Instructions

- 39 -
tijd wordt geopend, kan het
tot een aanmerkelijke tem-
peratuurstijging in de vakken
van het apparaat komen.
De vlakken, die met levens-
middelen en toegankelijke
aoopsystemen in aanraking
komen, moeten regelmatig
worden gezuiverd.
Bewaar rauw vlees en vis in
geschikte verpakkingen in de
koel-/ vriesapparaat zodat het
andere levensmiddelen niet
raakt of op deze druipt.
Als het koel-/ vriesapparaat
voor een langere tijd leeg
staat, het apparaat afzetten,
ontdooien, reinigen en de
deur openlaten om schimmel-
vorming te vermijden.
In de koelkast ontstaan ver-
schillende koelzones. De
warmste zone bevindt zich bij
de deur bovenaan de koel-
kast. Die koudste zone be-
vindt zich op de achterwand
onder in de koelkast.
Deel de levensmiddelen daar-
om als volgt in:
ū In de schappen van de koel-
kast (van boven naar bene-
den): gebak, kant-en-klaar-
maaltijden, zuivelproducten,
vlees, vis en worst.
ū In de VeggiBox: groenten,
sla, fruit.
ū In de deur (van boven naar
beneden): boter, kaas, eie-
ren, tubes, kleine esjes, gro-
te essen, melk, sappakjes.
Om persoonlijk letsel en materiële schade
te voorkomen, mag het apparaat alleen
verpakt worden getransporteerd en zijn er
twee personen nodig om het apparaat te
plaatsen.
Let op! Houd kinderen uit de buurt van ver-
pakkingsmateriaal. Gevaar voor verstikking!
Controleer het netsnoer regelmatig op
beschadigingen. In het geval van een
beschadiging mag het apparaat niet meer
worden gebruikt.
Gebruik geen elektrische apparaten in de
opslagruimte, om brandgevaar te voorko-
men. Plaats ook geen vloeistofreservoirs
op het apparaat zodat eventueel lekkende
vloeistoffen de elektronica en de isolatie
niet kunnen beschadigen.
Bewaar drank met een hoog alcoholpercen-
tage alleen goed afgesloten en staand.
Bewaar geen glazen essen met bevries-
bare vloeistoffen of met koolzuurhoudende
vloeistoffen in de vriezer van het apparaat,
omdat deze tijdens het invriezen kunnen
barsten.
Consumeer geen levensmiddelen die over
de datum zijn. Dit kan leiden tot een voed-
selvergiftiging. Reeds ontdooide levensmid-
delen niet opnieuw invriezen.
Misbruik geen rekken, vakken, deuren enz.
als loop- of steunvlak.
Hanteer geen open vuur of ontstekingsbron-
nen in de binnenruimte van het apparaat.
Trek de stekker uit het stopcontact,
ū bij storingen tijdens het gebruik,
ū voor elke reiniging,
ū bij werkzaamheden aan het apparaat.
Trek de stekker niet aan het netsnoer uit
het stopcontact; trek altijd aan de stekker
zelf.
Technische wijzigingen voorbehouden.