Operation Manual

52
On start (Snelstart)
Wanneer de “On Start” functie aanstaat zal de projector onmiddel-
lijk aangaan van zodra het netsnoer met de wandcontactdoos ver-
bonden is.
VV
VV
V Nota : De projector steeds op de juiste wijze uitschakelen. Zie
bladzijde 21 “De projector uitzetten”. Indien de projector niet in de
correcte volgorde werd uitgeschakeld kan deze functie niet werken.
LAMP MODUS
Men kan de helderheid van de projectie kiezen in vier verschillende
standen.
De helderheid wordt automatisch
aangepast aan het signaal.
Hoog. Hoger dan de normale modus
Normale Modus
De helderheid is minder, minder stroomverbruik en
langere levensduur voor de lamp.
AFSTANDSBEDIENING
Deze projector is voorzien van acht verschillende codes voor de
afstandsbediening (Code 1 / Code 8). Hierdoor is het mogelijk om
twee projectors tegelijkertijd te gebruiken zonder interferentie.
De code van de projector moet overeenkomen met de code van de
afstandsbediening.
Veranderen van de code van de projector :
Zet de code van de projector in het INSTEL MENU op “Code 1/8”
Veranderen van de code van de afstandsbediening :
De MENU toets ingedrukt houden en de IMAGE toets het met de
code overeenstemmende aantal malen indrukken. Bij iedere druk
op de toets veranderd de code van de afstandbediening.
(zie blz. 14)
NOTA : Na het vervangen van de batterij keert de code van de
afstandsbediening terug naar “Code 1”
AANWIJZER (POINTER)
Men kan het formaat van de aanwijzer (pointer) kiezen met behulp
van de u/d toetsen : Spotlight (cirkel) of Arrow (Pijl). Kies de
afmeting van de aanwijzer met behulp van de l/r toetsen.
Zie “Aanwijzer” op blz. 13.
INSTELLING
AFSTANDSBEDIENING