Operation Manual

74
Camera
1. Selecteer de gewenste kleur.
Lichtkleuren: Wit/Rood/Geel/Groen/Blauw/Violet/Lichtblauw/Disco
De modus van het toestellampje wijzigen
Stel de gewenste modus van het toestellampje in.
“Camera”
[Opties]
“Afbeeldinginst.”
“Toestellampje”
“Aan/
uitzetten”
1. Selecteer de gewenste modus.
“Aan” ( ): De lamp is altijd aan.
“Autom.” ( ): De lamp gaat aan als het toestel merkt dat het donker wordt.
“Verlichting laag” ( ): Gebruik deze modus voor macrofotografie.
“Uit”: De lamp is altijd uit.
De bijbehorende indicator wordt op het scherm weergegeven. Selecteer “Uit” om de
verlichting uit te zetten.
Gebruik van de Timer (Timer)
“Camera”
[Opties]
“Cameramodi”
“Timer”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
” wordt op het scherm weergegeven als u “Aan” selecteert.
De scène selecteren
U kunt de geschikte scène kiezen voor de foto.
“Camera”
[Opties]
“Afbeeldinginst.”
“Scène”
1. Selecteer de gewenste scène.