Operation Manual

Objecten bewerken
310
Zo snijdt u een object bij door de contouren ervan aan te
passen:
Selecteer het object en selecteer vervolgens het
gereedschap
Onregelmatig bijsnijden in het
vervolgmenu Effecten van de werkbalk gereedschappen.
De optiebalk Curve verschijnt, waarmee u de
weergegeven nodes en segmenten die de contouren van
het object definiëren, naar wens kunt aanpassen. Zie
Lijnen bewerken op pagina 386.
Als u een node (besturingspunt) wilt verplaatsen,
versleept u de node op de positie waarop u de
cursor ziet.
Als u een lijnsegment (tussen twee nodes)
wilt verplaatsen, versleept u het segment op de
positie waarop u de cursor ziet.
Zo positioneert u een bijgesneden object binnen de
gedefinieerde contouren:
Plaats de muisaanwijzer in het midden van het
geselecteerde object terwijl een van beide
gereedschappen actief is (wanneer de cursor de vorm
heeft van een handje) en sleep terwijl u de
linkermuisknop ingedrukt houdt.
Zo doezelt u de randen van het bijgesneden object:
Klik op het object terwijl een van beide gereedschappen
actief is.
Stel via de optie Doezelen op de optiebalk de gewenste
waarde in. Het doezelen wordt buiten de randen van het
bijgesneden object toegepast op basis van de ingestelde
tekengrootte.