Operation Manual

48
• Het percentage zuurstof (FO2) in de nitroxmix die gebruikt wordt, moet ingesteld worden
'voor iedere nitrox-duik', tenzij de FO2 50% Standaardeigenschap ingesteld is op OFF
(gebruikersinstelling).
• De duikplanner biedt voorspelde tijden voor herhalingsduiken. Afhankelijk van uw
flesinhoud, gasconsumptie en zuurstofopbouw, kunt u minder tijd beschikbaar hebben
dan aangegeven wordt, omdat u niet genoeg ademgas hebt bijvoorbeeld.
• Totdat de eenheid zichzelf uitgeschakeld heeft, mag u de XP 5 niet op een andere hoogte
gebruiken dan op de hoogte waar hij was geactiveerd. Indien u dit toch doet, leidt dat tot
een fout die gelijk staat aan het verschil in barometrische druk, wat kan leiden tot een
foutieve duikmodus met valse gegevens.
• Wilt u juiste gegevens hebben, aangepast aan de hoogte, dan activeert u de XP 5
handmatig op de nieuwe hoogte. Duikcomputers als de XP kunnen wijzigingen in de
barometrische druk niet verwerken indien ze geactiveerd worden door watercontact
(d.w.z. activering bij afdaling).
• Gebruik de gele voorzichtigheidszone van het stikstofdiagram als visuele referentie om
een grotere marge van bescherming inacht te houden tussen u en de niet-
decompressielimieten.
• U moet alles in het werk stellen om de diagrammen in de groene zones te houden tijdens
al uw duiken om het risico op decompressieziekte te verminderen, alsmede
zuurstofvergiftiging en de gevolgen buitenissige opstijgsnelheden.
WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN
VOOR VEILIGHEID