User Manual
51
Verhelpen van storingen
Storing Mogelijke oorzaak Mogelijke oorzaak
Motor functioneert niet. Motor, kabel of stekker defect, zekeringen
doorgebrand.
Machine door vakman laten controleren.
Repareer de motor nooit zelf! Gevaar! Zekerin-
gen controleren, evt. vervangen.
De motor draait lang-
zaam en bereikt de
bedrijfsnelheid niet.
Spanning te laag, wikkelingen beschadigd,
condensator doorgebrand.
Laat de spanning door een elektricien con-
troleren. Laat de motor door een vakman
controleren. Laat de motor door een vakman
vervangen.
Motor maakt te veel
lawaai.
Wikkelingen beschadigd, motor defect. Laat de motor door een vakman controleren.
Motor haalt volledige
vermogen niet.
Stroomcircuits in het netwerk overbelast (lam-
pen, andere motoren,...)
Gebruik geen andere machines of motoren in
hetzelfde stroomcircuit.
Motor oververhit snel. Overbelasting van de motor, onvoldoende koe-
ling van de motor.
Verhinder overbelasting van de motor tijdens
het zagen, verwijder stof van de motor zodat
deze optimaal gekoeld wordt.
Verminderd snijvermo-
gen bij het zagen.
Zaagblad te klein (te vaak geslepen). Stel de eindaanslag van het zaagaggregaat
opnieuw in.
Zaagsnede is te ruw of
te gebogen.
Zaagblad stomp, tandvorm niet geschikt voor
de materiaaldikte.
Slijp het zaagblad resp. gebruik een geschikt
zaagblad.
Werkstuk scheurt of
splintert.
Snijdruk te hoog resp. zaagblad niet geschikt
voor de toepassing.
Gebruik een geschikt zaagblad.