Operation Manual
Berichten 51
Gegevens uit Mijn telefoon bijvoegen
1. Selecteer bij stap 5 onder “Een nieuw bericht maken” op
pagina 50 de indicator “Foto”, “Geluid” of “Video” in het
midden aan de onderzijde van het scherm, en druk vervolgens
op .
2. Selecteer “Opgeslagen afb.”, “Opgeslagen geluiden” of
“Opgeslagen video”.
3. Selecteer het gewenste bestand.
Als u nieuwe foto’s wilt maken of geluiden of videoclips wilt
opnemen, selecteert u “Foto maken”, “Geluid opnemen” of
“Video opnemen”.
• Als u JPEG-bestanden bijvoegt, selecteer dan de juiste optie
voor wijziging van de grootte. De maximale berichtgrootte voor
verzending is namelijk afhankelijk van de netwerkoperator.
Een item uit het Telefoonboek bijvoegen
1. Selecteer bij stap 5 onder “Een nieuw bericht maken” op
pagina 50 de indicator “Overig” in de rechterbenedenhoek
van het scherm. Druk op en selecteer “Tel.boek
bijsluiten”.
2. Selecteer het gewenste item.
Als u uw eigen contactgegevens wilt bijvoegen, kiest u “Mijn
contactgegev.”.
Een afspraak bijvoegen
1. Selecteer bij stap 5 onder “Een nieuw bericht maken” op
pagina 50 de indicator “Overig” in de rechterbenedenhoek
van het scherm. Druk op en selecteer “Afspraak
bijsluiten”.
2. Selecteer de gewenste dag met de afspraak die u wilt
bijvoegen.
3. Selecteer de gewenste afspraak.
Bijlagen verwijderen of vervangen
1. Druk bij stap 5 onder “Een nieuw bericht maken” op pagina 50
op [Opties] en selecteer voor iedere bijlage de betreffende
verwijderingsoptie.
De verzendingsopties gebruiken
U kunt de berichtverzendingsopties gebruiken voor elk type bericht.
1. Selecteer de indicator “Verzenden” in de linkerbenedenhoek
van het scherm en druk vervolgens op en selecteer
“Bericht Instellingen”.
•
“Leesrapport” (“Aan”, “Uit”) (MMS): Met deze optie kunt u
instellen of aan de afzender al dan niet een bericht moet worden
teruggestuurd met de mededeling dat het bericht is gelezen.
• “Afleverrapport” (“Aan”, “Uit”) (SMS/MMS): Hiermee kunt u de
functie afleverrapport aan- en uitzetten. Deze functie gebruikt
u als u wilt dat de geadresseerde u laat weten dat het bericht
is ontvangen.
• “Vervaltijd” (“Maximum”, “30 minuten”, “1 uur”, “6 uur”, “1
dag”, “1 week” (SMS/MMS): Hiermee bepaalt u de vervaltijd
voor een bericht dat op de server is opgeslagen.
• “Prioriteit” (“Hoog”, “Normaal”, “Laag”): Geef de prioriteit aan
van opgestelde berichten.
• “Bezorgingstijd” (“Geen uitstel”, “30 minuten”, “1 uur”, “6
uur”, “1 dag”, “1 week” (SMS/MMS): Met deze optie stelt u de
tijdsduur in tot het moment dat het bericht moet worden
bezorgd.