Operation Manual

INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
48
Stel het IP-adres in
Deze instelling is uitsluitend vereist wanneer de machine wordt gebruikt in een netwerk.
8
Klik op de "Stel het IP-adres in"
toets.
9
De printer of printers die is
aangesloten op het netwerk wordt
herkend. Klik op de printer die u
wilt configureren (de machine) en
klik op de toets "Volgende".
10
Voer het IP-adres, het subnet
mask, en de standaard gateway
in.
De instellingen in het scherm hierboven
zijn voorbeelden. Vraag uw
netwerkbeheerder om het correcte
IP-adres, subnet mask en standaard
gateway die moeten worden ingevoerd.
Het "Ethernet adres" wordt aangegeven aan de linkerzijde van de
machine, dichtbij de LAN connector.
Als de machine wordt gebruikt op een ander netwerk nadat het
IP-adres is ingesteld, zal de machine niet worden herkend. Voer het
Ethernetadres in en klik op de "initialiseren" toets om het IP-adres te
initialiseren. Volg de instructies op het scherm met de "OK" knop en
vervolgens de "Zoeken" knop.
Het IP-adres kan soms automatisch worden gewijzigd wanneer
"IP-adres automatisch verkrijgen" is geselecteerd. Hierdoor zal het
afdrukken niet mogelijk zijn. Selecteer in zo'n geval "IP-adres
toewijzen" en voer het IP-adres in.
AL-xxxx
Opmerkingen
Opmerkingen