Operation Manual
20 Functies voor spraak- en video-oproepen
Functies voor spraak- en video-
oproepen
Bellen
1. Voer het gewenste net- en abonneenummer in en druk op D
om te bellen.
Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op U om het
nummer links van de cursor te verwijderen.
Noodoproepen
1. Voer met de toetsen 112 (internationaal noodnummer) in en
druk op D om te bellen.
Opmerking
• Niet op alle mobiele netwerken is het mogelijk noodoproepen tot
stand te brengen wanneer bepaalde netwerkdiensten en/of
telefoonfuncties in gebruik zijn. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
• Dit noodnummer kan gewoonlijk worden gebruikt om, met of
zonder SIM-kaart, in een land een alarmnummer te bellen
wanneer een UMTS/GSM-netwerk binnen bereik is.
Internationale gesprekken
1. Houd Q ingedrukt totdat het teken + (internationaal
voorloopnummer) verschijnt.
2. Voer de landcode in, gevolgd door het netnummer (zonder de
voorloopnul) en het telefoonnummer en druk op D om te
bellen.
Een ingevoerd telefoonnummer aan het Telefoonboek
toevoegen
1. Nadat u een nummer hebt gekozen, drukt u op [Opties] en
kiest u “Nummer opslaan”.
Voor bijzonderheden over het toevoegen van een nieuw item, zie
“Nieuw contact toevoegen” op pagina 35.
Mijn telefoonnummer weergeven of verbergen op het display
van degene die wordt opgebeld
1. Nadat u een telefoonnummer hebt ingevoerd, drukt u op
[Opties] en kiest u “Mijn ID tonen” of “Mijn ID verbergen”.
In de weergavestand van het display bellen met behulp van
het Telefoonboek
1. Druk op Y.
2. Selecteer “Contacten”.
3. Selecteer “Telefoonboek”.
4. Selecteer de persoon die u wilt bellen.
5. Selecteer het telefoonnummer.
6. Selecteer “Oproep” om te bellen.
U beëindigt een gesprek door op Z te drukken.