Operation Manual
Kleuren, verlopen en transparantie
427
2. Klik op de knop Vulgereedschap in het
vervolgmenu met vullingen op de werkbalk
Gereedschappen. Het pad van het verloop wordt
weergegeven op de vulling of contour van het object.
3. Sleep met het vulgereedschap de nodes aan het begin en
einde van het pad of klik op het object om een nieuwe
beginnode in te stellen en sleep vanuit dit punt om een
nieuw pad voor het verloop te definiëren. Het
kleurverloop begint op de positie waar u de beginnode
plaatst en eindigt waar u de eindnode plaatst.
Elk type verloop heeft een specifiek pad. Zo hebben lineaire
kleurverlopen bijvoorbeeld een pad dat uit één lijn bestaat en
radiale kleurverlopen een pad dat uit twee lijnen bestaat. Bij het
laatstgenoemde type verlopen kunt u de spreiding van de kleuren
dus in twee richtingen aanpassen (weg van het midden). Als voor
een object een bitmapverloop is ingesteld, bestaat het pad uit twee
lijnen die in het midden met elkaar zijn verbonden. De nodes
duiden het middelpunt en de randen van het verloop aan.
Transparantie instellen
Transparantie-effecten lenen zich uitstekend om hooglichten,
schaduw, schakeringen en ‘gerenderd’ realisme te simuleren. Ze
kunnen het verschil uitmaken tussen alledaagse tweedimensionale
illustraties en afbeeldingen met diepte en zeggingskracht. WebPlus
ondersteunt variabele transparantie en biedt u de mogelijkheid
transparantie-effecten op basis van een effen kleur, kleurverloop of
bitmapverloop op objecten toe te passen.
In de afbeelding hierna hebben de vlinders bijvoorbeeld een effen
(100% ondoorzichtig) transparantie, een transparantieverloop
(100% tot 0% ondoorzichting) en een effen (50% ondoorzichtig)
transparantie van links naar rechts.