operation manual
90 
•  Sluit altijd de tankdop na het bijtanken. Bewaar de 
benzine in een speciale houder, weg van warmte en 
brandbronnen.
•  Raak de uitlaat niet aan terwijl de motor loopt (risico 
op brandwonden).
•  Raak de bougiestekker niet aan terwijl de motor 
draait (risico op elektrische schok).
•  Laat de machine afkoelen voordat u wijzigingen of re-
paraties uitvoert en verwijder altijd de bougiestekker.
•  Gebruik geen benzine of oplosmiddelen voor het rei-
nigen. Ontploffingsgevaar!
BIJTANKEN: 
Opgelet! Ontploffingsgevaar Verboden te roken
1  Schakel de motor uit
2  Laat de motor afkoelen.
3  Open de tankdop voorzichtig. (Besteed hierbij aan-
dacht zodat er geen benzine naar buiten spat door 
overdruk.)
4  Giet de benzine in de tank. (Opgelet! (Gevaar op 
overlopen) Als de benzine overloopt, moet u deze 
onmiddellijk verwijderen met een doek
5  Sluit de tankdop goed. (De trillingen van de machine 
kunnen ervoor zorgen dat de tankdop loskomt.)
Controleer de benzineleidingen, de tankdop en de brand-
stoftank op lekken of gebreken. 
Het apparaat mag niet worden gebruikt met dergelijke 
schade.
Tank het apparaat niet bij terwijl de motor nog warm is 
of loopt.
Tank de machine niet bij in de buurt van open vuur.
GEBRUIKSPERIODE:
Het gebruik van de trilstamper kan leiden tot circulatie-
problemen in de vingers, handen of polsen. Er kunnen 
symptomen zoals slapende lichaamsdelen, pijn, tinteling 
en veranderingen aan de huid optreden. 
Als deze symptomen zich voordoen, moet u een arts 
raadplegen.
Gebruik geschikte handschoenen en neem regelmatige 
pauzes.
  Bedoeld gebruik
De machine volgt de toepasselijke machinerichtlijnen van 
de EG. 
OPGELET! Het apparaat mag niet worden gebruikt door per-
sonen die de bedieningsinstructies niet kennen, kinderen, 
jongeren en personen onder invloed van alcohol, drugs en 
geneesmiddelen.
•  Voordat het werk begint, moeten alle beschermende 
en veiligheidsapparaten op de trilstamper worden 
gemonteerd.
•  De trilstamper is een gereedschap op motoraandri-
jving en is geschikt voor het aanstampen van losse 
grond, aardkluiten en grind om een stevige en stabie-
le basis te vormen voor funderingen, ondergronden 
en andere ondergrondse versterkingen.










