User Manual

50
Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is gebruiksklaar
aangesloten. De aansluiting voldoet aan de geldige
VDE- en DIN-bepalingen.
De netaansluiting bij de klant en het gebruikte ver-
lengsnoer moeten eveneens aan deze bepalingen
voldoen.
Belangrijke opmerkingen
Bij overbelasting van de motor schakelt deze automa-
tisch uit. Na een (verschillende) afkoeltijd kunt u de mo-
tor opnieuw inschakelen.
Beschadigde elektrische aansluitleiding
De isolatie van elektrische aansluitleidingen wordt vaak
beschadigd. Oorzaken zijn:
plaatsen waar aansluitleidingen door venster- of deur-
openingen worden gebracht;
knikken door ondeskundige bevestiging of plaatsing
van de aansluitleiding;
sneden door over de aansluitleiding te rijden;
beschadigde isolatie door de kabel uit het stopcon-
tact te trekken;
scheuren door veroudering van de isolatie.
Gebruik dergelijke beschadigde elektrische aansluitlei-
dingen niet, door de beschadigde isolatie zijn deze le-
vensgevaarlijk.
Controleer elektrische aansluitleidingen regelmatig op
schade. Zorg ervoor dat bij de controle de aansluitleiding
niet op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Elektrische aansluitleidingen moeten aan de geldende
VDE- en DIN-bepalingen voldoen. Gebruik enkel aan-
sluitleidingen met aanduiding H 05 VV-F. De type-om-
schrijving moet verplicht op de aansluitleiding vermeld
zijn.
Wisselstroommotor
De netspanning moet 230 - -240 volt bedragen.
Verlengsnoeren moeten tot een lengte van 25 m een
diameter van 1,5 mm² hebben.
De elektrische uitrusting mag enkel door een elektricien
aangesloten en gerepareerd worden.
Vermeld bij vragen de volgende gegevens:
fabrikant van de motor
stroomtype van de motor
gegevens op het typeplaatje van de machine
gegevens op het typeplaatje van de motor
Toebehoren
RAIL 1400 MM
Onderhoud
Als u voor buitengewone onderhoudswerkzaamhe-
den of voor reparaties tijdens de garantieperiode en
later een beroep wilt doen op vakpersoneel, neemt u
contact op met een door ons geadviseerde klanten-
service of rechtstreeks met de fabrikant.
Bij instandhoudings-, onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden en bij het verhelpen van storingen scha-
kelt u principieel altijd de aandrijving uit.
Alle beveiligings- en beschermingsinrichtingen moe-
ten na de reparatie- en onderhoudswerkzaamheden
onmiddellijk weer worden gemonteerd.
NORMALE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
Ook niet opgeleid personeel kan de normale onder-
houdswerkzaamheden uitvoeren; deze worden in alle
voorafgaande hoofdstukken evenals in dit hoofdstuk be-
schreven.
De duikzaag moet niet gesmeerd worden, aangezien
deze altijd droge oppervlakken snijdt. Alle bewegende
machineonderdelen zijn zelfsmerend.
Indien mogelijk draagt u bij de onderhoudswerkzaam-
heden altijd persoonlijke beschermende uitrusting
(veiligheidsbril en handschoenen).
Verwijder regelmatig de spaanders door de snijzone
en de aanlegvlakken te reinigen.
Wij adviseren daartoe het gebruik van een zuiginrichting
of van een kwast.
OPGELET: Gebruik geen perslucht!
Controleer het zaagblad regelmatig: indien u bij het za-
gen problemen ondervindt, laat u het zaagblad door een
vakman opnieuw slijpen of, afhankelijk van de toestand,
vervangen.
KLANTENSERVICE
Als u voor buitengewone onderhoudswerkzaamheden of
voor reparaties tijdens de garantieperiode en later een
beroep wilt doen op vakpersoneel, neemt u contact op
met een door ons geadviseerde klantenservice of recht-
streeks met de fabrikant, als in uw buurt geen klanten-
service aanwezig is.