User Manual

53
Bescherming tegen splinters
De geleidingsrail beschikt over een bescherming tegen
splinters, die voor het eerste gebruik op maat gesneden
moet worden.
1 Bevestig de rail met de klemschroeven op een stuk
hout.
2 Regel de marge op de rail met de beide instelschroe-
ven (E).
3 Stel de duikzaag in op een snijdiepte van ca. 6 mm.
4 Plaats de zaag op het achterste uiteinde van de rail.
5 Schakel de machine in, druk deze tot de ingestelde
snijdiepte en snijd de bescherming tegen splinters
over de volledige lengte in één beweging, zonder te
stoppen.
6 De kant van de bescherming komt nu volkomen over-
een met de snijkant van het zaagblad.
Opgelet!
Beveilig het werkstuk altijd zodat het niet kan ver-
schuiven.
Schuif de machine altijd vooruit en trek deze nooit
naar uw lichaam toe.
ZAGEN
1 Zet de zaag op de geleidingsrail.
2 Schakel de machine in.
3 Druk de zaag langzaam tot de ingestelde snijdiepte
naar beneden en breng hem op de rail gelijkmatig
naar voren.
DUIKSNEDE:
Zagen
1 Zet de zaag op de geleidingsrail op het gemarkeerde
snijpunt.
2 Bevestig de terugslagbeveiliging resp. de aanslag (toe-
behoren, niet in de leveringsomvang) op het achterste
en voorste snijpunt op de geleidingsrail.
3 Schakel de machine in.
4 Druk de zaag langzaam tot de ingestelde snijdiepte
naar beneden en breng hem op de rail gelijkmatig naar
voren, tot het voorste snijpunt.
Kantelbeveiliging:
Bij versteksneden adviseren wij om een kantelbeveili-
ging te gebruiken. Deze verhindert dat de machine bij
een schuine positie kantelt.
Hierdoor vermijdt u lichamelijke letsels en beschadigin-
gen aan de machine.
TOEBEHOREN
Geleidingssysteem
2 stuks geleidingsrails van 700 mm
1 stuk railverbinder
1 stuk kantelbeveiliging
Geleidingsinrichting, afb. 1.1, 1.2
De geleidingsrails (A) maken een zuivere, exacte snede
mogelijk en beschermen het oppervlak tegen beschadi-
gingen.
Bij het zagen met de geleidingsrails bedraagt de snij-
diepte 4,5 mm minder dan de schaalwaarde op de ma-
chine.
Voor de veiligheid kan de geleidingsrail met klemschroe-
ven (B) bevestigd worden (niet in de leveringsomvang
aanwezig).
Met de kantelbeveiliging (C) verhindert u dat de duik-
zaag bij versteksneden en bij het instellen kantelt.
De terugslagbeveiliging (D) zorgt bij het duiken in het
werkstuk voor een goede geleiding (niet in de levering-
somvang aanwezig).
De railverbinder (F) verbindt 2 geleidingsrails en maakt
lange, exacte sneden mogelijk.
De marge op de geleidingsrail kunt u met de beide in-
stelschroeven (E) instellen.
Met de beschikbare toebehoren kunt u versteksneden,
hoeksneden en overige nauwkeurige werkzaamheden
uitvoeren.
Vooraleer u deze zaag voor de eerste keer op de op-
tionele
geleidingsrail gebruikt, moet u deze instellen
om met een minimale zijbeweging langs de geleidingsrail
te glijden; hiertoe zijn instelbare nokken
(g. 1.1 ‚E‘) aangebracht.
1. Zet de zaag op de geleidingsrail.
2. Draai de nokken (g. 1.1 ‚E‘) tegen de klok in tot deze
vastzitten. Draai daarna even met de klok mee om
marge te krijgen. Terwijl u de keuzeschijven in de
juiste positie houdt, vergrendelt u deze door de stel-
schroef in het midden van elke nok vast te schroeven
(met inbussleutel 5 mm, meegeleverd met de machi-
ne).
3. Beweeg de zaag langs de rail heen en weer en zorg
ervoor dat deze soepel loopt. Stel indien nodig op-
nieuw in.
4. Afhankelijk van het gebruik van de zaag moet deze in
de toekomst nogmaals ingesteld worden.