Operation Manual
61
5
TONERCARTRIDGE VERVANGEN
Als het indicatorlampje voor het vervangen van de tonercartridge () gaat branden, moet de tonercartridge snel
vervangen worden. Koop een nieuwe cartridge. Als het indicatorlampje voor het vervangen van de tonercartridge
() gaat knipperen, moet de tonercartridge worden vervangen voordat het kopiëren kan worden hervat. Vervang
de tonercartridge door onderstaande procedure te volgen.
1
Druk op beide uiteinden van de
voorklep en open deze.
2
Trek de tonercartridge eruit terwijl u
de ontgrendelingshendel omhoog
trekt.
Trek de tonercartridge er
uit tot u bij de groene
handgreep kunt. Terwijl u
de tonercartridge bij het
groene etiket met uw
linkerhand ondersteunt,
pakt u met uw
rechterhand de groene
handgreep en trekt u de
cartridge er helemaal uit.
3
Haal de nieuwe tonercartridge uit de
zak. Houd de cartridge aan beide
zijden vast en schud vier tot vijf keer
horizontaal.
4
Verwijder de beschermende klep van
de tonercartridge door drie
klephaakjes los te halen uit de
openingen op de cartridge. Trek de
klep dan in de richting die door de pijl
op de tekening wordt aangegeven.
5
Breng de tonercartridge aan tussen
de geleidingen tot hij op zijn plaats
klikt.
Verwijder vuil of stof van
de cartridge voordat u
deze installeert.
Als het indicatorlampje voor het vervangen van de tonercartridge
( ) gaat branden, is er nog wat toner over en
kunnen de kopieën vaag zijn.
Opmerking
Nadat u de tonercartridge hebt verwijderd,
moet u er niet mee schudden of erop kloppen.
Daardoor zou er toner uit de cartridge kunnen
lekken. Stop de oude cartridge onmiddellijk in
de zak uit de doos van de nieuwe cartridge.
Ruim de oude tonercartridge op in
overeenstemming met de geldende lokale
voorschriften.
Ontgrendelhendel
tonercartridge
Let op
4 of 5 keer
AL-1633_1644Dut.book 61 ページ 2003年12月1日 月曜日 午後5時25分