User manual

Halfautomatische
bloeddrukmeter voor
de bovenarm
SC 2100
- Gebruiksaanwijzing -
Inleiding
Hartelijk dank dat u voor de bloeddrukmeter
SC 2100 van SCALA hebt gekozen. Om
optimaal alle mogelijkheden van dit
apparaat te benutten, dient u voor het eerste
gebruik deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
te lezen. Bewaar ze vervolgens op een
veilige plaats.
Veiligheidsaanwijzingen
Met de bloeddrukmeter SC 2100 kunt u uw
bloeddruk zelf meten en hem zo regelmatig
controleren. Verander de door uw arts
voorgeschreven behandeling echter niet.
Zelfmeting betekent controle, maar het is
geen diagnosestelling of behandeling!
Opvallende waarden moet u met uw arts
bespreken.
Verander in geen geval op eigen houtje
de door uw arts voorgeschreven
dosering van geneesmiddelen!
De indicatie van de polsslag is niet
geschikt ter controle van de frequentie
van pacemakers.
Bijzonderheden van SC 2100
Het toestel detecteert automatisch de
noodzakelijke oppompdruk. D.w.z. op het
display blijft de „P” (voor oppompen) zo
lang staan, totdat de noodzakelijke
oppompdruk voor een betrouwbare
meting bereikt is.
Beoordeling van de bloeddrukwaarden
volgens WHO-criteria door een gekleurde
bandindicator (beschrijving zie pagina 7).
Het apparaat beschikt over een
geheugen met 85 geheugenplaatsen.
Wanneer tijdens de bloeddrukmeting een
onregelmatige hartslag wordt vastgesteld,
wordt dit door een symbool (zie pagina 3
en 6) op het LCD-display weergegeven.
Bij elke meetwaarde worden datum en uur
weergegeven en opgeslagen.
Het manchet is geschikt voor bovenarmen
met een omtrek van 22 tot 32 cm..
- 2 –
Ingebruikname van de bloeddrukmeter
/ vervanging van de batterijen
Leg de meegeleverde batterij
overeenkomstig de inbouwpositie in het
batterijvak van het apparaat.
Gebruik enkel alkalibatterijen (LR03).
Als de batterij leeg is, verschijnt bovenaan
links op het display het symbool
voor lege batterij. De batterij moet nu
dringend worden vervangen, omdat het
apparaat met lege batterij geen metingen
meer doet.
Het toestel
Het lcd-scherm
- 3 -
De klok instellen
Schakel het toestel uit en druk op de TIME-
knop. Op het display verschijnt bovenaan
links knipperend het jaar 20XX.
Met de AAN/UIT-knop kunt u het jaar
instellen.
Hebt u het juiste jaar geselecteerd, druk dan
opnieuw op de TIME-knop. Op het display
bovenaan links knippert nu de eerste 1. Ze
staat voor de eerste maand.
Met de AAN/UIT-knop kunt u de maand
instellen.
Door nogmaals op de TIME-knop te
drukken, knippert de andere 1. Ze staat voor
de eerste dag in de maand.
Met de AAN/UIT-knop stelt u de dag in.
Door nogmaals op de TIME-knop te
drukken, kunt u het uur instellen het uur
knippert. De instelling gebeurt met de
AAN/UIT-knop.
Met de TIME-knop schakelt u nu verder
naar de minuten.
Met de AAN/UIT-knop stelt u nu de minuten
in.
Een laatste druk op de TIME-knop sluit de
instelling van datum en tijd af.
Aanwijzingen voor de meting van de
bloeddruk
U dient de bloeddruk-meting altijd onder
dezelfde omstandigheden uit te voeren, om
vergelijkbare waarden te verkrijgen, in rust,
niet onder invloed van alcohol, niet tijdens
het eten, niet na
lichamelijke of geestelijke belasting. Meet
indien mogelijk al zittend aan tafel.
Het meten
Breng de manchet aan de linker bovenarm
aan, zodat de slang naar de binnenkant van
de elleboog wijst en de onderste rand van
de manchet ca. 2 - 3 cm boven de
binnenkant van de elleboog ligt.
.
- 4 -
2-3 cm
De manchet moet matig vastzitten.
Met de AAN/UIT-knop schakelt u het toestel
in. Op het display verschijnt ”P” en ”0”.
Begin de manchet met de handpomp op te
pompen.
LET OP:
Pomp net zo lang tot de ”P” op het
display verdwijnt.
Daarna begint de meting. De lucht wordt
automatisch afgelaten.
LET OP: Stel met het luchtaflaatventiel
op de achterzijde van het toestel de
luchtaflaat in op ca. 3 tot 4 mmHg per
seconde. Door het luchtaflaatventiel uit
te draaien, wordt de luchtaflaat
gereduceerd. Deze werkwijze is alleen
nodig bij de eerste meting, op
voorwaarde dat de luchtaflaat niet
verandert in de loop van de tijd
Na ca. 3 seconden begint op het display een
hart te knipperen (de polsslag wordt
gedetecteerd).
De druk in de manchet daalt verder en wordt
permanent weergegeven. Indien de
diastolische (onderste) bloeddrukwaarde
wordt gedetecteerd,
- 5 -

Summary of content (2 pages)