Operation Manual
Opties
7.13 Bedrijfsinstructies voor speciale apparaten (watertank)
De onderstaande instructies gelden alleen voor machines die met een drink- en
afvalwatertank zijn uitgerust.
7.13.1 Drinkwatertank vullen
Wanneer het niveau in de drinkwatertank te laag is, knippert de [
] toets. Het display
meldt:
Kies product
Watertank leeg
1. Drinkwatertank demonteren.
2. Met vers drinkwater vullen.
3. Watertank weer op de daarvoor bestemde plaats zetten.
4. Bevestigen door op de rood knipperende [
] toets te drukken.
Om drooglopen van de waterpomp te voorkomen wordt de productuitgifte bij een te laag
waterpeil geblokkeerd. Het reeds gekozen product wordt nog uitgegeven.
Voor het reinigingsprogramma altijd het waterpeil controleren.
7.13.2 Afvalwatertank legen
Wanneer de afvalwatertank vol is, knippert de [
] toets. Het display meldt:
Kies product
Afvoertank vol
1. Afvalwatertank demonteren.
2. Watertank legen en eventueel uitspoelen.
3. Afvalwatertank weer op de daarvoor bestemde plaats zetten.
4. Bevestigen door op de rood knipperende [
] toets te drukken.
Om overlopen van de afvalwatertank te voorkomen, wordt de productuitgifte
geblokkeerd. Treedt de melding tijdens de productuitgifte op, dan wordt dit product nog
uitgegeven.
Voor het reinigingsprogramma altijd de afvalwatertank legen.
7.13.3 Bedrijfsinstructies voor machines met drink- en afvalwatertank (op mobiele wagen)
De inhoud bedraagt:
16 liter voor de drinkwatertank.
11 liter voor de afvalwatertank.
De drinkwatertank moet dagelijks met vers, schoon drinkwater worden gevuld.
Wanneer het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, moeten beide tanks geleegd en
gereinigd worden.
De binnenruimte van de wagen moet steeds goed droog zijn.
De twee tanks mogen alleen op de daarvoor bestemde plaats worden gebruikt
(niveaubewaking).
Bij een standplaatswisseling mag de wagen niet geduwd worden, maar moet deze (uit
veiligheidsoverwegingen) getrokken worden.
De wagen is niet bedoeld voor het transport van goederen. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van een onjuist gebruik van de
wagen of het niet in acht nemen van de instructies in de bedieningshandleiding.
BASO-2 - 05.07 - V08 Pagina 7-17