Operation Manual
96
Als de XP 5 handmatig geactiveerd wordt op hoogten boven 610 meter (2.000 voet), wordt de
computer automatisch gecallibreerd om de diepte in meters zoet water te berekenen i.p.v. meters
zout water. Als u vervolgens afdaalt naar lagere hoogten, moet u wachten met duiken, totdat de
eenheid automatisch alle reststikstof en zuurstoflading uitgewassen heeft en opnieuw ingesteld is
om op de nieuwe hoogte te functioneren.
WAARSCHUWING: Hoogtecompensatie die de XP 5 u biedt, wordt bewerkstelligd als
de eenheid handmatig geactiveerd wordt. Indien de XP 5 geactiveerd wordt door
contact met water, biedt de eenheid geen hoogtecompensatie.
DUIK NIET op een
andere hoogte, totdat de eenheid zichzelf uitschakelt en handmatig ingeschakeld
wordt. Hij zal dan automatisch gecallibreerd worden op de nieuwe hoogte.
Indien de eenheid geactiveerd wordt op hoogten boven 4.267 meter (14.000 voet), dan
zal een diagnostische controle uitgevoerd worden en volgt een onmiddellijke
uitschakeling.
VLIEGEN NA DUIKEN
In 1990 publiceerde de Undersea and Hyperbaric Medical Society (UHMS) een aantal
richtlijnen dat als doel had het minimaliseren van de mogelijkheid op decompressieziekte als gevolg
van te snel vliegen na duiken. De UHMS stelt voor* dat duikers die gewone lucht gebruiken en
geen symptomen van decompressieziekten vertonen, 24 uur wachten na hun laatste duik voordat ze
in een vliegtuig stappen met een kabinedruk tot 2.440 meter (8.000 voet).
* uit “The UHMS Flying After Diving Workshop”










