Operation Manual
53
DECOMPRESSIEDUIKMODUS
De XP 5 is ontworpen om u te helpen door u een beeld te geven van
hoe dicht u bij de decompressiegrens zit. De
decompressieduikmodus wordt geactiveerd als de theoretische niet-
decompressietijd/diepte limiet overschreden worden.
Het binnengaan van de decompressiemodus (Fig. 47)
Wanneer u de decompressiemodus binnengaat, klinkt het hoorbare
alarm gedurende 30 seconden of totdat u het bevestigd hebt.
Op dat moment moet u beginnen aan een veilige, langzame
opstijging tot een diepte die iets onder of net gelijk is aan de vereiste
bovengrensstopdiepte (Fig. 47a) die de XP 5 aangeeft. Vervolgens
houdt u een decompressiestop voor de aangegeven tijd (Fig. 47b).
• De pijl omhoog en de decobalk knipperen indien u meer dan 3
meter (10 voet) dieper bent dan de vereiste
bovengrensstopdiepte.
• Als u binnen 3 meter (10 voet) bent of onder de stopdiepte, dan
verschijnen beide pijlen en de balk zonder te knipperen.
Andere informatie bevat:
• Huidige diepte (Fig. 47c).
• Totale opstijgtijd (Fig. 47d) - waarin ook de vereiste stoptijden zijn
opgenomen en alle bovenstopgrenzen plus de verticale
opstijgtijden die berekend zijn met 18 mpm (60 fpm) voor diepten
onder de 18 m (60 ft) en met 9 mpm (30 fpm) voor diepten boven
de 18 m (60 ft).
Fig. 47 -Binnengaan DECO
a
b
c
d










