrukken. Afdrukken van afbeeldingen op papier uit de handinvoerlade gaat scheef. Er loopt papier vast in de handinvoerlade Er ontbreekt een deel van de afdruk wanneer er op speciaal papierformaat wordt afgedrukt.
POSTBAKSTAPELER De postbakstapeler telt 7 postvakken die ieder aangewezen kunnen worden om printuitvoer te ontvangen van een gebruiker of een groep gebruikers. Uitvoerpapier in kopieermodus en faxmodus wordt in de bovenlade van de stapel gedeponeerd, gescheiden van de printuitvoer. (Printuitvoer kan ook in de bovenlade worden gedeponeerd.
POSTBAKSTAPELER Papierstoring in de postbakstapeler Verwijder het vastgelopen papier volgens de onderstaande procedure wanneer er zich een papierstoring heeft voorgedaan in de postbakstapeler. 1 Open de bovenplaat. Bovenkle Ontgrendel de papiergeleider en open deze in de richting van de pijl. Verschuif de tab in de richting van de pijl, zoals aangegeven in de afbeeldingen om de afdekklep te openen. 6 Verwijder het vastgelopen papier. 2 Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
AFWERKINGSEENHEID De afwerkingseenheid kan gesorteerde sets geniet of ongeniet leveren. Ongeniete sets kunnen verschoven van de vorige sets gestapeld worden, zodat ze gemakkelijk van de andere sets te scheiden zijn. Onderdeelnamen Klink Open de afwerkingseenheid door de klink te ontgrendelen en verwijder vastgelopen papier. Bovenklep Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen. Nietjesbak Trek de bak eruit om de nietjescartridge te vervangen of vastzittende nietjes te verwijderen.
AFWERKINGSEENHEID Functies afwerkingseenheid ■ Sorteermodus ■ Groepeermodus Voor de uitvoer van gesorteerde sets. Origineel Er worden groepen van afdrukken of kopieën van dezelfde pagina geleverd. Uitdraaien Origineel Uitdraaien ■ Staffelmodus Staffelmodus Niet-staffelmodus De sets bewegen van de ene naar de andere kant zodat elke set of groep verschoven gestapeld wordt ten opzichte van de vorige set of groep. De verschoven stapelfunctie kan alleen worden gebruikt in de staffellade.
AFWERKINGSEENHEID De functies van de afwerkingseenheid gebruiken Tip op de [UITVOER] toets op het hoofdscherm van de kopieermodus om het scherm te openen waarmee de functies sorteren/groeperen/nieten geselecteerd worden en "een uitvoerlade selecteren" zal verschijnen. Zodra er een selectie wordt uitgevoerd, licht de geselecteerde tiptoets op. UITVOER OK (8) SORTEREN BOVENLADE (7) SORTEREN NIETEN STAFFELLADE (6) GROEP STAFFEL (1) (2) (3) (1) [GROEP] toets (Zie pagina 3-8.
AFWERKINGSEENHEID Het vervangen van de nietjescartridge Wanneer de nietjescartridge leeg is of wanneer het bericht "Vul nietjes aan." verschijnt in het meldingendisplay van het bedieningspaneel. Volg de stappen hieronder om de nietjescartridge te vervangen. 1 Open de voorplaat. OPMERKINGEN ● Verwijder het tape niet van het nietjespatroon voor u het nietjespatroon in de box heeft ingevoerd. ● Wanneer u de nietjesbak weer terug plaatst, duwt u deze zo ver totdat hij op zijn plaats vastklikt.
AFWERKINGSEENHEID ■ Nietapparaat controleren Wanneer de melding "CONTROLEEN NIETAPPARAAT" of "CONTROLEER NIETPOSITIE OF NIETSTORING" verschijnt, volgt u de procedure hieronder. 1 Open de afwerkingscompiler. Maak de klink los om de compiler van de afwerkingseenheid te openen. de hefboom aan 7 Zet nietjesbox omhoog. het einde van de Verwijder het eerste nietje wanneer dit gebogen is. Wanneer er gebogen nietjes achterblijven, zullen deze weer vastlopen.
AFWERKINGSEENHEID Papierstoring in de afwerkingseenheid Verwijder het vastgelopen papier volgens de onderstaande procedure wanneer er zich een papierstoring voordoet in de afwerkingseenheid. het vastgelopen papier uit de 1 Verwijder uitvoereenheid. de papiergeleider omhoog en verwijder 5 Til het vastgelopen papier. Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen. Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
AFWERKINGSEENHEID Probleemoplossing afwerkingseenheid Controleer de onderstaande lijst voordat u de technische dienst belt. Probleem Controlepunten Staan er nog kleppen afwerkingseenheid open? De afwerkingseenheid werkt niet. Nieten kan niet worden uitgevoerd. Nietjessets worden niet correct gestapeld of sommige bladen in een set worden niet gestapeld.
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID De zadelsteek afwerkingseenheid kan automatisch twee nietjes plaatsen voor de binding van afdrukken of kopieën en deze langs de middenlijn vouwen. Er is een optionele perforatie-eeheid beschikbaar voor de installatie in de afwerkingseenheid. Onderdeelnamen Nietjescompiler Het papier dat moet worden geniet wordt tijdelijk opgeslagen. Bovenklep Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen.
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID Nietcapaciteit A4 of 8-1/2" x 11" of kleinere formaten: 50 bladen* (80 g/m2 of 20 lbs.) B4 of 8-1/2" x 14" of grotere formaten: 25 bladen* (80 g/m2 of 20 lbs.) *Max. twee blad van 128 g/m2 of 34 lbs. papier kan toegevoegd worden als dekbladen. Nieten Bovenste cassette: Een enkele niet kan geplaatst worden in de linker boven- of benedenhoek of twee nieten gecentreerd aan de linkerkant.
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID ■ Niet-sorteermodus Samengevoegde sets worden geniet en in de staffellade geleverd. Wanneer zadelsteek geselecteerd wordt, worden de afdrukken of kopieën in het midden geniet en in de zadelsteeklade gedeponeerd. De nietposities, oriëntatie, papierformaat voor het nieten en de nietcapaciteit worden hierna weergegeven.
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID ■ Zadelsteekfunctie De zadelsteek afwerkingseenheid kan automatisch twee nietjes plaatsen voor de binding van afdrukken of kopieën en deze langs de middenlijn vouwen. 6 4 2 ■ Perforatie (alleen wanneer er perforatie module is geïnstalleerd) 7 9 11 een Wanneer de zadelsteek afwerkingseenheid is uitgerust met een perforatiemodule, zal geprint papier geperforeerd en in de staffellade gedeponeerd worden.
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID Het gebruik van de zadelsteek afwerkingseenheid Wanneer [UITVOER] op het hoofdscherm van de kopieermodus geselecteerd is, verschijnt er een scherm waarmee de sorteer/groepeer/niet en sorteer, zadelsteek, perforatie en uitvoerlade geselecteerd kan worden. (1)(2)(3) (4)(5) (6) (7) UITVOER OK STAFFELLADE SORTEREN MIDDELSTE LADE SORTEREN NIETEN GROEP NIETEN PERFOR. (9) (10) STAFFEL (8) (1) [GROEP] toets (Zie pagina 3-15.
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID Nietcartridge vervangen en verwijderen van vastzittende nietjes Wanneer de nietjespatroon leeg is of wanneer er een nietjesstoring is opgetreden, verschijnt er een melding in het meldingendisplay van het bedieningspaneel. Volg de onderstaande procedure om de nietjescartridge te vervangen of vastzittende nietjes te verwijderen. ■ Het vervangen van de nietjescartridge 1 Open de voorplaat. een nieuwe 6 Voer nietjesbox.
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID ■ Verwijderen van vastzittende nietjes de zadelsteek afwerkingseenheid 1 Ontgrendel en schuif deze weg van de machine. zadelsteek was geselecteerd, opent 5 Indien u het deksel van het zadelsteekgedeelte. 2 Open de voorplaat. 6 Verwijder het vastgelopen papier. Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen. de walsdraaiknop C volgens de 3 Draai afbeelding tot de blauwe indicatie 7 Sluit het deksel van het zadelsteekgedeelte. zichtbaar wordt.
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID de walsdraaiknop A in pijlrichting 9 Draai om de nieteenheid naar voren te bewegen. Draaiknop Knop A 10 Draai aan walsdraaiknop tot driehoekmarkering één lijn staat met index. 12 Zet de hefboom terug in de originele positie. de de op de Nieteenheid 13 Plaats de nietjesbox terug. Verwijder de nietjesbak. Duw de nietjesbox erin totdat deze op zijn plaats vastklikt. 3 de hefboom aan 11 Zet nietjesbox omhoog.
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID Papierstoring in de zadelsteek afwerkingseenheid Wanneer er een papierstoring optreedt in de zadelsteek afwerkingseenheid, verwijdert u het vastgelopen papier op de onderstaande wijze. op de ontkoppelingsknop om 1 Druk zadelsteek afwerkingseenheid los de te koppelen van de machine. LET OP De zadelsteek afwerkingseenheid en de machine zijn aan de achterkant elkaar gekoppeld. Wees dus voorzichtig wanneer u de apparaten uit elkaar haalt. 5 Verwijder het vastgelopen papier.
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID 10 Open de voorplaat. de zadelsteek afwerkingseenheid terug 15 Duw tegen de machine. 11 Draai de walsdraaiknop D in pijlrichting. Draaiknop D van de rollen 3 het vastgelopen 12 Verwijder zadelsteeklade. papier uit de Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier en zorg ervoor dat het niet scheurt. 13 Sluit de klep van de zadelsteek eenheid. 14 Sluit de voorplaat.
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID Opsporen van fouten (in de zadelsteek afwerkingseenheid) Controleer de onderstaande lijst voordat u de technische dienst belt. Probleem Controlepunten Oplossing of oorzaak Zijn er afdekkingen van de zadelsteek afwerkingseenheid open? Sluit alle kleppen. (Zie pagina 3-14.) Verschijnt er een bericht dat er papier uit de compilator van het nietapparaat verwijderd moet worden? Verwijder het resterende papier uit de compiler van de nieteenheid, zie stap 4 op pagina 3-20.
Deel 2: Kopieerbediening
HOOFDSTUK 4 HET MAKEN VAN KOPIEËN Dit hoofdstuk beschrijft de basiskopieerfuncties inclusief de selectie van de kopieerfactor en andere kopieerinstellingen. Pagina AUTOMATISCHE ORIGINEELINVOER .................................................. 4-2 ● Mogelijke origineelformaten ............................................................ 4-2 HET PLAATSEN VAN ORIGINELEN ...................................................... 4-3 HET FORMAAT VAN EEN GEPLAATST ORIGINEEL CONTROLEREN .....
AUTOMATISCHE ORIGINEELINVOER De automatische origineelinvoer voert originelen automatisch in de machine, wat continu kopiëren mogelijk maakt. Bovendien kunnen de beide zijden van een dubbelzijdig origineel tegelijkertijd worden gescand. Deze functie is handig wanneer u een groot aantal originelen moet scannen. Mogelijke origineelformaten Er kan een stapel van max.
HET PLAATSEN VAN ORIGINELEN ■ De automatische origineelinvoer gebruiken ■ De glasplaat gebruiken de origineelklep, Zorg ervoor dat er geen 1 Open origineel is achtergelaten op de glasplaat en Open de origineelklep, plaats het origineel met de bovenzijde naar beneden op de glasplaat en sluit voorzichtig de origineelklep. sluit voorzichtig de origineelklep. Detector origineel formaat de origineelgeleiders aan het formaat 2 Pas van de originelen aan.
HET PLAATSEN VAN ORIGINELEN ■ Standaard richtingen van het origineel [Voorbeeld 1] Origineelinvoerlade Glasplaat Bovenkant Bovenkant Onderkant Onderkant Plaats de originelen in de origineelinvoerlade of op de glasplaat zo dat de bovenkant en de onderkant van het origineel is geplaatst zoals op de afbeelding. Als de originelen niet goed worden geplaatst zullen de nietjes niet op de juiste plek terechtkomen en sommige functies niet het gewenste resultaat leveren.
HET FORMAAT VAN EEN GEPLAATST ORIGINEEL CONTROLEREN Als het geplaatste origineel een standaardformaat heeft, zal het formaat automatisch worden gedetecteerd (automatische origineel detectiefunctie) en worden weergegeven in het toetspaneel. Als het geplaatst origineel een standaardformaat heeft, zal het formaat automatisch worden gedetecteerd (automatische origineel detectiefunctie) en worden weergegeven in het toetspaneel. (A) :Het origineelformaat wordt weergegeven.
HET OPSLAAN, WISSEN EN GEBRUIKEN VAN ORIGINEELFORMATEN U kunt maximaal 9 speciale origineelformaten opslaan. De opgeslagen formaten kunnen gemakkelijk worden opgeroepen en worden niet geweest wanneer de stroom wordt uitgeschakeld. Het opslaan van een regelmatig gebruikt origineelformaat heeft als voordeel dat u niet steeds hetzelfde formaat handmatig moet invoeren. ● Druk op de [CA] toets of tip op de [ORIGINEEL] toets op het scherm om het opslaan, gebruiken of wissen van een origineelformaat te annuleren.
NORMAAL KOPIEREN Dit onderdeel beschrijft de normale kopieerprocedure. Kopieën maken met de automatische origineelinvoer ■ 1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen Origineel Kopieren de originelen in de origineelinvoerlade. 1 Plaats (pagina's 4-3 tot 4-6) 5 Tip op de [OK] toets. 0 OK 4 of de 1-zijdige naar 1-zijdige 2 Controleer kopieerfunctie is geselecteerd.
NORMAAL KOPIEREN de 7 Selecteer (pagina 4-9). gewenste uitvoermodus De standaardmodus is de sorteermodus. Tip op de [UITVOER] UITVOER toets, vervolgens op de [GROEP] toets op het scherm uitvoerinstelling BESTAND en vervolgens op de [OK] toets op het instelscherm om de groepeermodus te selecteren. DUBBELZ. KOPIE de numerieke toetsen om het 8 Gebruik gewenste aantal kopieën in te stellen. U kunt maximaal 999 kopieën afdrukken.
NORMAAL KOPIEREN ■ Kopieeruitvoer (sorteren en groeperen) Voorbeeld: Vijf sets van vijf kopieën maken van drie originelen ● Het sorteren van de kopieën in sets Origineel Vijf sets kopieën. UITVOER SORTEREN SPEC. FUNCTIES DUBBELZ.
NORMAAL KOPIEREN Automatisch 2-zijdig kopiëren met de automatische origineelinvoer Wanneer de optionele duplexmodule geïnstalleerd is, kan het volgende automatisch tweezijdig kopiëren worden uitgevoerd. Het papier wordt automatisch gedraaid tijdens het kopiëren, zodat gemakkelijk tweezijdige kopieën geprint kunnen worden. Origineel Kopieren 1. Automatisch 2-zijdig kopiëren vanaf 1-zijdige originelen. 2. Automatisch 2-zijdig kopiëren vanaf 2-zijdige originelen. 3.
NORMAAL KOPIEREN Kopiëren vanaf de glasplaat Open de origineelklep en plaats het origineel op de glasplaat wanneer de originelen niet in de automatische origineelinvoer kunnen worden geplaatst (bijv. dikke originelen). ■ 1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen Origineel Kopieren het origineel op de glasplaat. 1 Plaats (pagina's 4-3 tot 4-6) u ervan dat kopieerpapier van 3 Verzeker hetzelfde formaat als de originelen automatisch wordt geselecteerd*.
NORMAAL KOPIEREN de 4 Selecteer (pagina 4-9.) DUBBELZ. KOPIE UITVOER BESTAND gewenste uitvoermodus. Tip op de [UITVOER] toets, vervolgens op de [SORTEREN] toets in het scherm dat verschijnt en daarna op de [OK] toets om de sorteermodus te selecteren. U kunt maximaal 999 kopieën afdrukken. Als u een enkele kopie maakt, kan deze worden gemaakt met het aantal "0" op de display. KERSINGEN Gebruik de [C] (wissen) toets om een eventueel foutieve invoer te annuleren.
NORMAAL KOPIEREN Automatisch 2-zijdig kopiëren vanaf de glasplaat Wanneer de optionele duplexmodule geïnstalleerd is, kan het volgende automatisch tweezijdig kopiëren worden uitgevoerd. Het papier wordt automatisch gedraaid tijdens het kopiëren, zodat gemakkelijk tweezijdige kopieën geprint kunnen worden. Origineel Kopieren het origineel op de glasplaat.
DE BELICHTING AANPASSEN Selecteer een geschikte belichtingsmodus voor het te kopiëren origineel. U kunt kiezen uit AUTO, TEKST, TEKST/FOTO en FOTO. ■ Automatische belichtingsaanpassing AUTO De standaardinstelling ORIGINEEL voor de belichting is "AUTO". Hiermee wordt automatisch de belichting voor het origineel aangepast. Volg de AUTO A4 onderstaande stappen om de belichtingsmodus te selecteren of handmatig het belichtingsniveau aan te passen.
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM Verklein- en vergrootfactoren kunnen automatisch of handmatig worden geselecteerd. ● Automatische selectie: Auto image (Zie hieronder.) ● Handmatige selectie: Vaste kopieerfactor/zoom (Zie pagina 4-16.) Automatische selectie (auto image) De verklein- en vergrotingsfactor wordt automatisch geselecteerd op basis van het origineelformaat en het geselecteerde papierformaat. het origineel in de handinvoerlade of op 1 Plaats de glasplaat.
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM Handmatige selectie (vaste kopieerfactor/zoom) Vaste kopieerpercentages (maximaal 400%, minimaal 25%) kunnen worden geselecteerd met de toetsen voor vergroting en verkleining. Bovendien kunnen de zoomtoetsen worden gebruikt om een willekeurige kopieerfactor tussen de 25% tot 400% te selecteren in stappen van 1%.
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM ervoor 6 Zorg papierformaat dat er een geschikt is geselecteerd voor de geselecteerde factor. ORIGINEEL AUTO BELICHTING A4 AUTO PAPIERFORMAAT Automatische papierkeuze display OPMERKING Als de automatische papierkeuze display niet verschijnt, zal er geen lade met het correcte papierformaat automatisch worden geselecteerd voor de geselecteerde factor. de numerieke toetsen om het 7 Gebruik gewenste aantal kopieën in te stellen.
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM XY-ZOOM Met de functie XY-ZOOM kunt u de horizontale en verticale kopieerfactoren onafhankelijk wijzigen. De factoren kunnen worden ingesteld tussen 25% en 400% in stappen van 1%. Voorbeeld: Selecteren van 100% voor de lengte en 50% voor de breedte Kopie Origineel het origineel in de handinvoerlade of 1 Plaats op de glasplaat. (pagina's 4-3 tot 4-6) OPMERKING Wanneer het origineel is geplaatst in de origineelinvoer, kan de kopieerfactor worden ingesteld van 25% tot 200%.
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM de toetsen voor verkleining, vergroting 7 Gebruik en ZOOM ([ ], [ ]) om de kopieerfactor voor de verticale (Y) richting te wijzigen. 70% X vervolgens op de [START] toets. Een vaste kopieerfactor zal niet worden gemarkeerd wanneer deze wordt aangetipt.
SPECIAAL PAPIER Cassette 2 en de handinvoercassette op de optionele duplexmodule met handinvoercassette kan gebruikt worden om kopieën te maken op transparant folie, briefkaarten, etiketbladen, enveloppen*1, en standaard papier. *1 Enveloppen kunnen in cassette 2 geplaatst worden. het origineel in de handinvoerlade of op 1 Plaats de glasplaat. (pagina's 4-3 tot 4-6) 5 Selecteer de handinvoerlade. GEREED VOOR SCANNEN KOPIE. A4 NORMAAL PAPIER 2 Plaats het speciaal papier in de handinvoerlade.
HOOFDSTUK 5 HANDIGE KOPIEERFUNCTIES Dit hoofdstuk beschrijft de speciale functies, het opslaan van kopieerinstellingen en andere handige functies. Raadpleeg of lees de onderdelen van dit hoofdstuk naar behoefte. Pagina SPECIALE FUNCTIES ........................................................................... 5-2 ● Algemene procedure voor het gebruik van de speciale functies..... 5-2 ● Kantlijnverschuiving......................................................................... 5-3 ● Wissen .............
SPECIALE FUNCTIES Tip op de [SPEC. FUNCTIES] in het hoofdscherm van de kopieermodus om het scherm speciale functies te openen. De volgende functies kunnen worden geselecteerd in het scherm speciale functies. Tip de [SPEC. FUNCTIES] toets in het hoofdscherm aan. (1) (2) (3) GEREED VOOR SCANNEN KOPIE. SPEC. FUNCTIES ORIGINEEL DUBBELZ.
SPECIALE FUNCTIES Kantlijnverschuiving De kantlijnverschuiving-functie verschuift automatisch de tekst of de afbeelding met ongeveer 10 mm (1/2") om de kantlijn te verbreden. Deze functie is handig tijdens het nieten of inbinden. OPMERKINGEN ● De begininstellingen voor de margebreedte kunnen worden gewijzigd in de key-operatorprogramma’s naar een waarde van 0 tot 20 mm (0" tot 1").
SPECIALE FUNCTIES Wissen De wisfunctie wordt gebruikt om schaduwen op kopieën vanaf boeken of andere dikke originelen te wissen. De mogelijke wisfuncties worden hieronder beschreven. De standaardinstelling voor de wisbreedte is ongeveer 10 mm (1/2"). OPMERKING De begininstellingen voor de wisbreedte kunnen worden gewijzigd in de key-operatorprogramma’s naar een waarde van 0 tot 20 mm (0" tot 1").
SPECIALE FUNCTIES Boekkopie (Kopie van dubbele pagina) De boekkopie functie maakt aparte kopieën van twee documenten die naast elkaar op de glasplaat worden geplaatst. Deze functie is vooral handig bij het kopiëren van boeken en andere gebonden documenten. [Voorbeeld] Kopiëren van de rechter en linker pagina's van een boek Boek origineel Boekkopie ●De boekkopie functie kan alleen met de glasplaat worden gebruikt. De automatische origineelinvoer kan niet worden gebruikt bij deze functie.
SPECIALE FUNCTIES Inbindkopie De inbindkopie functie wordt gebruikt om kopieën te rangschikken in de juiste volgorde voor het nieten op de middellijn en het vouwen van folders. Twee originelen worden gekopieerd op één zijde van een vel papier. Er worden dus vier originelen op één vel papier gekopieerd. Deze functie is handig voor het rangschikken van kopieën voor boekjes of folders.
SPECIALE FUNCTIES of u wel of niet op de kaft wilt 5 Selecteer kopiëren ("JA" of "NEE"). het origineel in de origineelinvoer 9 Plaats of op de glasplaat. (pagina 4-3) AFDRUKKEN OP KAFT JA u ervan dat het gewenste 10 Verzeker papierformaat automatisch is geselecteerd op NEE basis van het origineelformaat. AUTO BELICHTING 6 Selecteer de papierlade voor de kaft. ANNULEREN OK PAPIERLADE (1) LADE2 (2) A4 NORMAAL PAPIER (1)De huidig geselecteerde papierlade voor de kaft wordt weergegeven.
SPECIALE FUNCTIES Opdracht samenstelling Gebruik de module opdracht samenstellen wanneer u meer originelen moet kopiëren dan in één keer de origineelinvoer passen. Het maximum aantal originelen dat in de origineelinvoer geplaatst kan worden is 50 bladen (30 bladen wanneer het formaat B4 of groter is, zie voor meer informatie "Mogelijke origineelformaten" op pagina 4-2). met deze functie kunt u de originelen in sets verdelen en scannen. Dankzij deze functie kunnen de originelen worden gescand in sets.
SPECIALE FUNCTIES Tandemkopie Twee machines die zijn aangesloten op hetzelfde netwerk kunnen worden gebruikt om een grote kopieeropdracht tegelijkertijd af te werken. Door de opdracht in tweeën te delen kan deze in ongeveer de helft van de tijd worden voltooid. Om gebruik te kunnen maken van deze functie moeten er twee machines zijn aangesloten op uw netwerk als netwerkprinters.
SPECIALE FUNCTIES 5 Druk op de [START]-toets. OPMERKINGEN ● De servermachine en clientmachine moeten voldoen aan enkele voorwaarden voordat het tandemkopiëren kan worden uitgevoerd. Nadat er op de [START] toets is gedrukt op de servermachine, controleert deze of er aan de voorwaarden is voldaan. Als er niet aan de voorwaarden is voldaan, zal de tandemkopie niet starten en verschijnt de melding "TANDEMUITVOER NIET TOEGESTAAN. ALLE SETS UITVOEREN VIA HOOFDMACHINE?" in de display.
SPECIALE FUNCTIES Kaften/Insteekvellen Wanneer de automatische origineelinvoer-functie wordt gebruikt, kan er een ander papiertype worden ingevoegd op plaatsen die overeenkomen met de voor- en achterblad van een kopieeropdracht. Een ander papiertype kan ook automatisch tussen gespecificeerde pagina's worden ingevoegd als insteekvel. ● De functie Kaften/insteekvellen kan worden uitgeschakeld in de key-operatorprogramma's (pagina 11 van het "Handboek voor de hoofdoperator").
SPECIALE FUNCTIES ■ Procedure voor het invoegen van voor- en achterkaftpapier Het papier voor de voorkaft wordt voorkaftpapier genoemd ("VOORKAFT" in het toetspaneel). Het papier voor de achterkaft wordt achterkaftpapier genoemd ("ACHTERKAFT" in het toetspaneel). ●Voorbeelden voor de invoegmethoden voor voor- en achterkaftpapier vindt u op de pagina's 5-17 tot 5-20.
SPECIALE FUNCTIES ■ Procedure voor het invoegen van insteekvellen U kunt automatisch verschillend papier invoegen als insteekvel tussen gespecificeerde pagina's. Twee typen invoegpapier kunnen worden gebruikt. Deze invoegtypen worden gespecificeerd met de [INSTELLING INVOEGTYPE A] toets en de [INSTELLING INVOEGTYPE B] toets in het toetspaneel. ●Voorbeelden voor de invoegmethoden voor invoegpapier worden gegeven op pagina 5-21.
SPECIALE FUNCTIES op de [INVOEGINSTELL.] toets om de pagina's 8 Tip te specificeren waar u het invoegpapier van de stappen 2 tot en met 6 als u een 11 Herhaal ander papiertype wilt invoegen met de [INSTELLING INVOEGTYPE A] en [INSTELLING INVOEGTYPE B] wilt invoegen. [INSTELLING INVOEGTYPE B] toets. Gebruik de [INSTELLING INVOEGTYPE B] toets in plaats van de [INSTELLING INVOEGTYPE A] toets, en de [INVOEGTYPE B] toets in plaats van de [INVOEGTYPE A] toets. ANNULE LLING TYPE A INVOEGINSTELL.
SPECIALE FUNCTIES ■ Kaften/insteekvellen controleren, bewerken en wissen 1 De [PAGINAOPMAAK] toets verschijnt nadat de kaften/insteekvellen zijn geconfigureerd (de instellingen van stap 1 tot en met stap 7 op de pagina's 5-12 en 5-13).
SPECIALE FUNCTIES ■ Voorbeelden van kaften en insteekvellen Op de volgende pagina’s worden de verhoudingen tussen de originelen en de gemaakte kopieën getoond wanneer kaften of insteekvellen worden ingevoegd.
SPECIALE FUNCTIES ■ Kaften (1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen) 1-zijdige kopieën worden gemaakt van de volgende van 1-zijdige originelen.
SPECIALE FUNCTIES ■ Kaften (2-zijdige kopieën vanaf 1-zijdige originelen) 2-zijdige kopieën worden gemaakt van de volgende van 1-zijdige originelen.
SPECIALE FUNCTIES ■ Kaften (1-zijdige kopieën van 2-zijdige originelen) 1-zijdige kopieën worden gemaakt van de volgende van 2-zijdige originelen.
SPECIALE FUNCTIES ■ Kaften (2-zijdige kopieën vanaf 2-zijdige originelen) 2-zijdige kopieën worden gemaakt van de volgende van 2-zijdige originelen.
SPECIALE FUNCTIES ■ Insteekvellen (1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen) 1-zijdige en 2-zijdige kopieën worden gemaakt met gebruik van de volgende 1-zijdige originelen. De insteekpagina van het insteekblad is ingesteld tot pagina 3.
SPECIALE FUNCTIES Transparante film met insteekvellen Wanneer er wordt gekopieerd op transparante film kunnen er blanco insteekvellen tussen de transparante vellen worden gevoegd. Voorbeeld: Insteekvel invoegen tussen transparante vellen Originelen (1-zijdig) Originelen (2-zijdig) Insteekvellen 2-zijdige originelen worden alleen ondersteund wanneer de automatische origineelinvoer wordt gebruikt. Er kan ook op de insteekvellen worden gekopieerd. 1 Laad transparant folie in lade 2 .
SPECIALE FUNCTIES 9 Selecteer lade 2. de invoegvoorwaarden 11 Stel invoegpapier. NNEN KOPIE. OK AUTO ORIGIN 1. A4 NORMAAL PAPIER 2. A4 TRANSPARANT 3. A3 NORMAAL PAPIER PAPIERFOR 4.
SPECIALE FUNCTIES Om het scherm voor de speciale functies te openen… Zie "Algemene procedure voor het gebruik van de speciale functies" op pagina 5-2 1 Tip op de [MULTISHOT] toets in het scherm speciale functies (2de scherm). TRANSPARANTINSTEEKVELLEN MULTISHOT KAART FORMAAT SPIEGELBEELD Het scherm voor MULTISHOT verschijnt. Ook het icoon voor multishot ( ) verschijnt links bovenaan op het scherm om aan te geven dat de functie is ingeschakeld.
SPECIALE FUNCTIES Boekkopie Deze functie is handig wanneer u boekkopieën of andere gebonden originelen wilt samenbrengen in een handig folderformaat. De twee pagina's van het open boek worden gescand als set en twee pagina's worden gekopieerd op de voor- en achterkant van het kopieerpapier (er worden dus 4 pagina's gekopieerd op een vel kopieerpapier). Hierdoor kunnen de kopieën in het midden worden gevouwen tot folder.
SPECIALE FUNCTIES Kaart formaat Met deze functie kunt u de voor- en achterzijden van een enkel vel papier combineren bij het afdrukken van een kaart. Deze functie is handig bij het maken van kopieën voor certificatiedoeleinden en bespaart papier. Origineel KAART ● Kopiëren is alleen mogelijk op standaard papierformaat. ● De kopieerfactor kan niet worden geselecteerd wanneer u deze functie gebruikt. ● Het beeld kan niet worden geroteerd wanneer u deze functie gebruikt.
SPECIALE FUNCTIES 4 Tip op de bovenste [OK] toets. OK ANNULEREN OK U keert terug naar het hoofdscherm van de kopieermodus. de achterzijden van het origineel 8 Plaats met de kopieerzijde naar beneden op de glasplaat (Zie stap 5.). 9 Druk op de [START]-toets. FORMAAT HERSTELLEN De achterzijde van de kaart wordt gescand. PASSEND MAKEN 5 Plaats het origineel op de glasplaat. Plaats de voorzijde van het origineel met de kopieerzijde naar beneden en sluit de origineelklep.
SPECIALE FUNCTIES Spiegelbeeld Deze functie wordt gebruikt om het origineel in spiegelbeeld af te drukken. De afbeeldingen zullen worden omgekeerd in de richting rechts naar links op de kopieën. Origineel Kopie Om het scherm voor de speciale functies te openen… Zie "Algemene procedure voor het gebruik van de speciale functies" op pagina 5-2 op de [SPIEGEL-BEELD] toets in het 1 Tip scherm speciale functies (2de scherm).
SPECIALE FUNCTIES Afdrukmenu De datum, een stempel, paginanummers, en ingevoerde tekst kunnen op kopieën afgedrukt worden. Er zijn vier selecties beschikbaar voor het AFDRUKMENU: • Datum afdrukken (pagina 5-32) • Stempel (pagina 5-33) Dit drukt de datum af op het papier. [Voorbeeld] 2004/OKT/1 afdrukken in de rechter bovenhoek van het papier Een bericht afdrukken zoals "VERTROUWELIJK" in omgekeerde tekst op het papier.
SPECIALE FUNCTIES ■ Algemene bedieningsprocedure voor het gebruik van het afdrukmenu Het scherm speciale functies weergeven... Zie "Algemene procedure voor het gebruik van de speciale functies" op pagina 5-2. op de [AFDRUKMENU] toets in het 1 Tip scherm speciale functies (3de scherm). Z/W OMGEKEERD 2 De instelling van het afdrukmenu verschijnt. De icoon voor het afdrukmenu ( ) verschijnt eveneens in de linker bovenhoek van het scherm om aan te geven dat de functie ingeschakeld is.
SPECIALE FUNCTIES zo 8 Controleer (pagina 5-40). nodig de afdruklay-out OK OPMAAK OK ANNULEREN 2-ZIJDIG ORIGINEEL INVOEGBLADEN BIJ KOPIËREN EN 2 Als u de lay-out en de afdrukinhoud van het geconfigureerde afdrukmenu wilt weergeven, tipt u op de [OPMAAK] toets. Deze positie kan worden gewijzigd en instellingen zo nodig geannuleerd. de [OK] toets aan 9 Tip instelling afdrukmenu. op de [OK] 10Tip speciale functies OPMERKING Het afdrukmenu annuleren.
SPECIALE FUNCTIES ■ De datum op de kopieën afdrukken De datum kan op kopieën afgedrukt worden. Er zijn elk vier selecties beschikbaar voor het formaat van de datum en het karakter dat jaar, maand en dag scheidt. OPMERKING De datum moet van te voren worden ingesteld in de gebruikersinstellingen. (Zie pagina 2-13.) stap 1 en 2 van "Algemene 1 Volg bedieningsprocedure voor het gebruik van het afdrukmenu" (pagina 5-30). 2 5 Selecteer de pagina’s waarop geprint moet worden.
SPECIALE FUNCTIES ■ Een stempel (omgekeerde tekst) op kopieën afdrukken Een bericht zoals "VERTROUWELIJK" kan in omgekeerde tekst op kopieën afgedrukt worden. De volgende 12 berichten zijn beschikbaar: VERTROUWELIJK PRIORITEIT VOORLOPIG DEFINITIEF TER INFORMATIE NIET KOPIËREN BELANGRIJK KOPIE DRINGEND PROEFDRUK TOPGEHEIM ANTWOORD AUB U kunt kiezen uit drie dichtheidsniveaus voor de achtergrond van het stempel. Er zijn twee selecties beschikbaar voor het formaat van het stempel.
SPECIALE FUNCTIES ■ Paginanummers op kopieën afdrukken. De paginanummers kunnen op kopieën afgedrukt worden. Eén van 6 formaten kan voor het paginanummer geselecteerd worden. stap 1 en 2 van "Algemene 1 Volg bedieningsprocedure voor het gebruik van het afdrukmenu" (pagina 5-30). 2 Tip op de [PAGINA-NUMMERING] toets.
SPECIALE FUNCTIES omslagen/invoegbladen toegevoegd 7 Wanneer worden en u wilt de omslagen/invoegbladen 9 Tip op de [OK] toets. opnemen in de paginanummering, tip dan op de [OMSL./INVOEG. TELLEN] toets. OK LAATSTE NUMMER OK AUTO OMSL./INVOEG. TELLEN LAATSTE NUMMER AUTO OMSL./INVOEG. TELLEN 10 Tip op de [OK] toets. de checkboxen van de items die 8 Selecteer u wilt opnemen in de paginanummertelling ANNULEREN en tip daarna op de [OK] toets. OMSLAGEN/INVOEGSELS TELLEN OK TOTAAL PAG.
SPECIALE FUNCTIES Voorbeelden van paginanummer afdrukken. Paginanummer afdrukken bij eenzijdig kopiëren (5 originelen) Instelling Waarde TOTAAL PAG.
SPECIALE FUNCTIES Paginanummer afdrukken bij tweezijdig kopiëren van normale pagina’s met ingevoegde omslagen(eenzijdig kopiëren) (9 originelen) Instelling 1ste pagina (voorblad) Waarde Voorkant TOTAAL PAG.
SPECIALE FUNCTIES ■ Afdrukken ingevoerde tekst op kopieën U kunt ingevoerde tekst op kopieën afdrukken. U kunt maximaal 50 karakters afdrukken. U kunt maximaal 30 sequenties van vaak gebruikte tekst opslaan. Zie "Opslaan van tekstsequenties" (pagina 5-39). OPMERKING Wanneer de machine aangesloten is op een netwerk, kunnen de afgedrukte tekstsequenties opgeslagen en gewist worden in de webpagina. Zie voor details Help in de webpagina.
SPECIALE FUNCTIES Opslaan van tekstsequenties 1 Bewerken en wissen van opgeslagen tekst Volg stap 1 en 2 van "Algemene bedieningsprocedure voor het gebruik van het afdrukmenu" (pagina 5-30). 2 Tip op de [TEKST] toets. stap 1 en 2 van "Algemene 1 Volg bedieningsprocedure voor het gebruik van het afdrukmenu" (pagina 5-30). 2 Tip op de [TEKST] toets.
SPECIALE FUNCTIES ■ Controleren en wijzigen van de afdruklay-out U kunt de afdruklay-out controleren nadat de afdrukitems geselecteerd zijn. Zo nodig kunt u de afdrukpositie wijzigen of de afdrukinhoud wissen. op de [OPMAAK] 1 Tip afdrukmenuscherm toets in het 4 Tip op de toets voor de nieuwe positie. OK OPMAAK ANNULEREN DATUM STEMPEL PAGINANUMMERING TEKST OM GESEL. ITEM NAARTOE TE VERPLAATSEN.
HET OPSLAAN, WISSEN EN GEBRUIKEN WERKPROGRAMMA’S De stappen van maximaal 10 kopieeropdrachten kunnen worden opgeslagen als werkprogramma 's. Werkprogramma 's kunnen gemakkelijk worden opgeroepen en worden niet gewist wanneer de stroom wordt uitgeschakeld. Het regelmatig opslaan van gebruikte kopieerinstellingen in een werkprogramma voorkomt dat u telkens deze instellingen moet selecteren wanneer u deze wilt gebruiken.
HET OPSLAAN, WISSEN EN GEBRUIKEN WERKPROGRAMMA’S Werkprogramma oproepen 1 Druk op de [#/P] toets. indien nodig, het aantal kopieën in en 3 Stel, druk vervolgens op de [START] toets. Het kopiëren begint met de instellingen van het werkprogramma. op de nummertoets van het gewenste 2 Tip werkprogramma. Het scherm sluit automatisch en het werkprogramma wordt opgeroepen. Er kan geen nummertoets worden geselecteerd die geen werkprogramma bevat. WERKPROGRAMMA’S DRUK OP PROGRAMMANUMMER.
EEN KOPIEERPROCES ONDERBREKEN De kopie van het gescande origineel in de onderbrekingmodus wordt uitgevoerd voor de onderbrekende kopieeropdracht. 1 Tip op de [ONDERBREKEN] toets. Als een onderbreken de kopieeropdracht mogelijk is AUTO tijdens een lopende ORIGINEE kopieeropdracht, verschijnt de [ONDERBREKEN] toets. AUTO BELICHTI (Als deze toets niet verschijnt AUTO 8x is het onderbreken van een kopieeropdracht niet mogelijk.
HOOFDSTUK 6 MACHINE-ONDERHOUD (VOOR KOPIËREN) In dit hoofdstuk worden de procedures beschreven voor het reinigen van de machine en het oplossen van problemen. Pagina ONDERHOUD DOOR GEBRUIKER....................................................... 6-2 ● Reiniging van de glasplaat en automatische origineelinvoer.................. 6-2 ● De hoofdlade van de fotogeleidende drum reinigen............................... 6-2 PROBLEEMOPLOSSING .......................................................................
ONDERHOUD DOOR GEBRUIKER Reiniging van de glasplaat en automatische origineelinvoer Als de glasplaat, origineelklep of automatische origineelinvoer bevuild zijn, kunnen er lijnen op de gescande beelden ontstaan. Deze zijn te zien wanneer de beelden worden afgedrukt. Houd deze onderdelen dus altijd schoon. \ Reinigen met een zachte schone doek. Maak, indien nodig, de doek vochtig met water of een kleine hoeveelheid phneutraal schoonmaakmiddel. Na het reinigen droogmaken met een schone doek.
PROBLEEMOPLOSSING Controleer de onderstaande probleemoplossing voordat u contact opneemt met de helpdesk. Veel problemen kunnen namelijk door de gebruiker zelf worden opgelost. Zet de stroomschakelaar uit en haal de stekker uit het stopcontact wanneer u het probleem niet met behulp van deze oplossing kunt verhelpen. Hieronder worden problemen m.b.t. de kopieerfunctie beschreven. Zie pagina 2-23 voor problemen m.b.t. het algemene gebruik van de machine.
HOOFDSTUK 7 DOCUMENTARCHIVERING Pagina OVERZICHT ........................................................................................... 7-2 ● Documentarchivering ...................................................................... 7-2 HET GEBRUIK VAN DOCUMENTARCHIVERING ................................. 7-4 ● Het bedieningspaneel ..................................................................... 7-4 ● Het opslaan van bestanden ............................................................
OVERZICHT Documentarchivering Documentarchivering kan worden gebruikt om het origineelbeeld op te slaan op de harde schijf van machine als gegevensbestand. Het opgeslagen bestand kan eenvoudig worden opgeroepen om te worden afgedrukt of te worden verzonden. Het gescande origineelbeeld wordt opgeslagen wanneer deze wordt afgedrukt of verzonden als document in de kopieerfunctie, printerfunctie of beeld verzenden functie ("SNELBESTAND" of "BESTAND".
OVERZICHT ■ Snelmap Wanneer [SNELMAP] is geselecteerd in het hoofdscherm van een bepaalde functie, wordt het bestand opgeslagen in deze map. U kunt maximaal 1000 bestanden opslaan in de snelmap. Alle bestanden uit de Snelmap kunnen worden gewist met behulp van een key-operatorprogramma's. Als u een bestand hebt opgeslagen dat u niet wilt wissen, kunt u de eigenschappen van het bestand beveiligen met behulp van [BEVEILIGEN] (maximaal 500 bestanden kunnen worden beveiligd). (Zie [Eigensch.
HET GEBRUIK VAN DOCUMENTARCHIVERING Het bedieningspaneel (1) (2) (3) DOC ARCHIVERING (4) (5) (6) AFDRUKKEN GEREED DATA BEELD WERZENDEN LIJN DATA KOPIE OPDRACHT STATUS GEBRUIKERSINSTELLINGEN (7) (1) Toetspaneel (Zie volgende pagina.) Hierop verschijnen alle meldingen en toetsen. De toetsen kunnen worden aangetipt om instellingen te selecteren en in te voeren.
HET GEBRUIK VAN DOCUMENTARCHIVERING Documentarchivering hoofdscherm Iconen voor documentarchivering Druk op [DOC ARCHIVERING] toets wanneer het toetspaneel de kopieermodus, de beeld verzenden modus of het opdrachtstatus scherm weergeeft om het hoofdscherm voor documentarchivering te openen. Het hoofdscherm toont berichten, toetsen en items die kunnen worden geselecteerd in de documentarchivering.
EEN BEELDBESTAND VAN HET ORGINEEL OPSLAAN Snelbestand "SNELBESTAND" kan worden geselecteerd om een beeld van het origineel op te slaan in de Snelmap wanneer een document wordt afgedrukt of verzonden in de kopieerfunctie, de printerfunctie of de fax/beeld-verzendfunctie. Het beeld kan op een later tijdstip weer worden opgeroepen om te worden afgedrukt of verzonden zonder dat het origineel is vereist.
EEN BEELDBESTAND VAN HET ORGINEEL OPSLAAN Archivering "BESTAND" kan worden geselecteerd om een beeld van het origineel op te slaan in de hoofdmap of een eerder aangemaakte aangepaste map wanneer een document wordt afgedrukt of verzonden in de kopieerfunctie, de printerfunctie of de beeld-verzendfunctie. Het beeld kan op een later tijdstip weer worden opgeroepen om te worden afgedrukt of verzonden zonder dat het origineel is vereist.
EEN BEELDBESTAND VAN HET ORGINEEL OPSLAAN 9 Tip op de [OK] toets. DMAP terug naar het scherm van stap 10. 14 UHetkeertingestelde wachtwoord wordt De aangetipte map wordt geselecteerd en u keert terug naar het scherm van stap 7. De geselecteerde mapnaam verschijnt. OK 2/2 weergegeven met " ". ANNULEREN OK WACHTWOORD XYYY indien nodig, de [VERTROUWELIJK] 10Selecteer, checkbox (alleen in kopieermodus).
EEN BEELDBESTAND VAN HET ORGINEEL OPSLAAN Afdrukopdrachten Afdrukopdrachten die zijn verzonden naar de machine via de printer driver, kunnen worden opgeslagen in de hoofdmap of een eerder aangemaakte aangepaste map tijdens het afdrukken. De opgeslagen afdrukgegevens kunnen worden opgeroepen en afgedrukt of verzonden zonder dat u het originele bestand opnieuw computer hoeft te openen.
EEN BEELDBESTAND VAN HET ORGINEEL OPSLAAN Scan opslaan Scan opslaan wordt gebruikt om een beeldbestand van een gescand origineel op te slaan in de hoofdmap of een aangepaste map zonder deze te kopiëren of te verzenden. op de [DOC ARCHIVERING] toets op 1 Druk het bedieningspaneel. DOC ARCHIVERING indien nodig, de daaropvolgende 6 Volg, stappen 7 tot 16. Ga naar stap 17 op pagina 7-11 wanneer klaar bent. AFDRUKKEN GEREED ●Volg de stappen 7 tot 10 om het origineelformaat in te stellen.
EEN BEELDBESTAND VAN HET ORGINEEL OPSLAAN 11Tip op de [RESOLUTIE] toets. 16 Tip op de [OK] toets. U keert terug naar het scherm van stap 14. AUTO BELICHTING OK 300x300dpi RESOLUTIE HANDMATIG AUTO ORIGINEEL 12Tip op de toets voor de gewenste resolutie. DRUK OP [START] OM ORIG. TE SCANNEN. SCANNEN NAAR SCHIJF 200x200dpi AUTO BELICHTING 300x300dpi RESOLUTIE 400x400dpi AUTO ORIGINEEL het origineel en tip op de [START] 17 Plaats toets.
EEN BEELDBESTAND VAN HET ORGINEEL OPSLAAN ■ Het gebruik van de speciale functies voor scan opslaan Tip op de [SPEC. FUNCTIES] toets in het hoofdscherm van het scan opslaan scherm om het scherm speciale functies te openen. De volgende functies kunnen worden geselecteerd in dit scherm. KLAAR OM TE SCANNEN NAAR VASTE SCHIJF. DRUK OP [START] OM ORIG. TE SCANNEN. Tip de [SPEC. FUNCTIES] toets in het hoofdscherm aan. SCANNEN NAAR SCHIJF VORIGE AUTO BELICHTING 300x300dpi RESOLUTIE SPEC.
BESTAND OPROEPEN EN GEBRUIKEN Een opgeslagen bestand zoeken en oproepen Om een bestand op te roepen kunt u de bestandsnaam, de mapnaam, of gebruikersnaam invoeren om het bestand snel te zoeken. Tip op de [ZOEKEN] toets in het hoofdscherm of documentarchivering of in een scherm waarin de mapnamen of bestanden in een map worden getoond om een bestand te zoeken. Een scherm om de gegevens te zoeken verschijnt.
BESTAND OPROEPEN EN GEBRUIKEN resultaten van de zoekactie 7 De gebruikersnaam verschijnen. Tip op op de gewenste bestandsnaam of mapnaam. ANNULEREN ZOEKEN BESTANDS- OF MAPNAAM GEBRUIK. NAAM OPNIEUW ZOEKEN DATUM op de gewenste bestandsnaam of mapnaam. ANNULEREN ZOEKEN BESTANDS- OF MAPNAAM GEBRUIK.
BESTAND OPROEPEN EN GEBRUIKEN Een opgeslagen bestand oproepen en gebruiken Een bestand dat is opgeslagen met de documentarchivering kan worden opgeroepen en worden afgedrukt of bewerkt. De onderstaande handelingen kunnen worden uitgevoerd: ● [Afdrukken] : Het bestand afdrukken (pagina 7-16) ● [Verzenden] : Het opgeslagen bestand verzenden (pagina 7-17). Het bestand kan worden verzonden met Scannen naar e-mail, Scannen naar FTP of Internet fax.
BESTAND OPROEPEN EN GEBRUIKEN op de toets van de handeling die u wilt 5 Tip uitvoeren. (1) (2) (1) [AFDRUKKEN] toets (Zie hieronder.) (2) [VERZENDEN] toets (Zie pagina 7-17.) (3) [EIGENSCH. WIJZIGEN] toets (Zie pagina 7-18.) (3) (4) [VERPLAATSEN] toets (Zie pagina 7-19.) ANNULEREN TAAKINSTELLINGEN Basic specificatinons Yamada Taro A4 (5) [WISSEN] toets (Zie pagina 7-19.) SELECTEER DE TAAK. AFDRUKKEN VERZENDEN EIGENSCH.
BESTAND OPROEPEN EN GEBRUIKEN ■ [Verzenden] Een opgeslagen bestand kan worden verzonden met Scannen naar e-mail, Scannen naar FTP, fax of Internet fax. Deze verzendfuncties vereisen de installatie van de betreffende opties. Het volgende scherm verschijnt wanneer er op de [VERZENDEN] toets wordt getipt. Selecteer de bestemming en andere vereiste instellingen voor het verzenden en tip vervolgens op de [VERZENDEN] (10) toets om het bestand te verzenden.
BESTAND OPROEPEN EN GEBRUIKEN (11) [VERZENDINST.] toets De [VERZENDINST.] toets wordt weergegeven in de E-mail/FTP modus en Internet FAX modus. Tip op deze toets om het onderwerp en de bestandsnaam in te stellen. In de E-mail/FTP modus kan ook de naam van de afzender worden ingesteld. (12) [SUBADRES] toets of [ADRESINVOER] toets ● Tip op deze toets om rechtstreeks de bestemming in te voeren voor een Scannen naar e-mail/FTP of Internet fax verzending.
BESTAND OPROEPEN EN GEBRUIKEN ■ [Verplaatsen] ■ [Wissen] Deze handeling wordt gebruikt om een bestand naar een andere map te verplaatsen. Het volgende scherm verschijnt wanneer de [VERPLAATSEN] toets wordt geselecteerd. Uitsluitend [DELEN] en [VERTROUWELIJK] bestanden kunnen worden verplaatst. (Een [BEVEILIGEN] bestand kan worden verplaatst nadat de eigenschap met behulp van [EIGENSCH. WIJZIGEN] is gewijzigd in [DELEN] of [VERTROUWELIJK].
BESTAND OPROEPEN EN GEBRUIKEN ■ Een bestand vanuit het opdracht statusscherm oproepen en bewerken Bestanden die zijn opgeslagen met behulp van de functies "BESTAND" en "SNELBESTAND" verschijnen als toetsen in het statusscherm van voltooide opdrachten. U kunt de informatie over het bestand in dit schermen bekijken en het bestand bewerken. 1 Druk op de [OPDRACHT STATUS] toets. op de [DETAILS] toets 4 Tip bestandsinformatie te bekijken. Het opdrachtstatus scherm verschijnt.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN Gebruikersnamen en mappen aanmaken, bewerken en wissen Dit onderdeel beschrijft hoe u gebruikersnamen en aangepaste mappen kunt aanmaken voor bestanden die u opslaat met de documentarchivering. Gebruikersnamen en aangepaste mappen worden aangemaakt en bewerkt met het bedieningspaneel op de machine of in de Webpagina. OPMERKINGEN ● Een eerder opgeslagen naam kan niet worden gebruikt voor het aanmaken van een nieuwe gebruikersnaam of map.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN ■ Een gebruikersnaam programmeren Volg de stappen 1 en 2 op pagina 7-21, tip op de [GEBRUIKERSNAAM REGISTREREN] toets in stap 3 en volg daarna de onderstaande stappen om een gebruikersnaam programmeren: 1 Tip op de [GEBRUIK. NAAM] toets. Het laagste nummer dat nog niet is geprogrammeerd GEBRUIK.NAAM verschijnt automatisch in WACHTWOORD "NR.". Tip op het nummer om SELECT. STANDAARDMAP WAARIN BEST.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN ■ Een gebruikersnaam bewerken en wissen Volg de stappen 1 en 2 op pagina 7-21 en daarna de onderstaande stappen om een gebruikersnaam te bewerken of te wissen: op de [GEBRUIKERSNAAM WIJZIGEN/ 1 Tip VERWIJDEREN] toets. OK [Bewerken] op de toets van elk item dat u wilt bewerken 4 Tip (bewerk deze zoals beschreven in de stappen 1 tot 9 in "Een gebruikersnaam programmeren" op pagina 7-22).
GEBRUIKERSINSTELLINGEN ■ Een aangepaste map aanmaken U kunt maximaal 500 mappen aanmaken. Verwijder onnodige mappen (pagina 7-25) wanneer er geen mappen meer kunnen worden aangemaakt en maak vervolgens een nieuwe map aan. Een wachtwoord kan niet worden overgeslagen bij het aanmaken van een map. Volg de stappen 1 en 2 op pagina 7-21, tip op de [AANGEPASTE MAP REGISTREREN] toets in stap 3 en volg daarna de onderstaande stappen om een aangepaste map aan te maken. 1 Tip op de [MAPNAAM] toets.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN 9 Tip op de [OK] toets. op de [VERLATEN] toets om het scherm te verlaten. Tip op de 10 Tip [VOLGENDE] toets om een andere map te programmeren. OK 1/1 NIEUWE TOEVOEGEN JKLMN OPQRST TWOORD UVWXYZ Als u op de [VERLATEN] toets hebt getipt, keert u VERLATEN VOLGENDE terug naar het scherm van stap 3 op pagina 7-21. Als u op de [VOLGENDE] toets hebt getipt, verschijnt er een scherm voor het invoeren van een nieuwe map. Herhaal de stappen 1 en 10 om een nieuwe map aan te maken.
KARAKTERS INVOEREN Volg de onderstaande stappen om karakters in te voeren in instelschermen zoals auto kiesnummers programmeerschermen. De karakters die kunnen worden ingevoerd zijn: alfabetische en speciale karakters, nummers en symbolen. ■ Alfabetische karakters invoeren (Voorbeeld: Sharp äÄ) 1 Tip op de [S] toets. 5 Tip op de [ Karakters na de " " markering kunnen niet worden ingevoerd ÃÄÂ/ãäâ] toets. ANNULEREN ADRESNAAM Sharp ANNULEREN ADRESNAAM SPATIE 6 Tip op de [ä] toets.
KARAKTERS INVOEREN ■ Het invoeren van getallen en symbolen 1 Tip op de [AB/ab 12#$%] toets. op de [OK] toets wanneer u klaar bent 3 Tip met het invoeren van de karakters. ANNULEREN ADRESNAAM ANNULEREN ADRESNAAM 1&1 SPATIE SPATIE Wanneer de karakters "12#$%" zijn gemarkeerd, is de nummer/symbool invoermodus geselecteerd. U verlaat het karakter invoerscherm en keert terug naar het programmeerscherm.
PROBLEEMOPLOSSING Dit onderdeel behandelt de problemen die zich voor kunnen doen tijdens het gebruik van de documentarchivering. Raadpleeg de onderstaande tabel bij problemen. Raadpleeg de probleemoplossing van de bijbehorende handleidingen voor informatie over algemene problemen met de machine of problemen met, de printer, de fax of netwerkscanner. Probleem Controlepunten Oorzaak en oplossing Een opgeslagen bestand is verdwenen. Werd het bestand opgeroepen en afgedrukt via de [GEGEVENS AFDRK.
HOOFDSTUK 8 TECHNISCHE SPECIFICATIES Dit hoofdstuk bevat belangrijke informatie over de machine. Pagina TECHNISCHE SPECIFICATIES ............................................................. 8-2 LIJST COMBINATIES RANDAPPARATUUR........................................... 8-4 INDEX .....................................................................................................
TECHNISCHE SPECIFICATIES Type Console Printsysteem Elektrofotografisch systeem Fotogeleiding type OPC drum Ontwikkelingssysteem Droog-type twee-componenten magnetische borstelontwikkeling Fuseersysteem Hitte roller Resolutie Scannen: 600 x 600 dpi, Uitvoer: 600 x 600 dpi Verloop 256 niveaus Originelen Papiervellen, gebonden originelen Maximum formaat A3 of 11" x 17" Kopiepapier Normaal papier en speciaal papier Kopie formaten Max. A3 of 11" x 17", min.
TECHNISCHE SPECIFICATIES Continue kopieersnelheid (wanneer de staffelfunctie niet wordt gebruikt) AR-M351N Kopieerpapierformaat AR-M451N 100% / Verkleind / Vergroot A3 (11" x 17") 17 kopieën/min. 20 kopieën/min. B4 (8-1/2" x 14") 20 kopieën/min. 22 kopieën/min. A4 (8-1/2" x 11") 35 kopieën/min. 45 kopieën/min. A4R (8-1/2" x 11"R) 25 kopieën/min. 30 kopieën/min. B5 (7-1/4" x 10-1/2") 35 kopieën/min. 45 kopieën/min. B5R (7-1/4" x 10-1/2"R) 15 kopieën/min. 18 kopieën/min.
LIJST COMBINATIES RANDAPPARATUUR De tabel hieronder laat de mogelijke systeemconfiguraties zien. Voor sommige apparaten is de installatie van andere (B) vereist, andere kunnen niet samen geïnstalleerd worden (A).
INDEX [ ] toets .............................................................. 1-13 [#/P] toets ............................................................. 1-13 ■ Numerieke toetsen 1-zijdige kopie -Automatische origineelinvoer ............................. 4-7 -Glasplaat.......................................................... 4-11 2in1 ............................................................. 5-23, 7-12 2-zijdige kopie ......................................
INDEX ■ E Eigenschappen ...................................................... 7-3 [E-MAIL/FTP] toets............................................... 1-16 Energiebesparende functies ................................. 1-8 Energy Star richtlijnen ............................................ 1-8 Etiketten ................................................................. 2-3 ■ F Fax uitbreidingskit ................................................ 1-12 Faxgegevens ontvangst/doorsturen .....................
INDEX Origineelformaat....................................... 4-2, 4-5, 4-6 Origineelgeleiders .................................................. 4-3 Origineelinvoerklep ....................................... 2-22, 4-3 Originelen plaatsen ................................................ 4-3 ■ P Paginanummering ....................1-7, 5-29, 5-34 tot5-37 Papier laden .......................................................... 2-2 -Handinvoerlade ..................................................
INDEX Volledig beeld .............................................. 6-16, 6-21 Voorbeelden van kaften en insteekvellen 5-16 tot 5-21 -Insteekvellen .................................................... 5-21 -Kaften.................................................. 5-17 tot 5-20 Voorklep ................................................. 1-9, 3-5, 3-14 Voorradenopslag .................................................. 2-16 Voorverwarmmodus ............................................... 1-8 ■ W Wachtwoord ..
GEBRUIKSAANWIJZING (algemene informatie en werking van kopieerder) AR-M351N/AR-M451N LASER PRINTER