operation manual

45 І 52
Montage
Montage van de aanbouwset voor de kettingzaag (ge-
bruik als hoogsnoeier)
Montage van zwaard en zaagketting
Bevestigingsschroef (17) voor kettingwielafdekking
losdraaien (Fig. 2).
Kettingwielafdekking (18) afnemen. (Fig.3)
Ketting, zoals in de guur voorgesteld, de omlopende
groef van het zwaard in leggen (Fig.4/Pos. 19).
Zwaard en ketting, zoals in de guur getoond, de
opname van de kettingzaag in leggen (Fig. 5).
Daarbij de ketting rond het rondsel (Fig. 5/Pos. 20)
leiden.
Kettingwielafdekking (Fig. 6/Pos. 18) aanbrengen en
met bevestigingsschroef handvast aanhalen.
Bevestigingsschroef pas na het afstellen van de ketting-
spanning de nitief vastschroeven.
Spannen van de zaagketting
Voorzichtig! Vóór controle en instelwerkzaamheden
altijd de accu van het apparaat afnemen. Draag om
verwondingen te vermijden altijd werkhandschoenen als
u werkzaamheden aan de kettingzaag verricht.
Bevestigingsschroef (18) voor kettingwielafdekking
met enkele slagen losdraaien (Fig. 6).
Kettingspanning afstellen m.b.v. de kettingspanschro-
ef (Fig.7/Pos. 21). Door draaien met de wijzers van de
klok mee (naar rechts) verhoogt u de kettingspanning,
door draaien tegen de richting van de wijzers van de
klok in (naar links) verlaagt u de kettingspanning. De
zaagketting is correct gespannen als ze in het midden
van het zwaard ca. 2 mm kan worden opgeheven
(Fig. 8).
Bevestigingsschroef (18) voor kettingwielafdekking
goed aanhalen (Fig. 6).
Aanwijzing! Alle kettingschakels moeten naar behoren
in de geleidegroef van het zwaard liggen.
Aanwijzing omtrent het spannen van de ketting:
De zaagketting dient omwille van de bedrijfszeker-
heid en veiligheid altijd correct te zijn gespannen. De
zaagketting is optimaal gespannen als ze in het midden
van het zwaard ca.2 mm kan worden opgeheven.
Aangezien de zaagketting bij het zagen warm wordt en
bijgevolg van lengte verandert, dient u de kettingspan-
ning ten laatste om de 10 minuten te controleren en,
indien nodig, bij te regelen. Dit geldt vooral voor nieuwe
zaagkettingen.
Ontspan de zaagketting aan het einde van het werk
omdat de ketting bij het afkoelen korter wordt. Daardoor
voorkomt u dat schade aan de ketting wordt berokkend.
Smering van de zaagketting
Voorzichtig! Vóór controle en instelwerkzaamheden
altijd de accu van het apparaat afnemen. Draag om
verwondingen te vermijden altijd werkhandschoenen als
u werkzaamheden aan de kettingzaag verricht.
Aanwijzing! Stel de ketting nooit zonder zaagkettingolie
in werking! Het gebruik van de zaagketting zonder zaag-
kettingolie of bij een oliepeil beneden het kijkvenster
heeft een beschadiging van de kettingzaag tot gevolg!
Aanwijzing!
Hou rekening met de temperatuuromstandigheden:
verschillende omgevingstemperaturen eisen smeer-
middelen van zeer verschillende viscositeit. Bij lage
temperaturen hebt u dunvloeibare oliën (lage viscositeit)
nodig om een voldoende smeer lm te doen ontstaan.
Als u dezelfde olie in de zomer gebruikt, zou de olie
alleen door de hogere temperaturen nog meer vloeibaar
worden gemaakt.
Uitgangsspanning 21 V
Uitgangsstroom 1,5 A (h)
Beschermklasse II
Geluid en vibratie
De geluids- en vibratiewaarden werden bepaald vol-
gens ISO 22868.
Heggen-
schaar
Hoogs-
noeier
Geluidsdrukniveau L
pA
76,6 dB(A) 68,9 dB(A)
Onzekerheid K
PA
3 dB(A 3 dB(A)
Geluidsdrukniveau L
WA
gemeten
86,5 dB(A) 88,9 dB(A)
Onzekerheid K
WA
3 dB(A 3 dB(A)
Geluidsdrukniveau L
WA
gegarandeerd
92 dB(A) 93 dB(A)
Draag een gehoorbeschermer.
Lawaai kan aanleiding geven tot gehoorverlies.
Totale vibratiewaarden (vectorsom van drie richtingen)
bepaald volgens ISO 22867.
Heggen-
schaar
Hoogs-
noeier
Trillingsemissiewaarde
a
h
2,87 m/s
2
1,635 m/s
2
Onzekerheid K 1,5 m/s
2
1,5 m/s
2
De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten
volgens een genormaliseerde testprocedure en kan
veranderen naargelang van de wijze waarop het elekt-
rische gereedschap wordt gebruikt en in uitzonderings-
gevallen boven de opgegeven waarde liggen
De vermelde trillingsemissiewaarde kan worden ge-
bruikt om elektrische gereedschappen onderling te
vergelijken.
De vermelde trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt om voor begin van de werkzaamheden de na-
delige gevolgen te beoordelen.
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot een
minimum!
Gebruik enkel intacte toestellen.
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
Pas uw manier van werken aan het toestel aan.
Overbelast het toestel niet.
Laat het toestel indien nodig nazien.
Schakel het toestel uit als het niet wordt gebruikt.
Draag handschoenen.
Vóór inbedrijfstelling
Voorzichtig!
Monteer de accu pas, nadat het apparaat volledig ge-
monteerd en alle instellingen uitgevoerd werden. Draag
om verwondingen te vermijden altijd werkhandschoe-
nen, als u werkzaamheden verricht aan het apparaat.
Pak alle onderdelen zorgvuldig uit en controleer deze op
volledigheid.