User guide

176
Wanneer de juiste waarde is ingesteld,
drukt u nogmaals op de toets FUNC.
De BMI-functie is nu geactiveerd.
Laat de patiënt op de weegschaal stap-
pen. Daar moet de patiënt rustig blijven
staan.
Lees de BMI op het digitale display af en
vergelijk deze met de categorieën op
bladzijde 176.
Om weer naar het normale weegproces
terug te keren, drukt u op de toets
FUNC.
Om de weegschaal uit te schakelen,
drukt u opnieuw op de starttoets.
Evaluatie van de Body-Maat-Index voor volwassenen:
Vergelijk de vastgestelde waarde met de onderstaande categorieën, die overeenkomen
met de door de WHO, 2000 gebruikte categorieën.
BMI onder 18,5:
Attentie, de patiënt weegt te weinig. Er kan een tendens tot magerzucht bestaan. Een
toename van het gewicht wordt aanbevolen om het welbevinden en prestatievermo-
gen te verbeteren. In geval van twijfel dient een specialist te worden geconsulteerd.
BMI tussen 18,5 en 24,9:
De patiënt heeft normaal gewicht en kan zo blijven als hij is.
BMI tussen 25 en 30 (Präadipositas):
De patiënt heeft licht tot matig overgewicht. Hij moet zijn gewicht reduceren, indien er
al klachten zijn opgetreden. (bijv. diabetes, hoge bloeddruk, jicht, aandoening van de
vetstofwisseling).
BMI boven 30:
Afvallen is dringend noodzakelijk. Stofwisseling, bloedsomloop en botten worden be-
last. Een consequent dieet wordt aanbevolen evenals veel beweging en een gedrags-
therapie. In geval van twijfel dient een specialist te worden geconsulteerd.
Wegen met Pre-Tarra
Wanneer de pre-tarra-functie geactiveerd is wordt een opgeslagen gewichtswaarde van
het actueel gemeten gewicht afgetrokken. Deze functie is bijvoorbeeld handig wanneer
het gewicht van een rolstoel niet meegerekend moet worden.
Druk bij onbelaste weegschaal op de
starttoets.
Op het display verschijnen achtereen-
volgens
SE(A, 88888 en 0.0. Daarna is
de weegschaal automatisch op nul ge-
zet en bedrijfsklaar.
Druk op de toets FUNC.
In het display verschijnt de functie die
het laatst werd gebruikt.