User manual
nederlands
Plaatsing van de sensor bij
koolmonoxide (CO) / rook:
Monteer de externe sensor zo dicht mogelijk bij de
te observeren verbrandingsplaats c.q. uitlaat/haard/
schoorsteen, maar ca. 15-30 cm onder het plafond
omdat de vrijkomende gassen verhit zijn en in eerste
instantie voor het eerst opstijgen.
De sensor mag op volgende locaties niet gemonteerd worden:
Plaatsen, die bij gaslekkage de inwerkingstelling van het alarm zouden kunnen •
verhinderen (bijvoorbeeld achter gordijnen of in kasten)
Direct boven fornuis c.q. verbrandingsplaats of boven een wastafel•
Naast een deur, ramen, ventilatieruimte, ventilator, airconditioninginstallatie, enz.•
In gebieden, waar stof of vuil de sensor buiten werking kan stellen•
In explosiegevaarlijke ruimten•
Let onvoorwaardelijk op de voorgeschreven montagehoogte van de sensor!
MONTAGEHANDLEIDING
De sensor mag uitsluitend in droge binnenruimten geïnstalleerd en moet afhankelijk van het
gastype correct geplaatst worden opdat een foutloze werking van het waarschuwingsap-
paraat gewaarborgd is.
Voor de aansluiting van de sensor op het gaswaarschuwingsapparaat met bescherming te-
gen ontplofngen verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing daarvan!
De leidingen van de sensoren zijn standaard 2,50 m lang. Indien u de sensorleidingen wilt
verlengen, moet u een 3-polige kabel gebruiken en er ontstaan volgende minimale dwars-
doorsneden afhankelijk van de lengte van de leiding:
Dwarsdoorsnede van de kabel 3 x 0,34 mm²: maximale lengte 10 m
Dwarsdoorsnede van de kabel 3 x 0,75 mm²: maximale lengte 15 m
Belangrijk! De sensorkabel moet vast als opbouwleiding geïnstal-
leerd worden.