operation manual
149BE-VLG
14. Verhelpen van storingen
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Motor functioneert niet. Motor, kabel of stekker defect, zekeringen
doorgebrand.
Machine door vakman laten controleren. Repareer
de motor nooit zelf! Gevaar! Zekeringen controleren,
evt. vervangen.
De motor draait langzaam
en bereikt de bedrijfsnelheid
niet.
Spanning te laag, wikkelingen beschadigd,
condensator doorgebrand.
Laat de spanning door een elektricien controleren.
Laat de motor door een vakman controleren. Laat
de motor door een vakman vervangen.
Motor maakt te veel lawaai. Wikkelingen beschadigd, motor defect. Laat de motor door een vakman controleren.
Motor haalt volledige
vermogen niet.
Stroomcircuits in het netwerk overbelast
(lampen, andere motoren,...)
Gebruik geen andere machines of motoren in
hetzelfde stroomcircuit.
Motor oververhit snel. Overbelasting van de motor, onvoldoende
koeling van de motor.
Verhinder overbelasting van de motor tijdens het
zagen, verwijder stof van de motor zodat deze
optimaal gekoeld wordt.
Verminderd snijvermogen
bij het zagen.
Zaagblad te klein (te vaak geslepen). Stel de eindaanslag van het zaagaggregaat
opnieuw in.
Zaagsnede is ruw of
gebogen.
Zaagblad stomp, tandvorm niet geschikt voor
de materiaaldikte.
Slijp het zaagblad resp. gebruik een geschikt
zaagblad.
Werkstuk scheurt of
splintert.
Snijdruk te hoog resp. zaagblad niet geschikt
voor de toepassing.
Gebruik een geschikt zaagblad.