Operation Manual
108 Instellingen
Instellingen
Het menu instellingen omvat de volgende vier tabs.
U kunt de gewenste tab selecteren met de toetsen c/
d. Vervolgens kunt u in de geselecteerde tab met de
toetsen a/b het onderdeel selecteren dat u wilt
aanpassen.
• Tab 1: “Telefoon instellingen”
• Tab 2: “Verbindingen”
• Tab 3: “Instellingen oproepen”
• Tab 4: “Netwerkinstellingen”
Telefoon instellingen
Profielen
U kunt de ringtone, het geluid, het trilalarm en de
verlichtingsinstellingen voor elk profiel aan uw wensen
aanpassen.
Er zijn 6 profielen: “Normaal”, “Vergadering”,
“Actief”, “Auto”, “Headset” en “Stil”.
Een profiel activeren
“Instellingen”
→
“Telefoon instellingen”
→
“Profielen”
1. Selecteer het gewenste profiel.
Opmerking
• Wanneer een profiel is geselecteerd, verschijnt op het
stand-byscherm het corresponderende symbool. De
symbolen staan beschreven op bladzijde 20.
Tip
• Houd tijdens stand-by R even ingedrukt om de
profielinstelling te wisselen tussen het huidige profiel
en het profiel Stil.
(M 12)
(Tab 1)
(M 12-1)