Operation Manual

46
IX. Verzorging en onderhoud
Week de camera onmiddellijk na gebruik van de camera gedurende
ongeveer 10 minuten onder water in een tobbe met zoet water.
Verwijder de USB-kap en spoel de USB-contacten.
Druk, terwijl u de camera onder water houdt, een paar keer op elke
knop om ingesloten zout water weg te spoelen.
Droog de behuizing met een schone en zachte doek nadat de camera uit
de tobbe met zoet water is gehaald. Laat nooit water drogen op de lens
of het LCD-scherm, wat kan leiden tot vlekken van waterdruppels.
Laat de camera niet gedurende langere tijd in direct zonlicht liggen.
Bewaar de camera in een gebied met schaduw of onder een droge
handdoek.
Zorg ervoor dat de camera perfect droog is voorafgaand aan opslag.
Bewaar de camera in een schoon en droog gebied.
Demonteer dit product niet; er zijn geen door de gebruiker te
onderhouden onderdelen en hierdoor komt de garantie te vervallen.
Houd de camera weg van extreme temperaturen of langdurige
blootstelling aan direct zonlicht. Opslagtemperatuurbereik is -20°F tot
140°F (-29°C tot 60°C).
Voor langdurige opslag moet u de batterij ongeveer 50% of meer
opladen. Het opslaan van de camera met 0% lading kan de levensduur
van de batterij verkorten of de batterij permanent beschadigen.
Door openen van en knoeien met de camera komt uw garantie te
vervallen.
De batterij mag alleen worden vervangen door een geautoriseerd
SeaLife-servicecentrum. Risico op explosie als de batterij wordt
vervangen door een onjuist type. Verwijder gebruikte batterijen
overeenkomstig uw lokale wetten.